Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
het bedrag = hoeveelheid geld
hangt af van =(depends on)
heeft te maken met
Slide 1 - Diapositive
lastig= moeilijk
schadelijk= niet goed
Slide 2 - Diapositive
de stof
de naald
Slide 3 - Diapositive
de splitsing
werkelijk = echt
Is dat werkelijk waar?
Slide 4 - Diapositive
de loodgieter =repareert
de kranen en leidingen
de makelaar =
helpt bij de verkoop van een huis
Slide 5 - Diapositive
genezen= beter worden
de engel
Slide 6 - Diapositive
de hemel
de sterrenbeelden = groepen van sterren
Slide 7 - Diapositive
opletten = let op!
goed kijken
het doorzettingsvermogen =
doorgaan ook als het moeilijk is
Slide 8 - Diapositive
de opluchting = blij dat het goed gegaan is
aaien
Zij aait het schaap
Slide 9 - Diapositive
amper = bijna niet
Zij is ziek, dat kan ik amper geloven
de tondeuse
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Question ouverte
Iemand die kranen en leidingen repareert
A
de timmerman
B
de archtiect
C
de conducteur
D
de loodgieter
Slide 12 - Quiz
A
de knoop
B
de tris
C
de rits
D
de tris
Slide 13 - Quiz
A
de zwarte veter
B
de zwarte riem
C
het zwarte touw
D
de zwarte schoen
Slide 14 - Quiz
Zij .................de hond
Slide 15 - Question ouverte
Zij trekt ..................trui aan.
A
haar
B
onze
C
mijn
D
jouw
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Question ouverte
A
de nald
B
de naald
C
de naalt
D
het naald
Slide 18 - Quiz
lastig
A
leuk
B
makkelijk
C
moeilijk
D
niet goed
Slide 19 - Quiz
de neerslag
A
regen en sneeuw
B
regen en zon
C
de droogte
D
de warmte
Slide 20 - Quiz
de hitte
A
de droogte
B
heel erg warm
C
de neerslag
D
opletten
Slide 21 - Quiz
A
de brandweer
B
de boslopers
C
de brandwachters
D
de boswachters
Slide 22 - Quiz
amper
A
veel
B
bijna niet
C
bijna
D
soms
Slide 23 - Quiz
Blij zijn dat het goed gegaan is:
A
de opluchting
B
hangt af van
C
genezen
D
schadelijk
Slide 24 - Quiz
Hij is .............
Slide 25 - Question ouverte
A
de wol
B
de kleding
C
de naald
D
de stof
Slide 26 - Quiz
Hoogvliegers
Slide 27 - Diapositive
Rara… wat voor beroepen hebben deze mensen in de luchtvaart? Mensen uit de luchtvaart geven aanwijzingen over welk beroep ze uitoefenen. Luister naar de fragmenten en raad de beroepen van deze mensen.
.
fragment 1
fragment 2
fragment 3
fragment 4
Fragment 5
Slide 28 - Diapositive
Fragment 1: Het beroep F16 piloot
Wat houdt het beroep van F16 piloot in?
Mede mogelijk gemaakt door: de Koninklijke Luchtmacht
Slide 29 - Diapositive
Fragment 2:
Het beroep
vliegtuigmonteur
Slide 30 - Diapositive
0
Slide 31 - Vidéo
Fragment 3: Het beroep piloot
Slide 32 - Diapositive
0
Slide 33 - Vidéo
Fragment 4:
Het beroep purser
Mede mogelijk gemaakt
door: KLM
Slide 34 - Diapositive
0
Slide 35 - Vidéo
Fragment 5:
Het beroep steward(ess)
Slide 36 - Diapositive
0
Slide 37 - Vidéo
Sleep de afbeeldingen die passen bij het beroep pilootin dit vak.
Sleep de afbeeldingen die niet horen bij het beroep van piloot in dit vak.
Slide 38 - Question de remorquage
Sleep de afbeeldingen die passen bij het beroep van copiloot in dit vak.
Sleep de afbeeldingen die niet horen bij het beroep van copiloot in dit vak.
Slide 39 - Question de remorquage
Sleep de afbeeldingen die passen bij het beroep van steward, stewardess en purser in dit vak.
Sleep de afbeeldingen die niet horen bij het beroep van steward, stewardess en purser in dit vak.
Slide 40 - Question de remorquage
0
Slide 41 - Vidéo
De broers Orville en Wilbur Wright waren fietsenmakers en gebruikten een fietsketting om de motor aan te drijven. Op hun 1e vlucht vlogen ze in 12 seconden 36 meter.
Slide 42 - Diapositive
In 1927...
A
was er de eerste vlucht over de grote oceaan.
B
werd er voor het eerst gevlogen.
C
vlogen er meer dan 10 mensen in een vliegtuig.
D
werd de 1e raket naar de maan gestuurd.
Slide 43 - Quiz
Charles Lindbergh vloog in 1927 voor het eerst over de grote oceaan met zijn vliegtuig 'Spirit of Saint Lewis'.
Enorm knap en gedurfd voor die tijd.
Slide 44 - Diapositive
Een copiloot en een piloot gebruiken een autopilot. Wat doet een autopilot niet?
A
Geeft met een oranje naald de horizon aan om de vliegers te helpen.
B
Helpt met landen.
C
Neemt het vliegen over.
D
Geeft de route aan.
Slide 45 - Quiz
Er moet altijd iemand wakker zijn in de cockpit. Als de piloot wil slapen dan neemt de copiloot het over en andersom.
Het navigatiesysteem bepaalt de route. Niet de autopilot.