6.7 Energiestromen in een ecosysteem

Wat gaan we doen?
Herhaling 5.8
Uitleg 6.7
Huiswerk 6.7 maken

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Herhaling 5.8
Uitleg 6.7
Huiswerk 6.7 maken

Slide 1 - Diapositive

Herhaling vorige les
1. Wat is het verschil tussen homozygoot en heterozygoot?


2. Wat is het verschil tussen dominant en recessief? 
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

B7 Energiestromen in een ecosysteem
* Je kunt de energiestroom in een ecosysteem beschrijven

* begrippen: 
- autotroof/heterotroof
- trofisch niveau
- energiestroom
- energierijke stof

Slide 3 - Diapositive

6.7 Autotroof en heterotroof
Dit is een aantekening

Slide 4 - Diapositive

Trofisch niveau
  • Trofisch niveau = plaats in de voedselketen 
  • Het eerste trofisch niveau bestaat uit autotrofe organismen

Trofisch niveau:   1                     2                 3                      4
Dit is een aantekening

Slide 5 - Diapositive

eerste trofische niveau
tweede trofische niveau
derde trofische niveau
vierde trofische niveau

Slide 6 - Diapositive

Aan het werk + huiswerk
Geef de betekenissen van deze begrippen:
- autotroof/heterotroof
- trofisch niveau
- energiestroom
- energierijke stof

Als je klaar bent kan je van basisstof 6.7 de opdracht 1en  t/m 8 maken

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

                Energiestroom
doorgeven van energie tussen
trofische niveaus

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

                Energiestroom: doorgeven    van  energie tussen 
trofische niveaus



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Verschillen tussen dieren
Warmbloedige dieren hebben veel meer energie nodig om te blijven leven dan koudbloedige dieren.
Koudbloedige dieren gaan dus efficienter met hun voedsel om en kunnen meer energierijke stoffen omzetten in bouwstoffen = groei.



Slide 12 - Diapositive

Efficientie
Voor 1 kg vlees is gemiddeld 5 kg plantaardig voer nodig.
Voor 1 kg insectenvlees is 2 kg plantaardig voer nodig.




Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo