Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhalen woordsoorten
Woordsoorten (p. 233)
Doelen:
- Ik kan de volgende woordsoorten benoemen
- lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfst. naamwoord, voorzetsel, voegwoord, koppel werkwoord, zelfstandig werkwoord, hulp werkwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord.
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordsoorten (p. 233)
Doelen:
- Ik kan de volgende woordsoorten benoemen
- lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfst. naamwoord, voorzetsel, voegwoord, koppel werkwoord, zelfstandig werkwoord, hulp werkwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord.
Slide 1 - Diapositive
Grammatica: Woordsoorten
Elk
woord
in
een
zin
kan
je
benoemen
Slide 2 - Diapositive
Lid
woorden (lw)
De
Het
Een
De
vader en
het
kind zitten in
een
vliegtuig.
Slide 3 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Het bijvoeglijk naamwoord
voegt
iets
bij
aan het
zelfstandig
naamwoord:
De auto - De
grijze
auto - De
kleine, grijze
auto - De
kleine, vieze, grijze
auto- De
kleine, vieze, oude, grijze
auto
Slide 4 - Diapositive
Zelfstandig naam
woorden (zn)
Een zelfstandig
naamwoord
verwijst
naar
een
mens, dier, plant, begrip
of
eigennaam.
Kenmerken
:
Meestal staat er een lidwoord voor.
Meestal kun je er een meervoud van maken.
Meestal kun je er een verkleinwoord van maken.
Slide 5 - Diapositive
in, onder, voor, aan, van, boven, onder,......
Tijdens, gedurende, naar, na, bij...
Voorzetsels (vz)
Slide 6 - Diapositive
Voegwoorden (vw)
Voegwoorden voegen zinsdelen of zinnen samen.
Zinsdelen: Ik lust graag appels
en
peren.
Zinnen: Ik had mijn telefoon verloren,
maar
gelukkig heb ik hem weer gevonden.
Er zijn veel voegwoorden. De bekendste zijn: en, maar, want, of, dus, dat, omdat, terwijl, als, enzovoort.
Slide 7 - Diapositive
zelfstandig werkwoord (zww)
- geeft in een zin de handeling aan.
- is dus het belangrijkste werkwoord.
- staat altijd maar één keer in een enkelvoudige zin.
- komt alleen voor bij het werkwoordelijk gezegde.
- (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).
Hij
fietst
naar school.
Slide 8 - Diapositive
hulpwerkwoord (hww)
1. In een zin ga je eerst op zoek naar het zelfstandig werkwoord of het koppelwerkwoord.
2. Alle andere werkwoorden in de zin zijn de hulpwerkwoorden.
De hulpwerkwoorden geven
geen handeling
aan in de zin.
Er kunnen
meerdere hulpwerkwoorden
in een zin staan, maar er kan ook géén hulpwerkwoord in een zin staan.
Dat zou ik heel mooi hebben kunnen vinden.
Slide 9 - Diapositive
koppelwerkwoord (kww)
Een koppelwerkwoord komt alleen voor bij een naamwoordelijk gezegde. Het onderwerp
is
dus iets en
doet
niets.
Leer de negen koppelwerkwoorden uit je hoofd:
z
ijn
w
orden
b
lijven
b
lijken
l
ijken
s
chijnen +
h
eten (
d
unken)
vóó
rkomen (ZWABBELS-HDV)
Slide 10 - Diapositive
koppelwerkwoord
per enkelvoudige zin maar 1
KWW
KWW
in de zin ? dan geen ZWW
ZWW in de zin? dan geen KWW
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Persoonlijk voornaamwoord
Ook als
meewerkend:
Ik geef aan
jou/hem/haar/jullie
.
Of als
lijdend voorwerp
(wie of wat + onderwerp +gezegde)
Ik zie
hen
zwaaien.
Slide 13 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord
DIE en DEZE
wijst naar 'de' woorden
DIT en DAT
wijst naar 'het'woorden
Slide 14 - Diapositive
Vragend voornaamwoord (vr. vnw.)
Er zijn
vier
vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welk(e), wat voor (een).
Deze vier moet je dus gewoon uit je hoofd leren :)
Vragende voornaamwoorden staan meestal aan het begin van een vraag.
Slide 15 - Diapositive
Vragend voornaamwoord (vr. vnw.)
Let op:
1
.
Wie
en
wat
zijn
geen
vragend voornaamwoord als ze terugwijzen naar een eerder genoemd woord.
voorbeeld:
Die leuke jongen over
wie
je me zojuist vertelde....
Hier is
wie
geen vragend voornaamwoord.
2
.
Andere woorden waarmee je ook een vraag kan beginnen, zoals waar, waarheen, waarom, hoe, etc. zijn
geen
vragende voornaamwoorden.
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Herhalen woordsoorten
Novembre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhalen woordsoorten
Mai 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhalen woordsoorten
Décembre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhalen woordsoorten
Août 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhalen woordsoorten
Septembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
woordsoorten
Décembre 2021
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2 2.8 Woordsoorten (les di 6)
Août 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
woordsoorten
Juillet 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2