Lesbezoek

Boek blz 98 + schrift + rekenmachine + inloggen lessonup
Na het inloggen,
Ipad plat
timer
3:00
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Boek blz 98 + schrift + rekenmachine + inloggen lessonup
Na het inloggen,
Ipad plat
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesopzet 
- Opstarten                             5 minuten 
- Instructie                             10 minuten 
- Aan de slag                         10 + 5 minuten   (nakijken + verbeteren)
- Leerdoelen                           5 minuten 
- Afsluiten met quiz            5 minuten 

(Als alles volgens planning gaat, tijd voor jezelf)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les kun je:

- met een voorbeeld uitleggen wat produceren betekent
- uitleggen wat productiekosten zijn 
- totale productiekosten van een goed uitrekenen 
- productiekosten per product uitrekenen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Consumeren
  • Kopen of gebruiken van goederen en diensten. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Consumeren en produceren 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Produceren 
Het maken van goederen en het leveren van diensten.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Produceren
  • Produceren = het maken van goederen en het leveren van diensten. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je weet wat produceren is.
- Hoe wordt een product gemaakt?
Uit de natuur gehaald --> tot een eindproduct gemaakt
Brood bijvoorbeeld:

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiekosten
  • = alle kosten die je maakt bij het produceren.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boekenkast produceren 
- Plank per meter kost 14,90 euro 
- Lijm + schroeven kosten 2,60 euro 
- Om een kast te produceren heb ik 15 meter aan planken nodig

Vraag: bereken de totale productiekosten 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kostprijs per product
Totale productiekosten vertellen je niet zo veel. Je moet kijken naar de kostprijs per product. Dit zijn de kosten die gemiddeld per product hebt gemaakt. 

--> Deze wil je het liefst zo laag mogelijk houden! 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Voor een goede doel actie op school heb je 350 koekjes gebakken. Dit heeft  jou 42 euro gekost.
Vraag: bereken de kosten per koekje 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiekosten
Het maken van goederen en het leveren van diensten.
Produceren
= alle kosten die je maakt bij het produceren
...zoals: grondstof, energie, huur, personeel
  • Kostprijs per product = alle productiekosten : aantal producten
Samengevat 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 
1: Blz 124 --> maken 1 t/m 6
2: Klaar? maak 7 + 8 + 9.
3: klaar? Nakijken + verbeteren, zie magister hw van deze les.

- Laatste 5 minuten nakijken + verbeteren
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen check 


- met voorbeelden uitleggen wat produceren betekent
- uitleggen wat productiekosten zijn

(Quiz: (rekenmachine nodig)
- productiekosten van een goed uitrekenen
- productiekosten per product uitrekenen)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je weet wat produceren is.
- Hoe wordt een product gemaakt?

Brood bijvoorbeeld:

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In tweetallen elk 2 minuten
- Kies 1 voorbeeld
- Leg per persoon stap voor stap uit, binnen 2,5 minuten, wat produceren hiermee te maken heeft en geef aan het einde een schatting van de totale productiekosten. 
timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizzzz --> rekenmachine 

Leerdoelen 
 1: productiekosten van een goed uitrekenen
2:  productiekosten per product uitrekenen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 1: Je kunt de productiekosten van een goed uitrekenen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken productiekosten?
A
totale kostprijs x aantal producten
B
Alle kosten die je maakt optellen

Slide 21 - Quiz

23.600 - 4.970 = 18630
De verkoopprijs van een tablet is €400; De prijs is als volgt opgebouwd:
- Grondstoffen €120
- Arbeidskosten €80
Overige productiekosten: €50
- Winst: €150
Wat zijn de productiekosten van een tablet?
A
€130
B
€120
C
€200
D
€250

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2: Je kunt de productiekosten per product uitrekenen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jay heeft 5 armbandjes gemaakt. De productiekosten waren €6,75. Wat was de kostprijs per armbandje?
A
€1,35
B
€6,75
C
€1,75
D
€33,75

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een fabriek heeft 250.000 chocoladerepen gemaakt. De totale productiekosten bedragen
€ 120.000.
Wat is de kostprijs per product?
A
€ 120.000,-
B
€ 2,08
C
€ 0,48
D
€ 250.000,-

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer de productiekosten dalen, kan de prijs van de producten....
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven
D
niet worden aangepast

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De les is afgerond! 
Tijd voor jezelf :)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions