Spelling 4kb

Spelling
Werkwoorden tt/ vt/ vtd
Samenstellingen
Hoofdletters
Punten, dubbele punten, komma's
meervoud
verkleinwoorden

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling
Werkwoorden tt/ vt/ vtd
Samenstellingen
Hoofdletters
Punten, dubbele punten, komma's
meervoud
verkleinwoorden

Slide 1 - Diapositive

Uit welke drie vormen kunnen je kiezen in de tt?

Slide 2 - Question ouverte

1. Hij (belanden) in de put.
2. K4B (worden) de beste klas van de school.
3. Jouw broers (worden) dit jaar 20 en 24.
4. (belanden) je in de put?

Slide 3 - Question ouverte

1. De kaarsen (branden) gisteren de hele dag.
2. Ik (schrobben) het huis afgelopen week.
3. Ik (lunchen) de hele maand alleen (vt).
4. Hij (focussen) zich volledig op zijn tentamen.

Slide 4 - Question ouverte

1. Ik heb de toets (herkansen).
2. Het is helaas al (gebeuren).
3. Zij hebben haar (verraden).

Slide 5 - Question ouverte


Samenstelling & tussenletters

Slide 6 - Diapositive

Samenstelling met tussen -n
Samenstelling met tussen -n
Horloge?winkel

honde?brokken

Slide 7 - Diapositive

Samenstelling en tussenletter

Je schrijft geen tussenletter als...
A
het eerste woord geen zn is
B
het geen meervoud heeft
C
alleen een meervoud op een -s heeft
D
het aangeeft hoe leuk of groot iets is

Slide 8 - Quiz

Tussenletters
A
dwarstraat
B
dwarsstraat

Slide 9 - Quiz

Tussenletters
A
hondeweer
B
hondenweer

Slide 10 - Quiz

tussenletter
A
hogenschool
B
hogeschool

Slide 11 - Quiz

tussenletter
A
zonnenschijn en groentensoep
B
zonneschijn en groentensoep
C
zonneschijn en groentesoep
D
zonnenschijn en groentesoep

Slide 12 - Quiz

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
(Aub een ander antwoord dan aan het begin van een zin)

Slide 13 - Question ouverte

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 14 - Diapositive

Wanneer schrijf je GEEN hoofdletters?
maanden, dagen, windsteken. historische tijdperken en woorden afgeleid van feestdagen

Dus: Kerstmis, maar kerstkrans


Slide 15 - Diapositive

Hoofdletters:
waar staan de hoofdletters goed?
A
Ik ken stef Van leeuwen
B
Ik ken Stef van Leeuwen
C
ik ken stef van Leeuwen
D
ik ken Stef Van leeuwen

Slide 16 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 17 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 18 - Quiz

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 19 - Quiz



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 20 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
mavo
B
MAVO

Slide 21 - Quiz

Leestekens
Wanneer plaats je punten, komma's en dubbele punten?

Slide 22 - Diapositive

Plaats leestekens
- Kaylee Lucas en Myrthe volgen vandaag meerdere lessen Sommige lessen vielen uit hierdoor konden ze later naar school De volgende lessen bleven over Nederlands wiskunde en ondernemen Kaylee vroeg aan een klasgenoot hé beginnen we vandaag om 12.00u of 11.00u Als je ondernemen volgt moet je er om 11.oou zijn

Slide 23 - Question ouverte

Dit vindt ik nog lastig
werkwoorden
samenstellinge
hoofdletters
leestekens

Slide 24 - Sondage