Thema 4 - Pluriforme Samenleving

Pluriforme samenleving
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Pluriforme samenleving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met tradities
B
Een groep mensen met normen en waarden
C
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep samen
D
Alle normen en waarden bij elkaar

Slide 2 - Quiz

Cultuur = Een groep mensen met dezelfde normen, waarden en gewoonten
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nederlandse cultuur is de dominante cultuur in dit land.
A
Dat is niet waar.
B
Dat is waar.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Marokkaanse cultuur in Nederland is en ...................cultuur
A
Dominante cultuur
B
Sub cultuur
C
Tegen cultuur
D
Geen cultuur

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultuur die zich binnen een cultuur actief verzet tegen de normen en waarden van die cultuur.
A
tegencultuur
B
verzetscultuur
C
landscultuur
D
jongerencultuur

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de pluriforme samenleving..
1. bestaat een grote culturele diversiteit
2. Leven verschillende cultuurgroepen deels naast elkaar en deels met elkaar
A
1 is juist 2 is onjuist
B
ze zijn allebei juist
C
ze zijn allebei onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:
A
Veel etnische groepen.
B
Een grote culturele diversiteit.
C
Evenveel allochtonen als autochtonen.
D
veel verschillende culturen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een allochtoon?
A
Iemand waarvan minstens één ouder in het buitenland is geboren
B
Iemand waarvan beide ouders in Nederland zijn geboren
C
Iemand die verhuist binnen het land

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kees de Vries is een autochtoon, want:

A
zijn ouders zijn vanuit België hier komen wonen.
B
hij heeft, net als zijn ouders, een Nederlands paspoort.
C
hij is, net als zijn ouders, in Nederland geboren en getogen.
D
hij spreekt de Nederlandse taal en heeft een Nederlandse naam.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ben je een autochtoon?
A
Als je in NL bent geboren
B
Als jij en één van je ouders in NL is geboren
C
Als jij en je beide ouders in NL zijn geboren
D
Als je bent verhuisd naar NL

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij nurture?
A
Opvoeding
B
Voetbaltalent
C
Ritmegevoel
D
Agressiviteit

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je sociale identiteit?
A
Het beeld dat je van jezelf hebt
B
Je normen en waarden.
C
De identificatie met verschillende groepen
D
Je omgeving.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is integratie?
A
mensen passen zich gedeeltelijk aan, aan de dominante cultuur
B
mensen vertrekken naar een ander land.
C
mensen passen zich helemaal niet aan en houden hun eigen cultuur in stand.
D
alles is onjuist.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer iemand zijn cultuur verliest bij migratie naar een ander land noemen we dat...
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een voorbeeld van:
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is segregatie?
A
Volledig aanpassen
B
Gedeeltelijk aanpassen
C
Gescheiden leven
D
Een uitwisseling van culturen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions