Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Modal verbs
Welcome to English class!
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welcome to English class!
Slide 1 - Diapositive
Modal verbs! (hulpwerkwoorden)
Pen en schrift/papier bij de hand om mee te kunnen schrijven!
Dit komt namelijk terug op.... de toets
Slide 2 - Diapositive
Deze drukken een bepaalde houding, mogelijkheid of noodzaak uit.
kunnen → Ik kan goed zwemmen.
mogen → Jij mag hier parkeren.
moeten → We moeten op tijd komen.
willen → Zij wil dokter worden.
zullen → Ik zal je helpen.
Deze drukken een bepaalde mogelijkheid of noodzaak uit.
kunnen → Ik (kan) goed zwemmen.
(vermogen om iets te doen/vraag stellen)
mogen → Jullie (mogen) hier parkeren.
(toestemming)
moeten → We (moeten) op tijd komen.
(noodzaak, verplichting)
willen → Zij (willen) later beroemd worden.
(wens, intentie)
zullen → Wij (zullen) je wel helpen.
(belofte, toekomst)
Hulpwerkwoorden van modaliteit
Slide 3 - Diapositive
Can -> can't / could -> couldn't
Can → Can't (iets kunnen (dus een vaardigheid) of toestemming vragen)
I can ride a bike. (Ik kan fietsen.) → Geeft aan dat iemand iets kan.
She can't swim. (Zij kan niet zwemmen.) → Geeft aan dat iemand iets niet kan.
Can I come with you to soccer practice?
iets wel of niet kunnen
vragen/toestemming vragen
Slide 4 - Diapositive
Can -> can't / could -> couldn't
Could → Couldn't (verleden tijd van can, beleefdheid, mogelijkheid)
When I was 5, I could tie my shoes. → Beschrijft een vaardigheid in het verleden.
He couldn't open the door. (Hij kon de deur niet openen.) → Iets was niet mogelijk in het verleden.
Could I have a cup of tea, please?
iets wel of niet kunnen (verleden)
Beleefde vraag
Slide 5 - Diapositive
May / Might
May (tegenwoordige tijd) --> Toestemming vragen / mogelijkheid
May → You may take a cookie. (Je mag een koekje nemen.) → Geeft toestemming.
She might have forgotten her keys. →
Toestemming
Mogelijkheid in het verleden
Might --> mogelijkheid (verleden tijd)
Slide 6 - Diapositive
Should / Shouldn't
Should --> mening / advies
Mening → I think you should try this new restaurant. →
Drukt een mening uit.
Advies → You should drink more water. (Je zou meer water moeten drinken.) →
Geeft een advies.
Slide 7 - Diapositive
Must
Must gebruik je wanneer
je de verplichting voelt/ verplichte regel
I must study harder. → Dit komt van mezelf, ik voel de noodzaak om harder te studeren.
You must be quiet in the library. → Dit is een regel, een externe verplichting
Jezelf verplicht voelen
Verplichte regel
Slide 8 - Diapositive
Have to
Haveo to gebruik je bij: een
noodzaak door omstandigheden
of bij
een strenge regel is die je niet kunt vermijden.
I have to study for the exam tomorrow
Noodzaak door omstandigheden
Slide 9 - Diapositive
Will / Shall
Will wordt gebruikt om te praten over de toekomst, een belofte of aanbod.
I will help you tomorrow. (Ik zal je morgen helpen.)
Shall wordt gebruikt bij: een verzoek/voorstel
Shall we go to the movies tonight?
Een voorstel om samen iets te doen doen.
belofte
Slide 10 - Diapositive
Let's try this out!
11 questions about (Modal verbs)
So....
Open up your Ipads!
Slide 11 - Diapositive
Wat zijn modal verbs?
A
zelfstandige naamwoorden
B
verleden tijd
C
(hulp)werkwoorden
Slide 12 - Quiz
Which one of these is NOT a modal verb?
A
Can
B
Must
C
Need
D
Should
Slide 13 - Quiz
We gebruiken het modal verb 'must' of 'have to' bij:
A
verplichtingen
B
toestemming
C
(on)mogelijkheden
D
belofte
Slide 14 - Quiz
Which modal verb?
Ik zou mijn kamer moeten opruimen.
A
should tidy
B
must tidy
C
cannot tidy
D
can tidy
Slide 15 - Quiz
What is the past tense of these modal verbs?
6. MAY
A
maid
B
might
C
mighted
D
mayed
Slide 16 - Quiz
Which modal verb?
Ik moet een gordel om in de auto.
A
should wear
B
have to wear
C
will wear
D
ought to wear
Slide 17 - Quiz
What is the past tense of these modal verbs?
7. CAN
A
can't
B
canned
C
coulded
D
could
Slide 18 - Quiz
Which modal verb?
You ........ smoke at this age. (advies)
A
shouldn't
B
cannot
C
must
Slide 19 - Quiz
Welke modal verb gebruik je als je iets verplicht is?
A
Should
B
Have to
C
can
D
don't
Slide 20 - Quiz
Which modal verb is used to express permission?
A
may
B
must
C
could
D
should
Slide 21 - Quiz
Blooket!
https://dashboard.blooket.com/set/65664d8673b2173c9aaff5bc
Slide 22 - Diapositive
Homework
Make exercise 8
Study Modal verbs (page 186 + notes)
Vocabulary A & B (NL - EN/EN -NL)
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Modals
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Modals & negations
Février 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
3H - lesson 22: modals + negations
Mars 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammar 9 - Modals & negations
Mars 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
Modals & negations
Janvier 2025
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
Modals - 3 havo
il y a 10 jours
- Leçon avec
14 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H - lesson 22: modals + negations
Juin 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modal verbs for speculating
Avril 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2