les 5 De Aarde en IK M2A en intro eindop

• Wereldcampus
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

De Aarde en IK!

Les 5 

Startklaar 1

Telefoon

• De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie. 
• Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing. 
• De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen. 
• Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro). 
• Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.  

Startklaar 2

Lesplanning

- Terugblik Planetary bounderies & Ecologische voetafdruk

- Lezen
- Leerdoelen 

- Versterkt broeikasgaseffect

- Opdracht

- Uitleg over Eindopdracht
- Afsluiting

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Terugblik

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Wat zijn planetary boundaries?

1. Grenzen van onze stad om het leefbaar te houden
2. Grenzen van de aarde om de aarde stabiel te houden
3. Grenzen van de aarde om de aarde af te breken
4. Grenzen voor de maximum snelheid

Hoeveel planetary boundaries zijn er?

1. 5
2. 7
3. 9
4. 17

Wat betekent het verlies van biodiversiteit?

1. We verliezen steeds meer planten en dierensoorten
2. We verliezen steeds meer grondstoffen en voedsel
3. We verliezen steeds meer verschillende biologische producten
4. We verliezen, steeds meer!

Wat is de ecologische voetafdruk?

1. De voetafdruk van ieder mens nadat ze zijn gaan wandelen
2. Hoeveel grond en zuurstof nodig is voor één persoon.
3. Hoeveel grond en water er nodig is voor één persoon.
4. Hoeveel water en zuurstof nodig is voor één persoon.

Huiswerk: je ecologische voetafdruk meten

Hoeveel aardbollen hebben wij nodig voor jouw levensstijl?

Wat ga je doen: Doe de test op "voetafdruktest.wwf.nl"

Schrijf op hoeveel aardbollen nodig zijn voor jouw levensstijl

Stel vragen hierover aan de leerlingen. Hoe ziet de cultuur van Den Haag eruit? Of hoe ziet de cultuur op school eruit?

Wat kan ik anders doen?

Voeding: minder vlees, biologisch eten, minder verspillen.

Lifestyle: deuren dicht, verwarming lager, korter douchen. 

 d

En hoe groot is jullie aardbol? En wat kun jij anders doen??

LEZEN 10 min

Leesmoment

https://npokennis.nl/longread/7947/moeten-we-allemaal-insecten-gaan-eten

Vragen:

• Hoe duurzaam is het eten van insecten? Geef 3 redenen
• Zou jij insecten eten en leg uit waarom.

      Lesdoelen

• Jullie weten wat het versterkt broeikaseffect is en wat het gevolg is de omgeving en biodiversiteit.

• Jullie kennen maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.

• Jullie weten wat de eindopdracht inhoudt.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Kijkvragen

1) Wat zijn broeikasgassen? 

2) Hoe komt het methaan-broeikasgas in de lucht? 

3) Noem 3 oorzaken voor de uitstoot van nog meer broeikasgassen
    sinds 250 jaar geleden?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Kijkvragen

1) Wat zijn broeikasgassen? 

2) Hoe komt het methaan-broeikasgas in de lucht? 

3) Noem 3 oorzaken voor de uitstoot van nog meer broeikasgassen
     sinds 250 jaar geleden?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Schrijf op 

Versterkt broeikaseffect: de uitstoot van nog meer broeikasgassen door activiteiten van mensen. Bijvoorbeeld: uitstoot door brandstofmotoren, fabrieken en vee-industrie. 

Gevolgen?  Extra opwarming van de aarde, klimaatverandering,
stijging van de zeespiegel, bosbranden, verlies van biodiversiteit., enz. 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat zou je kunnen doen? 

Bedenk klimaat maatregelen = oplossingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Bedenk oplossingen rond elk van de drie begrippen hieronder. Geef bij elk twee voorbeelden. 

• Vervoer
• Voeding
• Kleding

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

    Begrippen uit deze les

• Broeikasgassen
• Versterkt broeikasgaseffect
• Klimaat maatregelen

Eindopdracht

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

Jullie gaan zelf onderzoek doen!   

