3.3

Welkom in de les
Wat heb je nodig vandaag?



Pen en papier

Aandacht

Tablet/telefoon met LessonUp
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Wat heb je nodig vandaag?



Pen en papier

Aandacht

Tablet/telefoon met LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Korte herhaling van vorige les
  •  3.3
  • stencil 1 van de 3 

Slide 2 - Diapositive

Vorige les


Geleidbaarheid geeft aan hoe makkelijk elektronen door iets kunnen bewegen

Slide 3 - Diapositive

Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?

1: soort materiaal
2: dikte van de draad
3: lengte van de draad

Slide 4 - Diapositive

Geleidbaarheid
Geleidbaarheid geeft aan hoe makkelijk elektronen door iets kunnen bewegen.

Hoe hoger de geleidbaarheid, hoe makkelijker de stroom door iets heen  beweegt. 

Slide 5 - Diapositive

Weerstand
Weerstand geeft aan hoe moeilijk elektronen door iets kunnen bewegen.

Hoe hoger de weerstand, hoe moeilijker de stroom door iets heen  beweegt. 

Slide 6 - Diapositive

Rekenen met geleidbaarheid



Hoe hoger de geleidbaarheid, hoe hoger de stroomsterkte.
G=UI
geleidbaarheid=spanningstroomsterkte
G de geleidbaarheid in siemens (S)
 I  de stroomsterkte in ampere (A)
U de spanning in volt (V)

Slide 7 - Diapositive

Rekenen met Weerstand 


Hoe kleiner de weerstand, hoe hoger de stroomsterkte.
U=IR
spanning=stroomsterkteweerstand
R de weerstand in ohm (   )
I de stroomsterkte in ampere (A)
U de spanning in volt (V)
Ω

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- Kun je vertellen hoe stroom en spanning zich gedragen in serie- en parallelschakelingen.
- Rekenen met de formules van een serie en een parallel schakeling 


Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:

- Een schematische tekening van een stroomkring maken.
- Vertellen welke twee soorten schakelingen er zijn. 

Slide 10 - Diapositive

Stroomkring

Slide 11 - Diapositive

Stroomkring
Symbolen:




spanningsbron


lampje 

weerstand 

Slide 12 - Diapositive

Stroomkring
Draden teken je als rechte lijnen met rechte hoeken.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Serie schakeling
Bij een serie schakeling staan alle apparaten op een rij in de stroomkring.

Als één apparaat stuk gaat dan krijgen de anderen geen stroom meer. 

Slide 15 - Diapositive

Parallel schakeling
Bij een parallelschakeling splitst de stroom zich op naar de verschillende apparaten.

Als één apparaat stuk gaat dan krijgen de anderen nog steeds stroom.
(Perfect voor kerstlichtjes!)

Slide 16 - Diapositive

Een stroomkring waarbij de apparaten in een rij zijn aangesloten heet een:
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 17 - Quiz

Als er één apparaat stuk gaat in een serieschakeling, dan...
A
blijven de andere apparaten nog werken.
B
stoppen de andere apparaten met werken.

Slide 18 - Quiz

Een stroomkring waarbij apparaten vertakt zijn aangesloten heet een:
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 19 - Quiz

Als er één apparaat stuk gaat in een parallelschakeling, dan...
A
krijgen de andere apparaten geen stroom meer.
B
krijgen de andere apparaten nog steeds stroom.

Slide 20 - Quiz

Serie- en parallelschakeling

Slide 21 - Diapositive

Parallelschakeling
Stroomsterkte splitst op



Spanning overal gelijk

Ibron=I1+I2(+I3...)
Ubron=U1=U2(=U3...)

Slide 22 - Diapositive

Serieschakeling
Stroomsterkte overal gelijk



Spanning splitst zich op 
Ibron=I1=I2(=I3...)
Ubron=U1+U2(+U3)

Slide 23 - Diapositive

Parallelschakeling

Totale geleidbaarheid:

Gtot=G1+G2(+G3...)

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld 6 
a. Bereken de totale geleidbaarheid.

b. Bereken de stroomsterkte door de
spanningsbron.

c. Bereken de stroomsterkte door beide
weerstanden.

Slide 25 - Diapositive

Voorbeeld 6 
a. Bereken de totale geleidbaarheid.

Parallelschakeling, dus 
Gtot=G1+G2(+G3...)
Gtot=1,0+4,0=5,0S

Slide 26 - Diapositive

Voorbeeld 6 
b. Bereken de stroomsterkte door de
spanningsbron.


I=GU
Ibron=GtotU
Ibron=5,06,0=30A

Slide 27 - Diapositive

Voorbeeld 6 
c. Bereken de stroomsterkte door beide
weerstanden.
Parallelschakeling, dus de spanning is
overal gelijk.

I1=G1U=1,06,0=6,0A
I2=G2U=4,06,0=24A

Slide 28 - Diapositive

Serieschakeling

Totale weerstand:


Rtot=R1+R2(+R3...)

Slide 29 - Diapositive

Voorbeeld
a. Bereken de totale weerstand.

b. Bereken de stroomsterkte door de
spanningsbron

c. Berekend e spanning over weerstand 1
en de spanning over weerstand 2.

Slide 30 - Diapositive

Voorbeeld
a. Bereken de totale weerstand.

Het is een serieschakeling, dus
Rtot=R1+R2(+R3...)
Rtot=1,0+0,25=1,35Ω

Slide 31 - Diapositive

Samenvatting

Stroom (I)
Spanning (U)
Parallel-schakeling
splitst op 
overal gelijk
Serie-schakeling
overal gelijk
splits op 
Gtot=G1+G2(+G3...)
Rtot=R1+R2(+R3...)

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag
maken stencil 
3.3
31,35,43,44

Slide 33 - Diapositive

Samenvatting
Stroomkringen kun je schematisch tekenen met symbolen en rechte lijnen.

Er zijn twee soorten schakelingen:
- Serie, waarbij apparaten op een rij zijn aangesloten.
- Parallel, waarbij apparaten vertakt zijn aangesloten.


Slide 34 - Diapositive