Di 21 mei Foutieve samentrekkingen

Wie weet nog wat een samentrekking is?

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wie weet nog wat een samentrekking is?

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Slide 1 - Diapositive

Samentrekking

Beknopte bijzin

Slide 2 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Een samentrekking is het weglaten van één of meerdere woorden. Er zijn drie soorten fouten die gemaakt kunnen worden bij een samentrekking:
  • vorm klopt niet
  • betekenis klopt niet
  • grammaticale functie klopt niet

Slide 3 - Diapositive

foutieve samentrekkingen
goede samentrekking:
Als je in een zin woorden weglaat in plaats van ze te herhalen, spreek je van een samentrekking.
Zij ging eerst naar school en zij ging daarna naar huis.
Zij ging eerst naar school en daarna naar huis.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Type fouten
incongruentie
contaminatie
foutieve samentrekking
Sinterklaas had een mijter en vijf borrels op.
Ik moet die nieuwe jurk maar even aanpassen om te kijken hoe die staat
De media heeft in deze coronatijd niets interessants te vertellen
Die jongen is chirurg en onlangs verhuisd
Je kunt je opa toch wel even optelefoneren?

Slide 6 - Question de remorquage

foutieve samentrekking
foutieve beknopte bijzin
foutieve inversie
ontspoorde zin
tangconstructie
Zij blies de ballon op en de kaars uit.
Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
Ik heb haar geschreven maar heeft ze nog niet gereageerd.
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.
De veertien uit het buitenland afkomstige, ter dood veroordeelde gevangenen.
Joris kondigde aan dat hij om verdere problemen te voorkomen, nu hij toch een kamer kon krijgen, weg te gaan.

Slide 7 - Question de remorquage

Foutieve samentrekking -getal
Foutieve samentrekking betekenis
Foutieve samentrekking gram. functie
Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken. 
Marcel heeft zijn vriendin gefeliciteerd en een cadeau gegeven.
Paul is ziek en naar huis gegaan.

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is een samentrekking?
A
Herhaalde woorddelen/woorden/zinsdelen weglaten
B
Twee woorden of uitdrukkingen die je door elkaar gooit
C
Een bijzin waarbij het niet duidelijk is wie de handeling uitvoert
D
Een hoofdzin die het onderwerp bevat van de bijzin

Slide 9 - Quiz

Welke samentrekking is goed?
A
De cake is klaar en gaan we meteen opeten.
B
De kortingsactie geldt in alle HEMA-winkels en ook voor aankopen via de website.
C
Oma zette een kopje thee en opa de kopjes op tafel.
D
In Huize Avondrood wordt niet meer zelf gekookt, maar nog wel maaltijden geserveerd.

Slide 10 - Quiz

In welke zinnen wordt samentrekking gebruikt?
A
De docent nam afscheid en bedankte al zijn collega’s voor het prachtige cadeau.
B
Studenten hebben alleen maar zomervakantie en meivakantie.
C
Hij liep naar huis en deed de afwas.
D
Ik heb met de hond gewandeld en ik heb mijn huiswerk gemaakt.

Slide 11 - Quiz

Wat is geen samentrekking?
A
huis-, tuin- en keukenspullen
B
blauwe en groene schoenen
C
hotel-restaurant
D
kook- en bakboeken

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van de samentrekking?
A
tekstbericht of spraakbericht
B
tekstbericht of spraak-
C
tekst- of spraakbericht
D
tekst of spraakbericht

Slide 13 - Quiz

Foutieve samentrekking of niet?
Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking:

Slide 14 - Quiz

Welke samentrekking is goed?
A
Anne maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
B
Jan spaart voor motorrijles en Anne voor rijles.
C
Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al af.

Slide 15 - Quiz

Huiswerk voor do 25 mei
Je herkent een foutieve samentrekking
Blok 6 Grammatica.

Maken opdracht 1 t/m 3




Slide 16 - Diapositive