Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Deze les
Maak opdracht 13 in stilte (12 minuten)
2 minuten overleggen.
timer
12:00
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen paragraaf 3.4
1.Je kunt twee gevolgend noemen van de economische crisis in de VS.
2. Je kunt uitleggen dat de crisis in de Verenigde stagen ook gevolgen had voor de mensen in Europae kent.
3: Je kunt uitleggen waarom na 1929 de populariteit van het fascisme in Europa groeide.
Slide 2 - Diapositive
Deze les
De economische wereldcrisi
3. 4 blz 168 t/m 173
opdracht 1 t/m 6
Lezen blz 169/172
Slide 3 - Diapositive
3.4
De economische wereldcrisis
1929
Slide 4 - Diapositive
Interbellum
Slide 5 - Diapositive
Crisis in de wereld
vanaf 1929
Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 6 - Diapositive
In de jaren 20 kopen veel Amerikanen aandelen.
Slide 7 - Diapositive
In de jaren 20 kopen veel Amerikanen aandelen
Prijs van aandelen stijgt boven de werkelijke waarde
Slide 8 - Diapositive
In de jaren 20 kopen veel Amerikanen aandelen
Prijs van aandelen stijgt boven de werkelijke waarde
Beurskrach 1929: sterke daling van de prijs van aandelen
Slide 9 - Diapositive
Beurskrach zorgt voor wereldcrisis Wereldhandel valt stil.
De VS willen geleend geld terug van Duitsland. (Dawesplan)
Duitsland wordt extra hard getroffen door de wereldcrisi
Slide 10 - Diapositive
Crisis in Europa
De crisis was ook te merken in Europa
In Nederland werd 1/3 werkloos
In Duitsland was geld helemaal niks meer waard
Het werd gebruikt als behang, speelgoed of brandhout
Er is een verhaal van een Duitser die in een kruiwagen zijn loon kreeg. Voordat hij naar huis ging, ging hij naar de kroeg. De kruiwagen bleeg buiten staan. Toen hij weer buiten kwam, was de kruiwagen gestolen en het geld achtergelaten.
Slide 11 - Diapositive
arbeid
loon/ meer mensen werken
consumeren (kopen)
produceren
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Vidéo
1933: President Roosevelt
Slide 15 - Diapositive
1. Maak de vragen 2, 3 en 4
2. Lees blz 172
3. Maak de vragen 5 en 6. (Oortjes bij? Kijk dan deze video)
Klaar? Lees blz 173 en 174
Ga verder aan de snelhechter
Slide 16 - Diapositive
Weet je nu...
Je kunt twee gevolgen noemen van de economische crisis in de VS.
Je kunt uitleggen dat de crisis in de VS ook gevolgen had voor Europa
Slide 17 - Diapositive
3.4: De opkomst van het fascisme
Slide 18 - Diapositive
Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.
Slide 19 - Quiz
Vorige les
interbellum (periode tussen 1918 en 1939)
Vrede van Versailles
Economische crisis
Gevolgen.
Slide 20 - Diapositive
Leerdoelen paragraaf 3.4
1: Je kunt twee gevolgen noemen van de economische crisis
2: Je kunt uitleggen dat de crisis in de Verenigde stagen ook gevolgen had voor de mensen in Europae kent.
3: Je kunt uitleggen waarom na 1929 de populariteit van het fascisme in Europa groeide.
Slide 21 - Diapositive
noem een gevolg van de economische crisis in de V.S.
Slide 22 - Question ouverte
Welke gevolgen had de crisis voor Europa?
Slide 23 - Question ouverte
Inleiding
In Europa kwamen in de jaren 20 en 30 nieuwe politieke stromingen op. Deze waren bepalend voor het verloop van de rest van de tijd van de Wereldoorlogen (1900-1950)
Slide 24 - Diapositive
communisme
anti democratisch
tegen het kapitalisme
geen markteconomie
is goed voor een kleine elite
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Fascisme
Kenmerken fascisme:
Eén leider principe
Extreem-nationalistisch:.
