Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
oude tentamenvragen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Opdracht 1
Een korte tekst met op de plaats van sommige werkwoordsvormen de infinitief van het werkwoord dat ingevuld moet worden. De vraag is hoe de betreffende werkwoordsvorm gespeld dient te worden.
Slide 3 - Diapositive
Mishandeling is een strafbaar feit, een misdrijf. Iets waarvoor u kunt worden (1. bestraffen) door de rechter.
A
bestraft
B
bestrafd
C
gestraft
D
gestrafd
Slide 4 - Quiz
De nabestaanden van het slachtoffer kunnen hierover (4. e-mailen) worden.
A
gemaild
B
ge-emaild
C
ge-e-maild
Slide 5 - Quiz
Dit is (5. toebrengen) zwaar lichamelijk letsel.
A
toegebracht
B
toegebrachte
C
toebracht
D
toegebrachd
Slide 6 - Quiz
Deze wet wordt regelmatig (7. updaten).
A
update
B
geupdate
C
geüpdate
D
geüpdatet
Slide 7 - Quiz
Opdracht 2
Een korte zin met daarin een onderstreepte werkwoordsvorm. Is deze werkwoordsvorm correct gespeld of niet?
Slide 8 - Diapositive
1. De advocaat racete gisteren naar de zitting.
A
fout
B
goed
Slide 9 - Quiz
3. Wordt je collega ook over die zaak bevraagd?
A
fout
B
goed
Slide 10 - Quiz
6. De advocaat bestreedt de uitkomst van de zitting.
A
fout
B
goed
Slide 11 - Quiz
9. Je weet nooit wat er gebeurt achter de schermen.