Werkwoordelijk gezegde P5

Voordat we gaan beginnen...
20 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Voordat we gaan beginnen...
20 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
  1. Nakijken persoonsvorm en zinsdelen
  2. Uitleg werkwoordelijk gezegde
  3. Oefenen lesson-up
  4. zelfstandig aan de slag. 

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 4
2 a Vanwege het slechte weer / moesten / we / de jaarlijkse buurtbarbecue / afgelasten.
b Na het zwemmen van vijftig baantjes / klom / Vayèn / uit het water.
c Alle vrienden / kochten / een klein cadeautje / voor de verjaardag van Esmee.
d Een overtreding / moet / je / niet / verwarren / met een misdrijf.
e Is / de werkloosheid / vorige maand / licht / gedaald?
f Sam / heeft / met dierenposters / haar kamer / versierd.
g De helft van de Nederlandse bevolking / sport / te weinig.
h Wanneer / ga / je / je zus / helpen / met de verhuizing?

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 5
1 Je ziet onze burgemeester dikwijls in de stad. waar
2 Sinds vandaag verkopen ze brownie-ijs bij de Italiaanse ijssalon. waar
3 De loofbomen in het stadspark worden jaarlijks flink gesnoeid. niet waar
4 In de hal van het restaurant hangen tientallen tegeltjes met spreuken. waar
5 Indra plaatste op Instagram foto’s van haar kleurrijke sneakers. waar
6 Zal de inbreker worden betrapt door een oplettende buurtbewoner? niet waar

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 6
1 De kok / heeft / voor zijn gasten / een heerlijke salade / gemaakt.
2 De volgende variaties zijn mogelijk:
– De kok heeft een heerlijke salade voor zijn gasten gemaakt.
– Een heerlijke salade heeft de kok voor zijn gasten gemaakt.
– Voor zijn gasten heeft de kok een heerlijke salade gemaakt.
– Heeft de kok een heerlijke salade voor zijn gasten gemaakt?
– Heeft de kok voor zijn gasten een heerlijke salade gemaakt?
Je kunt ‘gemaakt’ ook iets naar voren halen:
– De kok heeft een heerlijke salade gemaakt voor zijn gasten.
– Een heerlijke salade heeft de kok gemaakt voor zijn gasten.
– Heeft de kok een heerlijke salade gemaakt voor zijn gasten?

Slide 5 - Diapositive

Doel

Vandaag ga je leren hoe je het werkwoordelijk gezegde in een zin kan vinden.

Eerst krijg je een korte uitleg en daarna kan je aan de slag met een paar oefenzinnen.

Slide 6 - Diapositive


Wat is een werkwoord?

Slide 7 - Question ouverte

Theorie
Eerst een filmpje, dan een samenvatting

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

 Werkwoordelijk gezegde
  • Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel.
  • Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
  • De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
  • Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp ‘doet’ of ‘overkomt’.
  • Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!

Ik heb veel te doen.
werkwoordelijk gezegde: heb te doen



Slide 10 - Diapositive

Met je buurman of buurvrouw
Je krijgt 5 minuten om opdracht 1 op blz. 212 samen te maken. 
Schrijf alle 3 de zinnen op in je schrift. (alle twee)
Klaar? Dan ga je lezen
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Dan is het nu tijd om te oefenen!

Slide 12 - Diapositive

Het regent al de hele dag.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 13 - Question ouverte

Is alles gelukt gisteren?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 14 - Question ouverte

De nieuwe buren hebben zich gisteren aan ons voorgesteld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 15 - Question ouverte

Het is buiten erg afgekoeld door de regen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 16 - Question ouverte

Nu een beetje moeilijker!

Slide 17 - Diapositive

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 18 - Question ouverte

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is het onderwerp?

Slide 19 - Question ouverte

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 20 - Question ouverte

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is de persoonsvorm?

Slide 21 - Question ouverte

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het onderwerp?

Slide 22 - Question ouverte

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?
A
Door van de zin een vraagzin te maken.
B
Door de vraag te stellen: Wie of Wat + persoonsvorm.
C
Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
D
Ik snap het nog niet.

Slide 24 - Quiz

Voor volgende week..
Pak je plenda!
Maak: opdrachten 2, 3, 4, 5, 6 op blz. 212

Voor volgende week dinsdag

Denk ook aan paragraaf 1 en 2 van woordenschat online.

Slide 25 - Diapositive

Afgelopen weekend heb ik alleen maar Netflix gekeken.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 26 - Question ouverte

Afgelopen weekend heb ik alleen maar Netflix gekeken.
Wat is het onderwerp?

Slide 27 - Question ouverte

Afgelopen weekend heb ik alleen maar Netflix gekeken.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 28 - Question ouverte

Zaterdagavond was de live-uitzending van Vrienden van Amstel Live op tv te zien.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 29 - Question ouverte

Zaterdagavond was de live-uitzending van Vrienden van Amstel Live op tv te zien.
Wat is het onderwerp?

Slide 30 - Question ouverte

Zaterdagavond was de live-uitzending van Vrienden van Amstel Live op tv te zien.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 31 - Question ouverte