ONO Blok 5 Grammatica 5.6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
3. Log in bij lessonup.app
   

Terugblik

1. Huiswerk bespreken 

2. Wat weet je nog van de vorige les?

Een bijvoeglijk naamwoord....

1. bestaat uit 3 woorden: de, het, een
2. gaat over mensen, dieren & dingen
3. geeft een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord aan

Benoem 3 lidwoorden:

Benoem het zelfstandig naamwoord in de volgende zin:

Op een zonnige dag ben ik naar het strand gegaan.

Leerdoelen:

• Ik kan  een voorzetsel in een zin herkennen en benoemen. 

Geef een voorbeeld van een voorzetsel.

00:28

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van werkwoorden.

01:06

Namen zijn voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden.

1. waar
2. niet waar

01:07

Maak een foto van een zelfstandig naamwoord.

01:20

Er zijn 3 lidwoorden: de, het, een.
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.

1. waar
2. niet waar

02:08

Een bijvoeglijk naamwoord kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.

1. waar
2. niet waar

Zelfstandige verwerking

• Brons: blz. 221, opdr. 13, 14
• Zilver: blz. 221, opdr. 13, 14
• Goud: blz. 221, opdr. 13, 14

Klaar? 

• Streep de opdrachten af op je takenkaart en kijk je werk na.
• Klik op de link in de chat om verder te oefenen. 

Evaluatie leerdoelen

Ik kan een voorzetsel in een zin herkennen en benoemen. 

Vooruitblik

In de volgende les gaan we verder met B5 Spelling.