Schrijven

Les 1
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 1

Slide 1 - Diapositive

Pak een boek!





Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Samen lezen; lees mee!

Slide 4 - Diapositive

lezen in groepjes

Slide 5 - Diapositive

Schrijven 
Les 1,2

Slide 6 - Diapositive

Wat gaan we leren?
-hoe begin ik een bericht
-hoe eindig ik een bericht
-welke (standaard)zinnen kan ik gebruiken

Slide 7 - Diapositive

Wat gaan we doen?
-bespreek de kaartjes (vorige week)
-lessonup kaartjes
-zelf een 2 kaartjes schrijven *(aanhef en afsluiting)
-verder met opdrachten kaartjes of A2 schrijven

Slide 8 - Diapositive

Hoe begin je een brief/kaartje/email
A
Beste Peter
B
Lieve Anna
C
Beste Peter,
D
Lieve Anna,

Slide 9 - Quiz

Hoe sluit je een kaartje/brief/email af?
A
Hoi Peter,
B
Groetjes, Klaas-Jan
C
Liefs, Michelle
D
Groeten Peter,

Slide 10 - Quiz

Er is iemand jarig. Wat zeg je?
A
Gecondoleerd.
B
Beterschap.
C
Gefeliciteerd met je huwelijk.
D
Gefeliciteerd met je verjaardag.

Slide 11 - Quiz

Wat is een goede zin?
A
Ik jou wens een fijne dag.
B
Een fijne dag gewenst.
C
Ik wens jou een fijne dag.
D
Ik wens jouw een fijne dag.

Slide 12 - Quiz

Iemand ligt in he ziekenhuis. Wat zeg je?
A
Succes!
B
Veel plezier!
C
Gecondoleerd!
D
Beterschap!

Slide 13 - Quiz

Wat is een goede zin?
A
Ik hoop je snel weer beter wordt.
B
Ik hoop dat je snel weer beter wordt.
C
Ik hoop je herstelt snel.
D
Ik hoop dat je snel herstelt.

Slide 14 - Quiz

Je oom en tante zijn 25 jaar getrouwd. Wat zeg je?
A
Succes!
B
Beterschap.
C
Wat jammer!
D
Gefeliciteerd!

Slide 15 - Quiz

Wat is een goede zin?
A
Ik jullie een fijne dag wensen.
B
Ik wens jouw een fijne dag.
C
Ik wens jullie een fijne dag.
D
Ik jullie wensen veel plezier.

Slide 16 - Quiz

Wat is een goede zin?
A
Veel geluk samen!
B
Ik wens jullie veel geluk!
C
Succes met je trouwdag!
D
Gefeliciteerd met jullie trouwdag!

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Wat zet je bovenaan je kaartje?

Slide 23 - Question ouverte

Wat zet je onderaan je kaartje?

Slide 24 - Question ouverte

Iemand ligt in het ziekenhuis; wat schrijf je?

Slide 25 - Question ouverte

Je oom en tante zijn 25 jaar getrouwd. Wat schrijf je?

Slide 26 - Question ouverte

Je collega gaat volgende week trouwen. Wat schrijf je?

Slide 27 - Question ouverte

Aan de slag
-schrijf 3 kaartjes
-maken H1 t/m H9
-schrijven kaartjes en formulieren
-klaar? Oefeningen schrijven niveau A2

Slide 28 - Diapositive

Les 2

Slide 29 - Diapositive

Iemand is jarig; wat schrijf je?

Slide 30 - Question ouverte

Iemand is overleden; wat schrijf je?

Slide 31 - Question ouverte

Iemand is verhuisd; wat schrijf je?

Slide 32 - Question ouverte

Iemand heeft je geholpen met je huis; wat schrijf je?

Slide 33 - Question ouverte

Les 2

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

Slide 36 - Lien

Slide 37 - Lien

Slide 38 - Lien

Slide 39 - Lien

Slide 40 - Lien

Slide 41 - Lien

Slide 42 - Lien

Part 2

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Lien

Slide 45 - Lien

Slide 46 - Lien

Slide 47 - Lien

Les 2
Aan de slag!

Slide 48 - Diapositive

Wat gaan we doen?

-Schrijven in Nederland: (verbeter je fouten)
H1 t/m H9
*kahoot woorden

Slide 49 - Diapositive

Aan de slag
-maken H1 t/m H9
-schrijven kaartjes 1/2
- zelf kaartje schrijven
-klaar? Oefeningen schrijven niveau A2

Slide 50 - Diapositive