Het volk is een sterke eenheid. Voor andersdenkenden is geen plaats.
Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
ook:
militaristisch
Antidemocratisch
Slide 27 - Diapositive
Nationaal-Socialisme
Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld
Ook wel: nazisme genoemd
De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd
De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch
Slide 28 - Diapositive
Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
(waarom kon het nationaal socialisme zo groot worden?
Het vertrouwen in het nieuwe land (democratie) is laag.
Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen
Slide 29 - Diapositive
Kenmerken van nationaal-socialisme
Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.
Rassenleer en antisemitisme
Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.
Alle Duitsers in één groot rijk
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
https:
Slide 32 - Lien
Welk land kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Sovjet-Unie
Slide 33 - Quiz
Wat was géén oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Religie
D
Wapenwedloop
Slide 34 - Quiz
1
2
3
4
5
6
Vrede van Versailles
De VS doet mee aan WOI
Duitse Keizerrijk wordt uitgeroepen in Versailles
Moordaanslag Franz Ferdinand
Wapenstilstand WOI
Rusland trekt zich terug uit de oorlog
Slide 35 - Question de remorquage
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?
A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.
Slide 36 - Quiz
Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?
A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht
Slide 37 - Quiz
WOI
WOII
Interbellum
Slide 38 - Question de remorquage
Passen de uitspraken bij het communisme?
Hieronder lees je een aantal dingen die mensen zeggen over het communisme. Past het er wel of niet bij?
Wel communisme
Geen communisme
"Er is een groot verschil tussen arme en rijke mensen."
"Ik mag zelf bepalen wat er wordt gemaakt in mijn fabriek."
"Ik krijg als boer even veel betaald als een dokter."
" Elke vijf jaar word er besloten wat we moeten maken in de fabriek."
Slide 39 - Question de remorquage
Kies de kenmerken van het fascisme
FASCISME
Democratie
Een sterke en machtige leider
Het toepassen van geweld
Gelijkheid
Persvrijheid
Censuur
Totalitair
Slide 40 - Question de remorquage
Maak de juiste combinaties
Italië
Sovjet-Unie
Duitsland
nationaalsocialisme
communisme
fascisme
Slide 41 - Question de remorquage
Vredesonderhandelingen
in Parijs
1919
Een wapenstilstand is nog geen vrede. Hierover werd
tussen januari en juni 1919 onderhandeld in Versailles.
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Verdrag?! Dictaat!
In Duitsland is grote onvrede en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles.
Een dictaat is iets dat je MOET doen. Duitsland moest ondertekeken.
Slide 44 - Diapositive
Gevolgen van de wapenstilstand en de vrede
Oprichting Republiek van Weimar (Eerste democratie in Duitsland)
Slide 45 - Diapositive
Gevolgen
Opkomst van Hitler: hij speelt in op de Duitse onvrede over het Verdrag van Versailles
Uiteindelijk ook de Tweede Wereldoolog, waarbij Hitler er alles aan zou doen om de gevolgen van het Verdrag van Versailles te vernietingen...en daarin ook slaagt.
Slide 46 - Diapositive
Armoede
De herstelbetalingen waren zo hoog, dat er een enorme armoede kwam
Slide 47 - Diapositive
Wapenstilstand
11-11-1918, 11 uur
De vrede met de Russen had er niet voor gezorgd dat de Duitsers
de oorlog het Westfront konden winnen.
Uiteindelijk zorgt de komst van de Amerikanen voor de doorslag:
na vier jaar is het voorbij voor Duitsland
Slide 48 - Diapositive
Welke landen?
Engeland
Frankrijk
Verenigde Staten
Duitsland mocht als verliezer niet meepraten
Rusland, dat zijn bondgenoten in de steek had gelaten, was ook niet uitgenodigd
Slide 49 - Diapositive
Verdrag van Versailles (1)
Uitgangspunt: Duitsland is de schuldige.
Duitsland moet veel grondgebied afstaan (10%)
Duitsland mag geen leger aan de grens plaatsen.
Duitsland moet het leger verkleinen tot 100.000 man