Spelling 8 - 4_4_1
1 / 12
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1e woord
Slide 2 - Question ouverte
2e woord
Slide 3 - Question ouverte
3e woord
Slide 4 - Question ouverte
[DOEN]
Boris _____________ toen of hij niets had gehoord.
Boris _____________ toen of hij niets had gehoord.
Slide 5 - Question ouverte
[DOEN]
Boris _____________ toen of hij niets had gehoord.
Boris _____________ toen of hij niets had gehoord.
A
t.t.
B
v.t
C
volt. dw.
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 6 - Quiz
[VERBOUWEN]
Kim heeft haar kamer _____________.
Kim heeft haar kamer _____________.
Slide 7 - Question ouverte
[RADEN]
Mike _____________ gisteren het aantal dropjes.
Mike _____________ gisteren het aantal dropjes.
A
t.t.
B
v.t
C
volt. dw.
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 8 - Quiz
[TREFFEN]
De gelijkenis was _____________.
De gelijkenis was _____________.
A
t.t.
B
v.t
C
volt. dw.
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 9 - Quiz
[TREFFEN]
De gelijkenis was _____________.
De gelijkenis was _____________.
Slide 10 - Question ouverte
[VERBOUWEN]
Kim heeft haar kamer _____________.
Kim heeft haar kamer _____________.
A
t.t.
B
v.t
C
volt. dw.
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 11 - Quiz
[RADEN]
Mike _____________ gisteren het aantal dropjes.
Mike _____________ gisteren het aantal dropjes.
