H4 - Zwangerschap

Hoofdstuk 4 Voortplanting

Zwangerschap

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Voortplanting

Zwangerschap

Slide 1 - Diapositive

Deborah heeft gisteren onveilige seks gehad. Ze denkt dat ze wellicht zwanger kan zijn. Wat kan zij doen om toch niet zwanger te raken?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Waarom werkt coitus interruptus niet?

Slide 4 - Question ouverte

Waarom werkt periodieke onthouding niet?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De eerste 12 weken is het een embryo
Alle organen worden nu ontwikkeld.



Na 12 weken noem je het een foetus.
Vanaf nu groeit het ongeboren kind vooral.
Embryo of foetus?

Slide 11 - Diapositive

Bron 2

Slide 12 - Diapositive

Hoe noem je een ongeboren kind van 10 weken?
A
Foetus
B
Eicel
C
Embryo
D
Geen van allen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat verandert er bij de vrouw?

  • Na 20 weken wordt haar buik dikker
  • Haar organen komen in de verdrukking; daardoor moet ze vaker naar de wc en kan ze benauwd zijn.
  • De melkklieren groeien zodat ze straks moedermelk kan geven, hierdoor worden haar borsten groter.

Slide 18 - Diapositive

Waar blijven de organen?

Slide 19 - Diapositive

Bron 3

Slide 20 - Diapositive

Waardoor worden de borsten van een vrouw groter als ze zwanger is?
A
Hormonen stapelen zich op in de borsten
B
De melkklieren groeien
C
Er zit melk in de borsten
D
Er worden vetreserves opgeslagen

Slide 21 - Quiz

Vruchtwater en vruchtvliezen
  • Vruchtwater beschermt de baby tegen stoten en schokken.
  • Om het vruchtwater heen zitten de vruchtvliezen


Bron 4:

Slide 22 - Diapositive

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Door de navelstreng lopen drie bloedvaten. 
Via de navelstrengader gaan alle stoffen die het embryo nodig heeft van de moeder naar het embryo.
Via de twee navelstrengslagaders gaan afvalstoffen, zoals CO2 van het kindje naar de moeder.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 23 - Diapositive

Placenta en navelstreng
De foetus drijft in de baarmoeder. Via de navelstreng is de foetus verbonden aan de placenta. Die groeit aan de baarmoederwand.
In een deel van de placenta lopen de bloedvaten van de moeder, en in een deel lopen de bloedvaten van de foetus.
Wanneer de bloedvaten dicht langs elkaar liggen kunnen ze stoffen uitwisselen.
De moeder en de foetus delen dus NIET hetzelfde bloed. Ze kunnen ook een hele andere bloedgroep hebben.

Slide 24 - Diapositive

Navelstreng
Door de navelstreng lopen drie bloedvaten:
1 navelstrengader en 2 navelstrengslagaders.


Via de navelstrengader gaan alle stoffen die het embryo nodig heeft van de moeder, zoals voedingsstoffen en zuurstof.


Via de navelstrengslagaders gaan afvalstoffen, zoals koolstofdioxide, van het kindje naar de moeder.

Slide 25 - Diapositive

Schadelijke stoffen
Schadelijke stoffen

Slide 26 - Diapositive

Risico's
Schadelijke stoffen, zoals nicotine, alcohol en drugs.

Gevolgen:
  • Beperkte groei
  • FAS, Foetaal Alcohol Syndroom (hersenen groeien niet goed)
  • Verstandelijke beperking
  • Embryo/foetus kan zelfs doodgaan (Miskraam)

Slide 27 - Diapositive

Waar dient vruchtwater voor?
A
Voeding voor de baby.
B
Het is een bijproduct, het heeft geen nut.
C
Daar wordt het bloed gezuiverd.
D
Ter bescherming van de baby.

Slide 28 - Quiz

Navelstrengader
Navelstrengslagaders
Via welke ader(s) worden de volgende stoffen getransporteerd?
Zuurstof
Voedingsstoffen
Afvalstoffen

Slide 29 - Question de remorquage

Noem een schadelijk gevolg van alcohol, drugs of roken:

Slide 30 - Question ouverte

Een zwangerschap duurt
 40 weken

Slide 31 - Diapositive

Indalingsweeen.
In de laatste weken daalt de baby met het hoofdje naar beneden, tussen de bekken. Het ligt
nu klaar voor de bevalling. (Bron 8)

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

De bevalling in 3 fasen:
Ontsluiting
Door ontsluitingsweeën gaat de baarmoedermond open.
Vlak voor of tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen en gaat het vruchtwater via de vagina
naar buiten.
Uitdrijving
Door persweeën wordt de baby door de vagina
naar buiten geduwd.
Nageboorte
Een wee duwt de placenta met vruchtvliezen en
resten van de navelstreng naar buiten.

Slide 34 - Diapositive

0

Slide 35 - Vidéo

Na de geboorte
De baby begint direct met ademen,
daarom wordt het mondje gauw schoongemaakt.
De navelstreng wordt met twee klemmetjes
afgeklemd, daartussenin wordt hij
doorgeknipt. Het stukje navelstreng dat nog aan
de baby vastzit, valt binnen een paar dagen af.

De baby gaat moedermelk drinken.

Slide 36 - Diapositive

Hoe noem je het litteken dat overblijft na het afvallen van de navelstreng?

Slide 37 - Question ouverte

Hoe noem je het orgaan bij de rode pijl?

Slide 38 - Question ouverte

Noem een stof die schadelijk is voor een ongeboren kind:

Slide 39 - Question ouverte

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 40 - Question de remorquage

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Wat vond je het leukste wat je deze paragraaf geleerd hebt?

Slide 45 - Question ouverte