Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoorden
Nederlands
persoonsvorm vt
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
persoonsvorm vt
Slide 1 - Diapositive
Lesplan
Je oefent met persoonsvorm vt
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn sterke werkwoorden?
Geef 2 voorbeelden.
Slide 3 - Question ouverte
Wat zijn zwakke werkwoorden?
Geef 2 voorbeelden.
Slide 4 - Question ouverte
Persoonsvorm v.t.
Sterke werkwoorden
lopen - liepen
vallen - vielen
zwakke werkwoorden
fietsen - fietste(n)
branden - brandde(n)
Slide 5 - Diapositive
Persoonsvorm v.t.
Sterke werkwoorden
lopen - liepen
vallen - vielen
zwakke werkwoorden
fietsen - fietste(n)
branden - brandde(n)
Slide 6 - Diapositive
Persoonsvorm v.t.
Sterke werkwoorden
lopen - liepen
vallen - vielen
zwakke werkwoorden
fietsen - fietste(n)
branden - brandde(n)
Slide 7 - Diapositive
Persoonsvorm v.t.
Sterke werkwoorden
lopen - liepen
vallen - vielen
zwakke werkwoorden
fietsen - fietste(n)
branden - brandde(n)
't ex-kofschip
Slide 8 - Diapositive
appen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 9 - Quiz
coachen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 10 - Quiz
denken
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 11 - Quiz
reizen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 12 - Quiz
schrijven
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 13 - Quiz
springen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 14 - Quiz
vertellen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 15 - Quiz
tennissen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 16 - Quiz
zet in de verleden tijd
denken: ik
Slide 17 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
waaien: het
Slide 18 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
reizen: wij
Slide 19 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
verven: hij
Slide 20 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
lachen: jullie
Slide 21 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
verbranden: ik
Slide 22 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
spelen: jij
Slide 23 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
kunnen: jij
Slide 24 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
hebben: jij
Slide 25 - Question ouverte
zet in de verleden tijd
gaan: wij
Slide 26 - Question ouverte
Persoonsvorm v.t.
Sterke werkwoorden
lopen - liepen
vallen - vielen
zwakke werkwoorden
fietsen - fietste(n)
branden - brandde(n)
't ex-kofschip
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
2.8 a Spelling *
Octobre 2018
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
spelling pv tt vt
Décembre 2016
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
werkwoorden vervoegen
Mars 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Opdracht 3: Werkwoordspelling verleden tijd
Novembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
Pv vt
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhalingsles verleden tijd werkwoorden
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2