2.8 a Spelling *

Welkom
Ga rustig zitten en pak je 
werkboek en laptop .

Doe je telefoon weg en zet je tas op de grond.




1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten en pak je 
werkboek en laptop .

Doe je telefoon weg en zet je tas op de grond.




Slide 1 - Diapositive

lesopbouw
  • wat weet je?
  • doel
  • uitleg
  • opdracht
  • zelfstandig werken
  • afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al?
verleden tijd
2 soorten werkwoorden

Slide 3 - Diapositive

Doel
Aan het eind van de les kan je
 werkwoorden (persoonsvorm) correct in de 
verleden tijd zetten.
 

Slide 4 - Diapositive

sterke werkwoorden v.t.
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd.



Slide 5 - Diapositive

sterk werkwoord

Slide 6 - Carte mentale

zwakke werkwoorden v.t.
Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd
achter de ik-vorm:
  -te(n) 
 -de(n) 


Slide 7 - Diapositive

zwak werkwoord

Slide 8 - Carte mentale

verleden tijd - 't kofschip x
  • Bepaal: sterk of zwak werkwoord? 
  • Sterk???? JA --> goede vorm opschrijven
  • Sterk???? NEE --> zwak werkwoord (4 stappen):
  • Wat is de stam?
  • Wat is de laatste letter?
  • Zit deze letter in 't kofschip x?
  • Ja --> er komt -te(n) achter de ik-vorm            (koken)
       Nee --> er komt -de(n) achter de ik-vorm       (tekenen)
  • Controleer of het werkwoord in het meervoud moet.
 

Slide 9 - Diapositive

zwakke werkwoorden v.t.
Ik-vorm eindigt al op -d of -t:
bij hij-vorm + wij-vorm -->  -te(n) of -de(n) erachter. 
   heet --> heette(n)
   brand --> brandde(n)


Slide 10 - Diapositive

Hij (lopen, vt) de verkeerde kant op.

Slide 11 - Question ouverte

Wij (lachen, vt) om haar grapje.

Slide 12 - Question ouverte

Ik (duwen, vt) haar opzij.

Slide 13 - Question ouverte

Hij (antwoorden, vt) via een appje.

Slide 14 - Question ouverte

zelfstandig werken
Talent, blz. 156
hoofdstuk 2.8 spelling
opdracht 2, 4 t/m 7

Slide 15 - Diapositive

afsluiting
werkwoorden verleden tijd
exit ticket (naam opschrijven)
Schrijf de antwoorden op en lever ze in.
  1. De politie (vermoeden) dat er sprake is van een misdrijf.
  2. De kinderen (maken) een tekening voor hun oma.
  3. Gisteren (gaan) ik naar de kermis.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive