De Griekse (1) begon rond 800 voor Christus. Grieken stichtten nieuwe (2) (stadstaten) in andere landen. Dit gebeurde omdat ze meer grond en voedsel zochten door (3). De Grieken brachten hun (4) met zich mee, zoals kunst en religie. In het westen kwamen ze in contact met de (5), waarmee ze in hout handelden. In het oosten handelden ze met de Egyptenaren. Dit leidde tot rijkere samenlevingen en meer uitwisselingen van ideeën.
timer
1:00
Slide 4 - Diapositive
Maak de tekst compleet.
De Griekse kolonisatiebegon rond 800 voor Christus. Grieken stichtten nieuwe poleis(stadstaten) in andere landen. Dit gebeurde omdat ze meer grond en voedsel zochten door bevolkingsgroei. De Grieken brachten hun cultuurmet zich mee, zoals kunst en religie. In het westen kwamen ze in contact met de Etrusken, waarmee ze in hout handelden. In het oosten handelden ze met de Egyptenaren. Dit leidde tot rijkere samenlevingen en meer uitwisselingen van ideeën.
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
Je begrijpt hoe de Atheense democratie ontstond en werkte.
Schrijf ALTIJD het leerdoel in je schrift op!
Slide 6 - Diapositive
Tirannie in Athene
Athene rond 600 v Chr. is een aristocratie.🧑🤝🧑🧑🤝🧑
Tiran Peisistratos verjaagt aristocratie en geeft grond aan arme boeren, maar onderdrukt volk ook.🗡️😠
Weg ermee!
Slide 7 - Diapositive
burgers
vrije mensen
Onvrije mensen
vrouwen
kinderen
vreemdelingen
slaven
Geen burgers
Hadden GEEN stemrecht.
Inwoneraantal tussen de 300.000 en 340.000 mensen
Hiërarchie van Athene...
Slide 8 - Diapositive
Heerschappij
van het volk
Alle Atheense mannen (burgers) mochten stemmen / besturen in de volksvergadering.👴🧔👨
Dagelijks bestuur: Raad van 500.
Een directe democratie.
= ALLLE burgers mochten
meebeslissen.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Directe democratie
Indirecte democratie
Slide 11 - Diapositive
Directe democratie
= Iedere burger beslist mee.
Indirecte democratie
= Vertegenwoordigers beslissen.
Slide 12 - Diapositive
Heerschappij van het volk
burger
Inwoner die bepaalde rechten heeft, zoals het recht om mee te doen aan het bestuur.
volksvergadering
Vergadering van burgers over het bestuur.
directe democratie
Een democratie waarbij burgers zelf mee mogen praten en stemmen.
Slide 13 - Diapositive
Justice delivered!
- Ostracisme (schervengericht)
- Democratie beschermen,
tirannie voorkomen.
- Naam op potscherf... -> Verbannen voor 10 jaar.
Slide 14 - Diapositive
Leerdoelen
Schrijf ALTIJD het leerdoel in je schrift op!
Je kunt twee voorbeelden geven van de verschillen tussen
Sparta en Athene.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Vidéo
Athene
Sparta
Bestuur
Democratie
2 koningen + aristocratie
Opvoeding
Kunst, muziek wetenschap, filosofie
Opgeleid tot soldaat.
Slide 18 - Diapositive
Wat? Opdracht 1, 3, 5,.
Hoe? Individueel of in tweetallen.
Duur? 6 minuten daarna bespreken.
Eerder klaar? Maak opdracht 7.
timer
6:00
Huiswerk van §3.2!
Slide 19 - Diapositive
THIS IS GESCHIEDENIS!
Slide 20 - Diapositive
De samenleving van Sparta
Sparta als stadstaat:
Geen Akropolis
Lag op een open vlakte
Gevolg: extra sterk leger was nodig Gevolg: mannen hielden zich alleen met militaire zaken bezig Doel: opvoeden tot goede soldaten/gedisciplineerde mensen
Slide 21 - Diapositive
De Perzen vallen aan
Slide 22 - Diapositive
3. Je kunt uitleggen waarom de Peloponnesische Oorlog uitbrak en uitleggen welke gevolgen dat had voor Athene
Slide 23 - Diapositive
De Perzen vallen aan
Athene en Sparta werken samen om de Perzen te verslaan. De Perzen hadden Turkije veroverd en wilden daarna Griekenland innemen. (492-479 v.Chr.)
Sparta = landleger / Athene = marine
bondgenootschap Een verbond van landen, groepen of personen die elkaar helpen in een oorlog.
Slide 24 - Diapositive
Oorlog in Griekenland
Athene ging zich steeds machtiger gedragen, de andere stadstaten moesten doen wat Athene wilde.
Sparta gaat hier tegenin. Er ontstaat een oorlog tussen twee Griekse bondgenootschappen: De Peloponnesische oorlog
Slide 25 - Diapositive
Oorlog in Griekenland
Oorlog in Griekenland
Slide 26 - Diapositive
Aan de slag
Maak de opdrachten bij 3.2
Tot en met 13
Slide 27 - Diapositive
Waarom hadden de Grieken kolonies?
A
Ze wilden hun cultuur verspreiden.
B
In Griekenland was te weinig landbouwgrond. Mensen gingen daarom in andere gebieden wonen.
C
Hoe meer land, hoe meer macht. Ze wilden dus machtiger worden.
D
Ze wilden dat iedereen democratisch werd. Gebieden waarin de mensen dat niet wilden, werden voor straf veroverd.
Slide 28 - Quiz
Ik ben de heerser in deze polis omdat mijn vader dat ook was
In deze polis nemen we de beslissingen met alle burgers samen
Ik weet wat het beste is voor deze polis. Goed dat ik hier de macht heb gegrepen!
Laat dat besturen maar aan ons over. Wij hebben er verstand van en er de tijd voor
Monarchie
Aristocratie
Tirannie
Democratie
Slide 29 - Question de remorquage
Polis Athene
Niet in de polis Athene
Monarchie
Tiran
Democratie
Schervengericht
Aristocratie
Volksvergadering
Slide 30 - Question de remorquage
In Sparta was het dagelijks leven anders. Wat past niet bij Sparta?
A
Vrouwen hadden nog minder rechten dan in Athene
B
Alles in de samenleving
gefocust op oorlogvoering
C
In Sparta werden jongens vanaf 7 opgeleid tot militair
D
Spartaanse meisjes werden door hun moeder opgevoed