3a Woordenschat H5

Woordenschat - Stijlfouten en spreekwoorden en uitdrukkingen
Herhaling  H1, H2 en H4 en uitleg H5
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 126 - 129
blz. 160 - 163
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat - Stijlfouten en spreekwoorden en uitdrukkingen
Herhaling  H1, H2 en H4 en uitleg H5
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 126 - 129
blz. 160 - 163

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw
- Herhaling H1, H2 en H4
- Leesmomentje
- Woordenschat H5: zelfstandig theorie bestuderen
- Woordenschat H5: theorie bespreken
- Woordenschat H5: klassikaal de startopdracht bespreken
- Woordenschat H5: opdracht 1, opdracht 2, opdracht 3 en opdracht 8 maken. 

Slide 2 - Diapositive

H4 Woordenschat
Wie heeft de opdrachten niet online gemaakt? De antwoorden staan in Classroom.
Zijn er nog vragen over de opdrachten?
Wat ging goed?
Wat vond je nog moeilijk? 

Slide 3 - Diapositive

Herhaling H1, H2 en H4
Stijlfiguren en stijlfouten

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent repetitio?

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent drieslag?

Slide 6 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een hyperbool.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een contaminatie?

Slide 8 - Question ouverte

De directeur heeft een leuk salarisje.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 9 - Question ouverte

Ze hebben behoefte aan rust, duidelijkheid en uitleg.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 10 - Question ouverte

Het team won het Brabants kampioenschap, het Nederlands kampioenschap en Europees kampioenschap.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 11 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een eufemisme.

Slide 12 - Question ouverte

Vandaag vond Peter het eten niet echt lekker.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een pleonasme?

Slide 14 - Question ouverte

Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.


timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Woordenschat H5: leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een uitdrukking en een spreekwoord is. 
  • Ik kan het verschil tussen een uitdrukking en een spreekwoord uitleggen. 
  • Ik kan de betekenis van spreekwoorden/uitdrukkingen geven. 
  • Ik kan spreekwoorden/uitdrukkingen aanvullen.
  • Ik kan bij een omschrijving een passend spreekwoord of een passende uitdrukking geven. 
  • Ik kan een spreekwoord/uitdrukking vervangen door een spreekwoord/uitdrukking met (ongeveer) dezelfde betekenis.
  • Ik kan aan de hand van een plaatje een uitdrukking geven waarin een lichaamsdeel voorkomt.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

H5 Woordenschat: spreekwoorden en uitdrukkingen
Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking?
Bestudeer de theorie en probeer een antwoord te formuleren bij de bovenstaande vraag. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Startopdracht
Online of blz. 160 in je boek. 
Als je de opdracht online maakt, zie je de antwoorden. Als je opdracht in het schrift maakt, vraag je de antwoorden aan de docent. 

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag! H5 - Woordenschat
  1. Als het nodig is, bestudeer je nogmaals de theorie.
  2. Als je de theorie goed begrijpt, maak je opdracht 1, opdracht 2, opdracht 3, opdracht 4, opdracht 5 en opdracht 8. 
Je mag het online spreekwoordenboek gebruiken.  
Klaar?
Ga lezen in je leesboek of leer voor de toets van volgende week. 

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk - H5 Woordenschat (blz. 160 of online)
Maak voor de volgende les (donderdag of vrijdag): opdracht 1, opdracht 2, opdracht 3, opdracht 4, opdracht 5 en opdracht 8. 
Je mag het online spreekwoordenboek gebruiken. 

Slide 22 - Diapositive