4.2 Geluidssterkte

• Natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute H
• Leerroute V

BETER (verwachtingen)

B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​

E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. ​

T= Telefoon in je tas.​

E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​

R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​

Hoofdstuk 4 Geluid 

4.1 Geluid maken en horen

4.2 Geluidssterkte

4.3 Hoge en lage tonen

4.4 Beeld en geluid

Een viool heeft een klankkast. Wat is de functie van een klankkast?

1. De klankkast versterkt het geluid
2. De klankkast verzamelt de klanken van de snaren en geeft deze door aan de lucht
3. De klankkast laat de tonen beter klinken
4. De klankkast laat vooral de lage tonen beter klinken

Wat produceert een geluidsgolf zodat je geluid hoort?

1. geluidsprikkels
2. trillingen
3. luchtdruk
4. informatie

Wat voor onderdeel in je oor trilt wanneer er geluid wordt opgevangen?

1. Oorschelp
2. Gehoorzenuw
3. Trommelvlies
4. Oorlelletje

Hoofdstuk 4 Geluid 

4.1 Geluid maken en horen

4.2 Geluidssterkte

4.3 Hoge en lage tonen

4.4 Beeld en geluid

Na deze les weet je: 

1. Hoe je geluid meet  
2. hoe hard het geluid klinkt
3. Wanneer je gehoorschade oploopt
4. Hoe je geluidsoverlast kunt verminderen.

Geluid

• Geluid meet je met een decibelmeter
• De eenheid van geluidssterkte is dus ook in decibel (dB)

Wanneer kun je gehoorschade oplopen?

Hoe kun je geluidsoverlast verminderen?

Maatregelen bij de bron

1

Maatregelen tussen bron en ontvanger

1

Maatregelen bij de ontvanger

1

Nu weet je !!!!!!! 

1. Hoe je geluid meet  
2. hoe hard het geluid klinkt
3. Wanneer je gehoorschade oploopt
4. Hoe je geluidsoverlast kunt verminderen.

Vragen ? 

Wat ga je doen ? 

Je maakt 4.2

Werk zorgvuldig en netjes

Als je het af hebt laat je het zien, daarna kun je het nakijken.

Klaar?          --> Je gaat stil iets voor jezelf doen.

Niet klaar? --> Thuis afmaken en de volgende les nakijken.