week 2 - les 1

Waarom werd er in NL ook al weer zoveel in deeltijd gewerkt?

Wie zijn de mensen die tot de niet-actieven behoren?

Dit is GEEN goede manier om de participatiegraad te vergroten:

1. de kinderopvang subsidiëren
2. deeltijdwerk makkelijker maken
3. lonen verhogen
4. AOW-leeftijd verlagen

Het verschil tussen AOW en bedrijfspensioen is:

Leidt de vergrijzing tot een daling of een stijging van de i/a-ratio?

1. Daling, want er zijn relatief minder actieven
2. Stijging, de ontvangers nemen toe
3. Daling, de actieven betalen voor meer inactieven
4. Stijging, de betalers nemen af

Wat gebeurt er met de i/a-ratio (stijgen, dalen of gelijk blijven) in de volgende situatie.

--> De uitkeringen worden verlaagd.

1. Stijgen
2. Dalen
3. Gelijk blijven

De i/a-ratio daalt van 80 naar 70. Zijn volksverzekeringen moeilijker te betalen?

1. Nee, alleen de werkenden betalen premies hiervoor
2. Ja, want de actieven betalen voor 70& ipv 80%
3. Ja, want tegenover 80 actieven staan 70 inactieven
4. Nee, de actieven betalen voor 70% ipv 80%

De participatiegraad bereken je door..

1. beroepsbevolking/ alle nederlanders x 100%
2. beroepsgeschikt/ beroepsbevolking x 100%
3. beroepsbevolking/ beroepsgeschikt x 100%
4. werkenden/ beroepsbevolking x 100%

Wanneer neemt de participatiegraad/deelnemingspercentage toe? (meerdere antwoorden goed)

1. Wanneer mensen meer deeltijd kunnen werken
2. Wanneer de pensioenleeftijd wordt verhoogd
3. Wanneer jongeren langer door studeren
4. Wanneer de pensioenleeftijd omlaag gaat

p/a-ratio = aantal werkzame personen / aantal voltijds arbeidsjaren dat wordt vervuld

-> Als meer mensen parttime gaan werken, dan gaat de p/a-ratio

1. omhoog
2. omlaag
3. niet veranderen