Rekenenvaardigheden H1 & 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Voorbereiding proefwerk Rekenvaardigheden

Proefwerk rekenvaardigheden hoofdstuk 1 t/m 5

vrijdag 5 juli

Aan het einde van deze oefeningen kan je:

Rekenen met procenten (H1)

Omrekenen week naar maand EN maand naar week (H1)

Reservering berekenen (H1)

Saldo berekenen (H2)

Percentage berekenen (H2)

Opdracht 1

Je koopt een spijkerbroek. Die kostte eerst €49,-. Nu krijg je 15% korting. 

A. Bereken het bedrag van de korting.

B. Hoeveel betaal je nu voor de broek?

De prijs van een brood is de afgelopen jaren met 17% gestegen. Een brood kostte eerst €1,35.
Bereken wat nu de prijs van een brood is.

Maak opdracht 1 t/m 7

Aan het einde van deze oefeningen kan je:

Rekenen met procenten (H1) √ 

Omrekenen week naar maand EN maand naar week (H1)

Reservering berekenen (H1)

Saldo berekenen (H2)

Percentage berekenen (H2)

Ayse verdient €38.376 per jaar. Bereken haar weekloon.

Bram verdient met kranten bezorgen € 1.573 per maand. Bereken hoeveel hij per week verdient.

Maak opdracht 5, 6, 7 en 8

Lynn krijgt per maand €25 zakgeld. Ze verdient als afwashulp €27,30 per week. Eens in de twee weken past ze op bij de buren. Daar krijgt ze €15 voor. 

Bereken de inkomsten van Lynn per maand. 

Lynn ontvangt per maand:

Aan het einde van deze oefeningen kan je:

Rekenen met procenten (H1) √ 

Omrekenen week naar maand EN maand naar week (H1) √

Reservering berekenen (H1)

Saldo berekenen (H2)

Percentage berekenen (H2)

Tom wordt over één jaar 18. Hij wil dan een auto kopen. De auto die hij wil kopen kost €8.800. Hij heeft al €7000 gespaard. De rest moet hij reserveren. 

Hoeveel moet Tom het komende jaar per maand reserveren? 

Maak opdracht 9

Aan het einde van deze oefeningen kan je:

Rekenen met procenten (H1) √ 

Omrekenen week naar maand EN maand naar week (H1) √

Reservering berekenen (H1) √

Saldo berekenen (H2)

Percentage berekenen (H2)

Opdracht 10.
Wat is antwoord 10A?

Maak opdracht 11

Aan het einde van deze oefeningen kan je:

Rekenen met procenten (H1) √ 

Omrekenen week naar maand EN maand naar week (H1) √

Reservering berekenen (H1) √

Saldo berekenen (H2) √

Percentage berekenen (H2)

Percentage berekenen

Hoe doen we dat nog alweer?

Ik krijg 10 euro korting op een artikel dat normaal 35 euro kost. 

Hoeveel procent korting krijg ik dan?

Percentage berekenen

Deel 

           _____ x 100

Geheel

Maak opdracht 12 t/m 15

Aan het einde van deze oefeningen kan je:

Rekenen met procenten (H1) √ 

Omrekenen week naar maand EN maand naar week (H1) √

Reservering berekenen (H1) √

Saldo berekenen (H2) √

Percentage berekenen (H2) √