1.3 microscopie + 2 typen cellen

1 / 43
suivant
Slide 1: Vidéo
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

waterpest / wangslijmvlies
1. Maak een preparaat van een stukje van het blad. 
2. Maak een tekening volgens de tekenregels. 
NODIG - per 2tal
* 2 labjassen
* 1 microscoop
* 2 objectglazen
* 2 dekglaasjes
* 1 pincet
* 2 stukjes filterpapier
* 1 flesje water
* 1 blad waterpest
* 1 roerstaaf
* 1 flesje eosine (4-tal)
* 2 A4  

Slide 4 - Diapositive

Tekenregels
 Wel SCHERP! Dus neem je slijper mee.

Slide 5 - Diapositive

opruimen microscopie
Alles ziet er weer uit zoals toen je binnenkwam!
* microscoop zoals start 
* preparaat in witte vierkante bak
* pincet, kleurstof bij bureau
* roerstaaf, filterpapier in prullenbak
* tekening op stapel bureau (naam erop!)
* labjas op kapstok


Slide 6 - Diapositive

1.3 microscopie + 2 typen cellen

Slide 7 - Diapositive

Wat hoort er bij biologie?
WEL
NIET

Slide 8 - Question de remorquage

timer
1:00
Organen
Weefsel
Orgaanstelsel
Organisme
Cellen

Slide 9 - Question de remorquage

De vraag van vandaag!
Waar maak jij je zorgen over?

Slide 10 - Question ouverte

lesdoelen 1.3

* je kan een plantaardige cel en een dierlijke cel van elkaar onderscheiden. 

* je kan enkele organellen van een dierlijke en plantaardige cel herkennen.

* je kent meerdere typen microscopen.

Eerst even een biologische energizer!!
DE DOORGEEFTEKENING!

Slide 11 - Diapositive

de doorgeeftekening
Je hebt steeds twee minuten om te tekenen of te schrijven.

Het doel is dat we aan het einde van de oefening per A3:
- twee grote tekeningen hebben van een plantaardige en dierlijke cel
- volgens de tekenregels
- waarin zo veel mogelijk onderdelen zijn aangegeven
- waaruit ook duidelijk wordt wat de verschillen zijn tussen deze twee typen cellen

18 min

Slide 12 - Diapositive

welke organellen ken je?

Slide 13 - Carte mentale

Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels
Cytoplasma
Celkern
Vacuole

Slide 14 - Question de remorquage

aan de slag - in stilte!
1) Lees paragraaf 1.3 plantaardige en dierlijke cellen.
2) Maak opdracht 43 t/m 49, 51, 52, 53. KLASCODE VOOR ONLINE: 113469

Je kan mij nu ook vragen stellen over het huiswerk van deze week!

KLAAR? Lees de instructies van de vaardigheden op blz...
DAARMEE KLAAR? Maak een begrippenlijst van 1.1 en 1.3 

Slide 15 - Diapositive

bij een microscoop kijk je door het...
A
objectief
B
oculair
C
diafragma
D
tubus

Slide 16 - Quiz

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 4×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
4x
C
14x
D
40x

Slide 17 - Quiz

De microscoop draag je voor je buik. Waar heb je de microscoop vast?
A
nr. 7 en nr. 12
B
nr. 9 en nr. 12
C
nr. 9 en nr. 4
D
nr. 8 en nr. 11

Slide 18 - Quiz

hoe heet deze microscoop?

Slide 19 - Question ouverte

TEM
tweeD
SEM

SEM
3D

Slide 20 - Diapositive

lesdoelen 1.3

* je kan een plantaardige cel en een dierlijke cel van elkaar onderscheiden. 

* je kan enkele organellen van een dierlijke en plantaardige cel herkennen.

* je kent meerdere typen microscopen.

Eerst even een biologische energizer!!
DE DOORGEEFTEKENING!

Slide 21 - Diapositive

HUISWERK NOTEREN!
1) Lees paragraaf 1.3 plantaardige en dierlijke cellen.
2) Maak opdracht 43 t/m 49, 51, 52, 53. 

KLASCODE VOOR ONLINE: 113469

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Noteer hier de namen van onderdelen.

Highlight de onderdelen die alleen in de plant voorkomen.

Trek een lijntje van de naam naar waar jij hem getekend hebt.

Maak een tabel met de functies.

bijvoorbeeld:

CELMEMBRAAN
* vliesje om de celinhoud
* bepaalt welke stoffen de cel in en uit gaan

plantaardige cel
dierlijke cel

Slide 24 - Diapositive

van eiwitsynthese naar secretie

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

eiwitsynthese
ribosomen    *organellen die eiwitten produceren
                           * zitten op het RER en in het cytoplasma. 
                           * ze lezen het RNA af. Dit komt uit de celkern.

golgisysteem      * bewerkt de eiwitten tot hun definitieve vorm  

lysosomen    *blaasjes met enzymen voor het afbreken van 
                              afval of voedingsstoffen.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat gebeurt er in het Golgi apparaat?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

exocytose (de cel uit)

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

endocytose
 stoffen in blaasje 
opnemen in de cel
bijv. het opnemen van bacteriën door een macrofaag (witte bloedcel)

Slide 33 - Diapositive

TO DO 
les 1          * 1.4 openstaande vragen beantwoorden
                   * werken aan 1.5 opgave 77 - 92

les 2         * werken aan 1.5 + HW- controle t/m 1.4
       3         * bespreken 1.5 opgave 77, 82, 84
       

               



Slide 34 - Diapositive

vraag 70 - Omschrijf wat hier gebeurt.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

endocytose
 stoffen in blaasje 
opnemen in de cel
bijv. het opnemen van bacteriën door een macrofaag (witte bloedcel)

Slide 37 - Diapositive

mitochondrion
chloroplast
* hier vindt verbranding plaats
*maakt ATP van glucose en zuurstof 
*hier vindt fotosynthese plaats
*hiervoor is ATP (energie) nodig
BINAS?

Slide 38 - Diapositive

TO DO 
les 1          * 1.4 openstaande vragen beantwoorden
                   * werken aan 1.5 opgave 77 - 92

les 2         * werken aan 1.5 + HW- controle t/m 1.4
       3         * bespreken 1.5 opgave 77, 82, 84
       

               



Slide 39 - Diapositive


Wat is onderdeel B?
A
Bladgroenkorrel
B
Ribosoom
C
Celkern
D
Mitochondrium

Slide 40 - Quiz

Welk proces vindt plaats in een mitochondrium?

Slide 41 - Question ouverte

Geef deze les beoordeling.
A
Onvoldoende!
B
Voldoende.
C
Goed.
D
Zeer goed!

Slide 42 - Quiz

Leg je beoordeling uit:
Wat vond je goed? Wat kan er beter?

Slide 43 - Question ouverte