leestekens

De leestekens
de punt  .

liggend streepje - 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De leestekens
de punt  .

liggend streepje - 

Slide 1 - Diapositive

punt of vraagteken:

Elke zin heeft een punt of vraagteken:

We zijn thuis. 
Hoe laat zijn jullie thuis?

Hoofdletters:

1.Elke zin begint met een hoofdletter: 
Onze dochter is tien jaar.
2.
Voornamen en achternamen hebben hoofdletters: 
David Mulder

 3. Namen van landen en plaatsen hebben hoofdletters:
Amsterdam
Nederland

 Dit is de moeder van Anna Jansen. 
Anna woont in Nederland. Ze woont in Maastricht.
Pas op !
4. Namen van maanden, dagen en windrichtingen hebben geen hoofdletter

westen, januari, woensdag

Slide 2 - Diapositive

Dubbele punt    Aanhalingstekens     Haakjes 
Ik houd niet van: uien, paprika, kool en haring.
Hij zei: "Ga toch weg!"
Het meisje gaat morgen naar haar nieuwe groep(klas 1).

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

de leestekens
het vraagteken

Slide 5 - Diapositive

het uitroepteken
de komma

Slide 6 - Diapositive

de aanhalingstekens
de haakjes

Slide 7 - Diapositive

de dubbele punt
de apostrof       '

Slide 8 - Diapositive

Hoofdletter?
A
Maandag
B
maandag

Slide 9 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 10 - Quiz

Hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 11 - Quiz

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
'beste mevrouw van vliet,'

Slide 12 - Question ouverte

Voeg hoofdletters en leestekens toe:
de franse vrouw woont nu in amerika

Slide 13 - Question ouverte

Typ de zin over en zet leestekens + hoofdletters:
ik ga ilona een kaartje sturen

Slide 14 - Question ouverte

Zet leestekens en hoofdletters:
kun je nog beter zijn dan wesley sneijder

Slide 15 - Question ouverte

de gerookte zalm
terughalen = wegdoen uit de winkel

Slide 16 - Diapositive

de bacterie

zwangere vrouw

Slide 17 - Diapositive

één bepaalde soort =
die soort
de houdbaarheidsdatum =
datum tot het nog goed is 

Slide 18 - Diapositive

de afweer = zorgt dat je niet ziek wordt

de klant

Slide 19 - Diapositive

het product = iets wat je kunt kopen
voorbij = afgelopen/ klaar

Slide 20 - Diapositive

Zalm van AH
Albert Heijn haalt zalm uit de supermarkten
Albert Heijn heeft alle gerookte zalm uit de supermarkten gehaald. In de zalm kan te veel van één bepaalde bacterie zitten: de listeria-bacterie. Dat kan vooral als de houdbaarheidsdatum bijna voorbij is. De bacterie kan gevaarlijk zijn voor ouderen, zwangere vrouwen en mensen die geen goede afweer hebben. Klanten kunnen het product terugbrengen naar de winkel. Zij krijgen hun geld terug.

Slide 21 - Diapositive

Kijk naar de tekst (vorige slide). Waar vind je deze tekst, denk je?
A
in een leesboek
B
op internet
C
op de radio
D
in de krant

Slide 22 - Quiz

Waarom heeft Albert Heijn de zalm uit de supermarkten gehaald?

Slide 23 - Question ouverte

Voor wie is de zalm gevaarlijk?

Slide 24 - Question ouverte

Wat moeten klanten doen met zalm?

Slide 25 - Question ouverte