2.1 Schaal en schaallijn

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf 2.1 Schaal en schaallijn

Voorkennis

Wat weet je al?

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein

km

dam

cm

mm

m

hm

dm

Welke zijde is de lange zijde?

1. AB
2. BC
3. AC

De stelling van Pythagoras mag ik toepassen in elke driehoek.

1. Waar
2. Niet waar

Lesdoelen

• Je leert wat windrichting zijn. 
• Je leert om te gaan met koersen. 
• Je leert wat schaal betekend. 
• Je leert wat vogelvlucht betekend. 
• Je leert hoe je een lengte van een weg in te schatten. 

Uitleg theorie

Belangrijk! Leren met YouTube

• Kijk naar de filmpjes van Math with Menno op YouTube voor uitleg.
  
• Math with Menno legt moeilijke wiskundige concepten op een eenvoudige manier uit.
  
• Wat moet je doen na het kijken van een filmpje?
  
• Oefenen, oefenen, oefenen: Het is heel belangrijk dat je na het kijken van de filmpjes zelf aan de slag gaan met oefenopgaven.
  
• Stel vragen: Als er iets niet duidelijk is, vraag dan hulp van je leraar of klasgenoten.
• De filmpjes zijn een startpunt: Gebruik de filmpjes om te beginnen met leren, maar vertrouw niet alleen op de filmpjes. Het echte begrijpen komt van het zelf doen van de opgaven.

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Je kan het!

Enkele oefeningen...

Wat bedoelen we met hemelsbreed?

1. We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
2. We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
3. We gaan in een rechte lijn van A naar B
4. Geen van de gegeven antwoorden is juist

De afstand tussen Landgraaf en Amsterdam is
220 km. Op de kaart heb je een afstand van 11 cm gemeten.
De schaal van de keert is dan?

1. 1 : 200.000
2. 1 : 20.000
3. 1 : 2.000.000
4. 1 : 2000

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................

1. 1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
2. 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
3. 2 = 30.000
4. 1 cm op de kaart is 150 meter in het echt

De schaal is 1:400. Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 400
3. 0,4
4. 4000

Het wordt 5 keer groter in werkelijkheid. Wat is de schaal?

1. 1:5
2. 5:1
3. x5
4. 5x100

Schaal is 1:400
Hoe spreek je dit uit?

1. 1 dubbele punt 400
2. 1 2 stipjes 400
3. 1 gedeeld door 400
4. 1 staat tot 400

De schaal is 1:500.
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 500
2. 0,05
3. 250
4. 50

Schaalmodel: 10 cm. In werkelijkheid: 50 cm.
Wat is de schaal?

1. 1:50
2. 10:50
3. 1:4
4. 1:5

Schaalmodel: 10 cm.
In werkelijkheid: 50 cm.

Wat is de schaal?

1. 1:5
2. 1:50
3. 1:4
4. 10:50

De modelauto heeft een schaal van 1 : 25.
Het model is 15 cm lang.

Hoe groot is de auto in het echt?

1. 2,75 m
2. 375 m
3. 2,75 cm
4. 3,75 m

Wat is een schaal?

1. verkleining van de werkelijkheid
2. vergroting van de werkelijkheid
3. verhouding tussen het model en het origineel
4. een kopie tussen het model en de het origineel

schaal 1 : 2 000 000
betekent

1. 1 cm is 200 m
2. 1 cm is 2 km
3. 1 cm = 20 km
4. 1 cm is 200 km

Wat betekent de schaal 1 : 50.000

1. 1cm is in werkelijkheid 50.000 cm
2. 1m is in werkelijkheid 50.000 meter
3. 1 cm is in werkelijkheid 500 cm
4. 1m is in werkelijkheid 50.000 cm

Bereken de schaal
waarmee het model
van deze Boeing
is gemaakt.

1. 1 : 2
2. 1: 200
3. 1 : 500
4. 1: 50

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................

1. 1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
2. 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
3. 2 = 30.000
4. 1 cm op de kaart is 150 meter in werkelijkheid

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Wat kun je berekenen met de schaallijn?

1. Afstand hemelsbreed
2. Afstand werkelijk
3. Niks
4. Hoe snel een auto gaat

Hoe heet dat
zwart/witte ding?

1. een lijn
2. een schaal
3. een lineaal
4. een schaallijn

Vraag 10
Hiernaast zie je een schaallijn. Welke schaal hoort hier bij?

1. 1 : 4
2. 1 : 40
3. 1 : 400
4. 1 : 400 000

5. Welke schaal hoort bij deze schaallijn? Ga er vanuit dat 1 stukje 1 cm is!

1. 1 : 25
2. 1 : 25000
3. 1 : 2500
4. 1 : 250

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?

1. 1:200
2. 1:1200
3. 1:20000
4. 200:1200

Welke schaal hoort bij welke kaart?

Onthoud: hoe kleiner het getal is, 

hoe meer gedetailleerd de kaart is.

1 : 25 000

1 : 400 000

1 : 75 000

Wandelkaart

Autokaart

Fietskaart

Schaal: 1:50

Schaal 1:100

Schaal 1:25

400 mm in het echt is 8 mm op schaal

5 mm op schaal is 500 mm in het echt

50 mm in het echt is 2 mm op schaal

Huiswerk

Maak in deze les:

Opgave 1/2/3/5/7

Opgave 9 t/m 13

Opgave 16

Lees Theorie A en B (maak aantekeningen)

Succes!

Lesafsluiting

• Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

• Klaar voor de quiz? 

Er staat een zuidenwind.
In welke richting blaast deze wind?

1. zuiden
2. oosten
3. westen
4. noorden

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?

1. westen
2. zuiden
3. oosten
4. noorden

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?

1. noordoost
2. zuidwest
3. oostwest
4. zuidoost

Tot ziens iedereen