ontspoorde zinnen, tangconstructies, foutieve samentrekkingen, foutieve inversie, foutieve beknopte bijzin, lijdende vorm, naamwoordstijl, foutieve opsomming, onvolledige zin en dubbele ontkenning
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare school
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Formuleren: stijlkwesties op zinsniveau
ontspoorde zinnen, tangconstructies, foutieve samentrekkingen, foutieve inversie, foutieve beknopte bijzin, lijdende vorm, naamwoordstijl, foutieve opsomming, onvolledige zin en dubbele ontkenning
Slide 1 - Diapositive
ontspoorde zin
Zo'n zin begint grammaticaal anders dan hij begint.
Tip: maak de zin niet te lang.
Slide 2 - Diapositive
ontspoorde zin
voorbeeld
Omdat we om zeven uur thuis moesten zijn, wilden we nog vlug even in de nieuwste attractie waar we nog niet in waren geweest omdat we waren de tijd helemaal vergeten en nu was het bijna te laat.
Slide 3 - Diapositive
oplossing: deel de zin op in kortere zinnen
Omdat we om zeven uur thuis moesten zijn, wilden we nog vlug even in de nieuwste attractie waar we nog niet in waren geweest. We waren de tijd helemaal vergeten en nu was het te laat.
Slide 4 - Diapositive
zelfstandige zinnen samenvoegen
Voeg zelfstandige zinnen niet samen, maar zet een punt en begin een nieuwe zin.
Gebruik verbindingswoorden juist:
-dat en daardoor: een nieuwe zin beginnen!
-wat en waardoor: twee zinnen worden verbonden tot één zin.
Slide 5 - Diapositive
voorbeeld
Er zijn dit jaar 64000 nieuwe studenten minder begonnen aan een hbo-opleiding, een daling van 6,6 procent, dat is te wijten aan het studieleenstelsel, menen studentenorganisaties en voor sommige jongeren is het nu te duur geworden om door te leren.
Er zijn dit jaar 64000 nieuwe studenten minder begonnen aan een hbo-opleiding, een daling van 6,6 procent. Dat is te wijten aan het studieleenstelsel, menen studentenorganisaties. Voor sommige jongeren is het nu te duur geworden om door te leren.
Slide 6 - Diapositive
verbindingswoorden
dat wat
Ik gebruik een robotstofzuiger, wat mij veel tijd bespaart.
We moeten de asielaanvraagprocedures verkorten. Dat bevordert de integratie.
Slide 7 - Diapositive
verbindingswoorden
daardoor waardoor
De trein had een uur vertraging. Daardoor kwam ik te laat op school.
Krediet opnemen werd veel te gemakkelijk gemaakt, waardoor veel mensen in de problemen zijn gekomen.
Slide 8 - Diapositive
Vul in: wat, dat, waardoor, daardoor 1. Het ijzelde, ... ik besloot thuis te blijven. 2. Het ijzelde, ... ging ik meerdere keren onderuit. 3. Ik viel zo'n vier keer van mijn fiets, ... echt heel pijnlijk was. 4. Het fietsmandje, ... ik van mijn moeder heb gekregen, is nu kapot.
Slide 9 - Question ouverte
tangconstructies
Tussen twee woorden die bij elkaar horen staat veel andere informatie.
Tangconstructies maken de zin onoverzichtelijk.
Vermijd tangconstructies.
De medewerker van het bagagedepot acht de kans dat mijn koffer door de chaotische en korte overstap in Madrid niet in A'dam is aangekomen, groot.
De medewerker van het bagagedepot acht de kans groot, dat mijn koffer door de chaotische en korte overstap in Madrid niet in A'dam is aangekomen.
Slide 10 - Diapositive
Herschrijf: Nadat ik mijn ontbijt, doorgaans bestaande uit een kom yoghurt met muesli, een kopje thee en wat onbespoten fruit van de biologische groenteboer, had genuttigd, begaf ik mij naar school.
Slide 11 - Question ouverte
foutieve samentrekkingen
goede samentrekking:
Als je in een zin woorden weglaat in plaats van ze te herhalen, spreek je van een samentrekking.
Zij ging eerst naar school en zij ging daarna naar huis.
Zij ging eerst naar school en daarna naar huis.
Slide 12 - Diapositive
regel 1 voor samentrekkingen:
het weggelaten gedeelte moet dezelfde vorm hebben.
fout: Ik heb een nieuwe dynamo en achterlicht gekocht.
de nieuwe dynamo - een nieuwe dynamo
het nieuwe achterlicht - een nieuw achterlicht
goed: Ik heb een nieuwe dynamo en een nieuw achterlicht gekocht.
Slide 13 - Diapositive
regel 2: het weggelaten gedeelte moet dezelfde betekenis hebben
Fout: Hij maakte een fout en vervolgens dat hij wegkwam.
een fout begaan
ervoor zorgen dat je wegkomt
Goed: Hij maakte een fout en vervolgens maakte hij dat hij wegkwam.
Slide 14 - Diapositive
regel 3: het weggelaten zinsdeel moet dezelfde grammaticale functie hebben
fout: De fiets heb ik tweedehands gekocht en bevalt mij erg goed.
de fiets = lijdend voorwerp en [de fiets] is onderwerp
goed: Die fiets heb ik tweedehands gekocht en [...] opgeknapt.
die fiets = lijdend voorwerp en ik = onderwerp
[die fiets]= lijdend voorwerp en [ik] = onderwerp
heb= hulpwerkwoord en [heb] = hulpwerkwoord
Slide 15 - Diapositive
zinsontleding
Ik heb hem een boek gegeven.
onderwerp= ik
lijdend voorwerp= een boek
hem= meewerkend voorwerp
heb gegeven= werkwoordelijk gezegde
Slide 16 - Diapositive
zinsontleding
Hij wordt de beste piloot van de KLM.
hij= onderwerp
de beste piloot van de KLM= naamwoordelijk deel van het gezegde
wordt= koppelwerkwoord
naamwoordelijk gezegde= wordt de beste piloot van de KLM
Slide 17 - Diapositive
foutieve samentrekkingen verbeteren
-woorden, soms in aangepaste vorm, herhalen
-verwijswoorden gebruiken
fout: Eerst zette hij koffie en daarna de televisie aan
goed: Eerst zette hij koffie en daarna zette hij de televisie aan.
fout: Hij kocht een zeldzaam boek en gravure.
goed: Hij kocht een zeldzaam boek en een zeldzame gravure.
fout: de directeur heeft de cursusleider bedankt en een fles wijn gegeven.
goed: Hij heeft de cursusleider bedankt en hem een fles wijn gegeven.
Slide 18 - Diapositive
verbeter de zin: De computer was kapot en gerepareerd.