A3A Keuzevoorzetsels

Grammatik I
Keuzevoorzetsels
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatik I
Keuzevoorzetsels

Slide 1 - Diapositive

In welke naamval moet "in het gordijn" staan in de volgende zin? De kat hangt in het gordijn.

Slide 2 - Question ouverte

In welke naamval moet "op volgende week" staan in de volgende zin? Ik verheug me op volgende week.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Regels
1. Als je kunt vragen "wo" of "wann", oftewel er is sprake van een toestand, gebruik je de 3e naamval.
2. Als je kunt vragen "wohin", oftewel er is sprake van een beweging, gebruik je de 4e naamval.
3. Pas als de bovenste twee regels niet opgaan, gebruik je de 7/2 regel: bij "auf" of "über" de 4e naamval, bij de rest de 3e. 


Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden
1. Wir sitzen in dem Bus. > Je kunt vragen "wo", dus: 3e naamval.
2. In dieser Woche haben wir eine Prüfung. > Je kunt vragen "wann", dus: 3e naamval.
3. Wir steigen in den Bus. > Je kunt vragen "wohin", er is sprake van een beweging, dus: 4e naamval.
4. Sie freut sich auf die Party. > Geen wo/wann/wohin, dus 7/2-regel: auf, dus 4e naamval.
5. Er warnte uns vor dem schlechten Wetter. > Geen wo/wann/wohin, dus 7/2-regel: vor, dus 3e naamval.

Slide 6 - Diapositive

Instructies
Voor de volgende opdrachten heb je een naamvallenblad nodig. Gebruik bijvoorbeeld je boek op blz. 388/389.

Slide 7 - Diapositive

Heute Abend gehen wir (naar de) Kino (o).

Slide 8 - Question ouverte

Habt ihr noch (over het) Ergebnis (o) geredet?

Slide 9 - Question ouverte

Zweifelst du (aan dit) Bericht (m)?

Slide 10 - Question ouverte

Wir setzen uns (naast hun) Freunde.

Slide 11 - Question ouverte

Wir haben (op het) Bahnhof (m) gegessen.

Slide 12 - Question ouverte

Wir haben ganz lange (op jullie) gewartet!

Slide 13 - Question ouverte

Begrijp je de regels over de keuzevoorzetsels?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Kun je de regels over de keuzevoorzetsels toepassen?
A
ik denk het wel
B
ik denk het niet
C
zeker weten
D
nee

Slide 15 - Quiz

Maak een (Duitse) zin bij het plaatje. Gebruik ten minste één keuzevoorzetsel!

Slide 16 - Question ouverte

Maak een (Duitse) zin bij het plaatje. Gebruik ten minste één keuzevoorzetsel!

Slide 17 - Question ouverte

Nog vragen, opmerkingen, ideeën? Plaats ze hier!

Slide 18 - Question ouverte

Zum Schluss

Slide 19 - Diapositive