D5L2: Het voorzetsel en voorzetselvoorwerp

D5L2: Het voorzetsel en het voorzetselvoorwerp
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

D5L2: Het voorzetsel en het voorzetselvoorwerp

Slide 1 - Diapositive



Zie je dit sjabloon? Dan vul je eerst de oefening in in de Lessonup. Juist? --> Vul het in in je werkboek.

Slide 2 - Diapositive

Ik ben verdikt, ik moet zoals dat heet daar iets …………….. doen ik moet dus op dieet, dat is nu juist iets waar ik ………………. ben dat is nu juist iets, iets waar ik niets ………. ken
……………… geen chocola meer geen friet …………… mayonaise alleen nog sla en wortels ……………… radijs

Konijneneten - Bart Peeters
aan
tegen
van
met
van    

met

Slide 3 - Question de remorquage

Welk soort woorden vulde je telkens in?
A
lidwoorden
B
zelfstandige naamwoorden
C
werkwoorden
D
voorzetsels

Slide 4 - Quiz

Voorzetsels kunnen we in twee soorten opsplitsen. Wat is het verschil tussen de volgende zinnen?
1.Het eten staat naast de chips.
2. Hij snakt naar chips.

Slide 5 - Question ouverte

'gewone' voorzetsels
vaste voorzetsels
Geeft aan waar zaken zich ten opzichte van elkaar bevinden.
Hangt vast aan werkwoord.

Slide 6 - Diapositive

Werkboek p. 235

Wat zal je leren? 

Slide 7 - Diapositive

Oefening 3a + 4
2 min om oefeningen te maken
timer
2:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

p. 237- 5. ... zijn 21ste volgt Jeroen Ronny Désiron op als chef in Le Fil in Leuven.

Slide 10 - Question ouverte

5. Nog ... zijn studie werkte hij in een sterrenrestaurant.

Slide 11 - Question ouverte

5. Jeroen Meus houdt ... koken.

Slide 12 - Question ouverte

5. Hij vatte post ... het fornuis van restaurant Boardroom in Heverlee.

Slide 13 - Question ouverte

Waarom kan je niet in alle zinnen verschillende voorzetsels inpassen?

Slide 14 - Carte mentale

Kenniskader p. 237

Slide 15 - Diapositive

p. 238 - 6c 'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.'
Het eerste woord is een voorzetsel.
Juist
Fout

Slide 16 - Sondage

'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.'
Je kan het voorzetsel weglaten.
Juist
Fout

Slide 17 - Sondage

'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.'
Welk zinsdeel?

Slide 18 - Question ouverte

'We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.
Het eerste woord is een voorzetsel.
Juist
Fout

Slide 19 - Sondage

'We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.'
Dat voorzetsel past bij het hoofdwerkwoord.
Juist
Fout

Slide 20 - Sondage

'We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.'
Je kan het voorzetsel weglaten.
Juist
Fout

Slide 21 - Sondage

We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.'
Welk zinsdeel?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Kenniskader p. 238
! Voorzetselvoorwerp is een onderdeel van zinsleer! 
(Je moet dit dus in een zin kunnen benoemen, net zoals het onderwerp, de PV, het LV, de BWB...) 

Slide 24 - Diapositive

Heb je't beet? 
oefening a --> zelf proberen 
timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp?
Op school namen we deel aan een experiment van de universiteit.
A
namen we deel
B
aan een experiment van de universiteit
C
namen we deel aan
D
van de universiteit

Slide 26 - Quiz

Voorzetselvoorwerp?
De onderzoekers hebben naar onze eetgewoonten gevraagd.
A
de onderzoekers
B
hebben gevraagd
C
naar onze eetgewoonten
D
naar onze eetgewoonten gevraagd

Slide 27 - Quiz

Voorzetselvoorwerp?
Nu kan dat hele team zich in onze schrijfsels gaan verdiepen.
A
kan verdiepen
B
dat hele team
C
in onze schrijfsels
D
gaan verdiepen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Geef enkele voorbeelden van werkwoorden met een vast voorzetsel.

Slide 30 - Carte mentale

Wat is een vast voorzetsel?

Slide 31 - Carte mentale

b. Een van de voorzetsels is vast verbonden aan het werkwoord. Schrijf de combinatie ww + vz op.

Slide 32 - Carte mentale

oefening 7 p. 239
timer
1:00

Slide 33 - Diapositive

p. 239 - 8.Woordgroep + vast voorzetsel?
'Na duiding in het journaal: vleeseters, veganisten, milieu, boeren zijn blij met #kweekvlees.'

Slide 34 - Question ouverte

Voorzetselvoorwerp?
'Na duiding in het journaal: vleeseters, veganisten, milieu, boeren zijn blij met #kweekvlees.'
A
na de duiding
B
vleeseters, veganisten, milieu, boeren
C
zijn blij met
D
met #kweekvlees

Slide 35 - Quiz

Woordgroep + vastvoorzetsel?
'We zullen meer aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van kweekvlees.'

Slide 36 - Question ouverte

Voorzetselvoorwerp?
'We zullen meer aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van kweekvlees.'

A
zullen besteden
B
aandacht besteden
C
aan de ontwikkeling van kweekvlees
D
we

Slide 37 - Quiz

Woordgroep + vast voorzetsel?
'Sommige mensen hebben echt geen oren naar degelijke argumenten.'

Slide 38 - Question ouverte

Voorzetselvoorwerp?
'Sommige mensen hebben echt geen oren naar degelijke argumenten.'
A
sommige mensen
B
hebben
C
naar degelijke argumenten
D
geen oren naar

Slide 39 - Quiz

Woordgroep + vast voorzetsel?
'Ik worstel nog steeds met het idee van vlees uit een laboratorium.'

Slide 40 - Question ouverte

Voorzetselvoorwerp?
'Ik worstel nog steeds met het idee van vlees uit een laboratorium.'
A
ik
B
worstel nog steeds
C
met het idee van vlees uit een laboratorium
D
uit een laboratorium

Slide 41 - Quiz

Oef 9 en 10 p. 240
3 minuten om deze oefeningen te maken.
timer
3:00

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

p. 240- 10
Twittergebruikers klagen de laatste dagen ...

Slide 44 - Question ouverte

p. 240 - 10b Vijf internationale bedrijven doen mee ...

Slide 45 - Question ouverte

p. 240 - 10c De nieuwe hamburger lijkt ...

Slide 46 - Question ouverte

p. 240- 10d De onderzoekers slaagden er ...

Slide 47 - Question ouverte

p. 240- 10e Wie weet, geven jij en je vrienden je komende zomer over ...

Slide 48 - Question ouverte

Slide 49 - Diapositive

Taak: Google Forms 

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive