3Gt - Theme 3 Lesson J: Both, each, all, every, none.

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Both, each, all, every, none.

Stepping Stones theme 3

Mavo 3

Learning goal

Ik weet het verschil tussen both, each, all, every & none.

Ik kan deze Engelse woorden correct toepassen in een zin.

Hoe bereik je dit doel?
Lesson up doornemen/leren + veel oefenen.

Wat betekent 'both' in het Nederlands?

Both

Vertaling: beide
Gebruik bij twee personen, dieren of dingen.

Staat voor het zelfstandig naamwoord. Zelfstandig naamwoord staat in het meervoud.

Both girls admitted cheating on their tests.

Wat betekend 'each' in het Nederlands?

Each

Vertaling: elke
Gebruk je bij twee of meer personen, dieren en dingen.
Staat voor het zelfstandig naamwoord.
Zelfstandig naamwoord staat in het enkelvoud.

Each student passed the central exams.

Wat betekend 'every' in het Nederlands?

All, Every, None

Vertaling:

All = alle/allemaal
Every = iedere
None = geen/niet een

Gebruik je bij drie of meer personen, dieren of dingen.

All, Every, None

The suspect admitted to all charges.

A criminal burlged nearly every house in the street.

None of the missing jewels were recovered.

Let op!

Each > nadruk leggen op individuele dingen.

Every > nadruk leggen op het geheel.

Each person in this classroom is 16 years old.
There was police on every corner.

She has seen ... show in which her daughter starred.

1. both
2. each
3. every
4. all

My mother reads ... of her children a book before they go to bed.

1. both
2. each
3. all
4. none

The thief hurt ... his hands when he tried to force his way in

1. both
2. none
3. all
4. each

Did he commit ... of these crimes? Yes, he did!

1. both
2. each
3. all
4. every

My sister loves to play with ___ of her stuffed animals. (Both, each, all, every, none)

After dinner, ____ pans were empty. (Both, each, all, every, none)

The same thing happens ___ time I come here. (Both, each, all, every, none)

I've read ___ single card they've sent me. (Both, each, all, every, none)

Homework

Do exercise 25, 26 (digitaal --> zie planner)

Study: all vocab

https:

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Wat kan ik nog extra oefenen?