TaalActief groep 7 1.2.9 Directe en indirecte rede

Taal Actief groep 8 Thema 8 - les 4
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taal Actief groep 8 Thema 8 - les 4

Slide 1 - Diapositive

Waaraan herken je een zin in de directe rede?
A
Aan de hoofdletter aan het begin van de zin.
B
Aan het vraagteken achteraan in de zin.
C
Aan de aanhalingstekens.
D
Aan het woord "vraagt".

Slide 2 - Quiz

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 3 - Diapositive

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 4 - Quiz

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
De juf vraagt of je stil wilt zijn.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 5 - Quiz

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Daan zegt: "Ik voer de vissen wel."
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 6 - Quiz

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Ik zeg dat ik dat niet leuk vind.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 7 - Quiz

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Willem vraagt:"Mag ik wat eten?"
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 8 - Quiz

Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
Ik riep: "Gaat er nog iemand mee?"
B
Julia zegt:" Ik lust wel een ijsje."
C
Stef vraagt of iemand de hond wil uitlaten.
D
Pim roept: "Jens, kom je even?"

Slide 10 - Quiz

Welke zin staat in de directe rede?
A
De man vroeg of hij naar huis mocht gaan.
B
Sil zegt: "Ga je mee in het park spelen?"
C
Jelka vertelde dat ze geen bloemkool lustte.
D
Mischa fluisterde dat ze een snoepje wil.

Slide 11 - Quiz

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 12 - Diapositive