woensdag 1 april
1 / 37
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Iemand die kranen en leidingen repareert
A
de timmerman
B
de archtiect
C
de conducteur
D
de loodgieter
Slide 3 - Quiz
A
de knoop
B
de tris
C
de rits
D
de tris
Slide 4 - Quiz
A
de zwarte veter
B
de zwarte riem
C
het zwarte touw
D
de zwarte schoen
Slide 5 - Quiz
Zij .................de hond
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Question ouverte
A
de nald
B
de naald
C
de naalt
D
het naald
Slide 8 - Quiz
Zij trekt ..................trui aan.
A
haar
B
onze
C
mijn
D
jouw
Slide 9 - Quiz
lastig
A
leuk
B
makkelijk
C
moeilijk
D
niet goed
Slide 10 - Quiz
de neerslag
A
regen en sneeuw
B
regen en zon
C
de droogte
D
de warmte
Slide 11 - Quiz
de hitte
A
de droogte
B
heel erg warm
C
de neerslag
D
opletten
Slide 12 - Quiz
A
de brandweer
B
de boslopers
C
de brandwachters
D
de boswachters
Slide 13 - Quiz
amper
A
veel
B
bijna niet
C
bijna
D
soms
Slide 14 - Quiz
Blij zijn dat het goed gegaan is:
A
de opluchting
B
hangt af van
C
genezen
D
schadelijk
Slide 15 - Quiz
Hij is .............
Slide 16 - Question ouverte
A
de wol
B
de kleding
C
de naald
D
de stof
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
0
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Diapositive
0
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Diapositive
0
Slide 26 - Vidéo
Slide 27 - Diapositive
0
Slide 28 - Vidéo
Sleep de afbeeldingen die passen bij het beroep piloot in dit vak.
Sleep de afbeeldingen die niet horen bij het beroep van piloot in dit vak.
Slide 29 - Question de remorquage
Sleep de afbeeldingen die passen bij het beroep van copiloot in dit vak.
Sleep de afbeeldingen die niet horen bij het beroep van copiloot in dit vak.
Slide 30 - Question de remorquage
Sleep de afbeeldingen die passen bij het beroep van steward, stewardess en purser in dit vak.
Sleep de afbeeldingen die niet horen bij het beroep van steward, stewardess en purser in dit vak.
Slide 31 - Question de remorquage
0
Slide 32 - Vidéo
Slide 33 - Diapositive
In 1927...
A
was er de eerste vlucht over de grote oceaan.
B
werd er voor het eerst gevlogen.
C
vlogen er meer dan 10 mensen in een vliegtuig.
D
werd de 1e raket naar de maan gestuurd.
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Een copiloot en
een piloot gebruiken
een autopilot.
Wat doet een autopilot niet?
een piloot gebruiken
een autopilot.
Wat doet een autopilot niet?
A
Geeft met een oranje naald de horizon aan om de vliegers te helpen.
B
Helpt met landen.
C
Neemt het vliegen over.
D
Geeft de route aan.