Hoe dan?!?!?!? 

1)  Nadenken over het onderwerp
2) Bedenken van onderzoeksvragen en hypothese
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")
4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken
5) Conclusies schrijven en vragen bij 2) beantwoorden.  

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

   1)  Nadenken over het onderwerp

Kies uit: 

- verbruik van gas
- verbruik van water
- verbruik van electriciteit 
- productie van afval 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

                                               

VOORBEELD 1: 

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

                                               

VOORBEELD 2: 

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

   1)  Nadenken over het onderwerp

Kies uit: 

- verbruik van gas
- verbruik van water
- verbruik van electriciteit 
- productie van afval 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

  2) Bedenken van onderzoeksvragen en hypothese

"Hoeveel glasafval produceren wij 
wekelijks?"

"Hoeveel glasafval brengen wij naar
de glasbak"
"Als we beter scheiden, zal het restafval afnemen met 10%"

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken

5) Conclusies schrijven en vragen bij 2)  (= onderzoeksvragen en hypothese) beantwoorden.  

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Huiswerkopdracht

   1)  Nadenken over het onderwerp

Kies uit: 

- verbruik van gas
- verbruik van water
- verbruik van electriciteit 
- productie van afval 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting

- Zijn er nog vragen?

- Wat moet je de volgend keer meenemen:
   werkboekje in werkmap 
   

- Rustig je tas inpakken, je plek netjes achterlaten
   Tot volgende week!

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Groepsopdracht

Bedenk een project in school om onze ecologische voetafdruk te verkleinen. 

Hoe dan?!?!?!? 

1)  DOEL: Met je groepje nadenken over het DOEL
2) AANPAK: Bedenk hoe jullie het doel gaan bereiken (wat moet er anders?)
3) WIE moeten meedoen, wat heb je nodig zodat het lukt
4) CHECK: wanneer en hoe aan jullie CHECKEN of het doel is bereikt?
5) Vul het werkblad in en geef je project een leuke naam.  

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Voorbeeld

1)  DOEL:  verbruik van van elektriciteit (stroom) verminderen 

2) AANPAK: wanneer het heel licht is in de klas kunnen de lampen uit
3) WIE: leerlingen/docenten. Met een bericht op intranet, via Teams en
     met posters in de school kun je iedereen vragen mee te doen
4) CHECK: je kunt het 3 maanden proberen en daarna op de meters checken
    of het verbruik minder is geworden, en of de kosten van stroom lager zijn
5) NAAM:  projectnaam "Lights off" 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Groepsopdracht

- 20 minuten aan werken
- zachtjes overleggen met elkaar 
- per groepje de volgende rollen:  kapitein - schrijver - verteller - 
   de anderen praten goed mee en letten op dat de schrijver alles goed invult
- overleg goed met elkaar, zorg dat iedereen kan meepraten en meedoen

- de volgende les vertellen jullie de klas kort over jullie project! 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Groepsopdracht

Groep 1:  Adam, Ebrar, Naoufel, Nusaiba, Sara

Groep 2: Anas, Dounia, Ilyes, Melisa, Tuana V. 

Groep 3: Berat, Inara, King Wing, Sinem, Tuana C. 

Groep 4: Berkay, Ensar, Mariam, Mina, Wirishya, Yagmur. 

Wie is kapitein, schrijver, verteller ?? De rest denkt en doet ook goed mee!

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Veel succes!!!

Bedenk een project in school om onze ecologische voetafdruk te verkleinen. 

Hoe dan?!?!?!? 

1)  Met je groepje nadenken over het DOEL
2) Bedenken HOE jullie het doel gaan bereiken (wat moet anders?)
3) Bedenken WIE moeten meedoen, wat heb je nodig zodat het lukt
4) Bedenken wanneer en hoe je gaat CHECKEN of het doel is bereikt?
5) Vul het werkblad in en geef je project een leuke naam.  

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

whimsical.com