§4.6 schaallijn

Welkom
Paragraaf 4.6 Schaallijn

Leg bladzijde 165 voor je open!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Paragraaf 4.6 Schaallijn

Leg bladzijde 165 voor je open!

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
Je berekent welke schaal bij een schaallijn hoort. 

Je rekent met een schaallijn. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog?
Herhaling paragraaf 4.5. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is de vuistregel over hemelsbreed en de afstand over de weg?

Slide 4 - Question ouverte

Hoeveel km loop je in een uur?

Slide 5 - Question ouverte

Hoeveel km fiets je in een uur?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de vergrotingsfactor?

1 : 500 000
A
500 000
B
500
C
1
D
10

Slide 7 - Quiz

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Lien

Schaal
Vuistregels uit 't hoofd leren

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Stappen:

1. Afstand in cm opmeten.
2. Kijk op de schaallijn hoeveel 1 cm in km is.
3. Vermenigvuldig de gemeten afstand met hoeveel 1 cm in km is. 
4. Bereken de afstand over de weg met de vuistregel.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Maak de testopgave op bladzijde 166 en noteer hieronder je antwoord en de berekening.

Slide 16 - Question ouverte

Op een kaart is 1 cm = 2 km. Hoeveel km is 4,5 cm op de kaart?

Slide 17 - Question ouverte

Op een kaart is 1 cm = 5 km. De afstand tussen twee dorpen is 3,2 cm op de kaart. Hoe ver zijn ze in het echt van elkaar?

Slide 18 - Question ouverte

Op een kaart is 1 cm = 10 km. Hoeveel cm op de kaart is een afstand van 40 km?

Slide 19 - Question ouverte

Op een kaart is 1 cm = 4 km. Hoeveel km is 0,5 cm op de kaart?

Slide 20 - Question ouverte

1 cm = 4 km. Wat is de schaal?

A
1:4.000
B
1:40.000
C
1:4.000.000
D
1:400.000

Slide 21 - Quiz

Als de schaal 1:250.000 is, hoeveel km is 1 cm op de kaart?

A
0,25 km
B
25 km
C
2 km
D
2,5 km

Slide 22 - Quiz

Schaal: 1:50
Schaal 1:100
Schaal 1:25
400 mm in het echt is 8 mm op schaal
5 mm op schaal is 500 mm in het echt
50 mm in het echt is 2 mm op schaal

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe bereken je de schaal van een tekening?
Meet in de tekening de lengte van een voorwerp waar je de werkelijke afmeting van wil weten.
Vul de getallen in bij de pijlenketting. Zorg dat je dezelfde lengtemaat gebruikt.
Bereken de factor.
Schrijf de schaal van de tekening op.

Slide 24 - Question de remorquage

schaal 1 : 120
schaal 1 : 2500
schaal 1 : 10000

Slide 25 - Question de remorquage