Nova Havo 3 hfdst 7.4 (vragent/m38) bescherming tegen straling
Nova Havo Havo 3 Hfdst7.4 Bescherming tegen straling (Vragen)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nova Havo Havo 3 Hfdst7.4 Bescherming tegen straling (Vragen)
Slide 1 - Diapositive
33. a. Wanneer wordt een verschijnsel door natuurkundigen aangeduid als "straling" ?
Slide 2 - Question ouverte
33. b. Hoe groot is het doordringend vermogen van alfa- , béta- en gammastraling?
Slide 3 - Question ouverte
33. c. Wat wordt er bedoeld met de equivalente dosis? Welke eenheid gebruik je bij equivalente dosis?
Slide 4 - Question ouverte
33. d. Wat is het verschil tussen bestraling en (radioactieve) besmetting? Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Question ouverte
34. a. Leg uit waarom gammastraling gevaarlijker is dan Alfastraling en bétastraling als iemand van buitenaf wordt bestraald.
Slide 6 - Question ouverte
34. b. Leg uit waarom alfastraling gevaarlijker is dan gammastraling en bétastraling als de bron zich in het lichaam bevindt.
Slide 7 - Question ouverte
34. C. Leg uit waarom lood geschikt is (en veel wordt gebruikt ) om radioactieve bronnen van gammastraling af te schermen.
Slide 8 - Question ouverte
35. Geef 4 manieren waarop mensen radioactief besmet kunnen raken.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
36. Esther plaatst 4 radioactieve bronnen voor plaatjes van verschillend materiaal. in de tekening op de vorige dia is deze proef schematisch getekend. De dikte van de de pijlen is een maat voor de hoeveelheid straling. Esther weet dat 1 bron alleen alfa straling uitzend, 1 bron alleen bétastraling, 1 bron alleen gammastraling en 1 bron zowel alfa- als gammastraling. Geef van elke bron aan welke soort straling deze bron uitzend.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
37. a. De tekst op de vorige dia komt uit een schoolboek, leg uit wat er door de schrijver wordt bedoelt met een 'alfastraler'.
Slide 13 - Question ouverte
37. b. Alfastralers kunnen onder andere longkanker veroorzaken. Hoe kan een alfastraler in iemands longen terechtkomen?
Slide 14 - Question ouverte
37. c. Alfastralers kunnen gemakkelijk in de longen blijven 'plakken'.
Leg uit waarom dit erg nadelig is.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
38. a. Lood wordt gebruikt om mensen af te schermen tegen gammastraling. Bepaal met de grafiek hoe dik een loden afscherming moet zijn om 50% van de opvallende gammastraling te absorberen.
Slide 17 - Question ouverte
38. a. Lood wordt gebruikt om mensen af te schermen tegen gammastraling. Bepaal met de grafiek hoe dik een loden afscherming moet zijn om 90% van de opvallende gammastraling te absorberen.
Slide 18 - Question ouverte
38. B. Een container voor het vervoer van radioactieve stoffen heeft loden wanden met een dikte van 4,5 cm. In de container wordt een radioactieve bron gedaan die gammastraling uitzendt. Hoeveel procent van de uitgezonden gammastraling houdt de container tegen?