Studiedag 23-10-2023

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Studiedag 23-10-2023

Woordenschat

Programma van vandaag

09:00 - 09:30 Start en terugblik 

09:30  - 10:15 opdracht

10:15 - 10:45 pauze

10:45 - 12:15 uitleg en opdrachten 

12:15 - 13:00 pauze (met lunch)

13:00 - 15:00 uitleg en opdrachten

15:00 afsluiting

Algemeen Nederlands

Schooltaal- en instructietaalwoorden

Algemene vaktaal/ beroepstaal

Vakbegrippen, vaktermen

Deze woorden komen vaak voor in het dagelijks leven.

Woorden die specifiek gebruikt worden in leeractiviteiten en schoolse teksten.

Woorden uit het dagelijks leven, die ook in een andere betekenis voorkomen in een vakopleiding. Deze woorden zijn algemeen bekend, maar komen in een bepaald beroep veel vaker voor en hebben een specifieke betekenis.

Woorden die verwijzen naar specialistische begrippen waar de leerlingen de betekenis niet van weet. Deze zijn altijd nieuw voor leerlingen.

Algemeen Nederlands

Schooltaal- en instructietaalwoorden

Algemene vaktaal/ beroepstaal

Vakbegrippen, vaktermen

Waar let je op bij het kiezen van woorden? (denkvragen)

1. Het woord komt vaak voor in mijn vak.
2. Het is een woord dat bijna nooit voorkomt.
3. Dit woord kan ik goed uitleggen, want ik vind het een leuk woord.
4. Ik weet zeker dat dit woord iedereen kent.

Denkvragen 

Waar let je op bij het kiezen van woorden? (denkvragen)

1. Dit woord kan ik snel laten zien met een plaatje en dan kunnen we verder.
2. De leerlingen hebben dit woord niet echt nodig voor mijn vak, maar het komt voor in de tekst, dus ik leg het een keertje uit.
3. Dit woord moeten de leerlingen begrijpen om het vak te kunnen volgen.
4. De leerlingen weten wat het woord betekent, dus ik leg het natuurlijk uit.

Denkvragen

Denkvragen

Denkvragen

Gebruik je de lidwoorden (de/het/een) bij de woorden?

1. Nee, dat is nog meer informatie.
2. Ja, ik schrijf de lidwoorden er direct bij.
3. Nee, veel leerlingen doen dit al vanzelf goed.
4. Ja, maar ik schrijf de woorden niet op.

Denkvragen

Groepsindeling

Nederlands : Rianne, Adelien

Rekenen: Aletta, Karin, Tessa

Mens & maatschappij: Annemarijn, Annemieke, Mark

LOB/Burgerschap: Matthias, Selena, Ingeborg

Koken: Bas, William, Nathanja

Techniek, metaal, hout: Gerrit, Jorrit, Twan

CCV: Tjeerd, Willeke

Bewegingsonderwijs: Florentijn, Jan Frank

Tuin: Corinda, Andre

Sova: Wilma, Erik, (Sylvia)

Opdracht 1: Selecteer samen 5 woorden. 

Stuur per groepje de woorden in die jullie hebben geselecteerd.

Semantiseren

Wat betekent semantiseren

1. Het uitleggen van een woord.
2. Bedenken hoe/op welke manier ik de woorden ga uitleggen.
3. Het opschrijven van een woord.
4. Een setje woorden aan de leerlingen laten zien.

Hoe kan je een woord semantiseren?

Voorbeelden van semantiseren

Woordenschat in de les

Wat de meesten van ons doen: 

Incidenteel uitleggen of alleen maar uitleggen. 

Wat gaat helpen voor onze leerlingen: 

Uitleggen, uitbeelden en uitbreiden.

Opdracht 2

1. Kies 2 woorden om te semantiseren. 

2. Bedenk bij elk woord een werkvorm om het woord uit te leggen. 

3. Bedenk bij elk woord een manier om het woord visueel te maken. 

4. Beschrijf dit voor beide woorden in het format (in je mail). 

5. Iedereen 'presenteert' straks één woord. 

Tot 13:00 uur! 

Uitleg consolideren

Welke werkvormen kun je al bedenken voor het consolideren van woorden?

Voorbeelden van consolideren

1. Woord van de dag/week kiezen. Dit woord komt op verschillende manieren terug in je les o.a. door het zelf te gebruiken.

 

2. Woordmuur maken met de woorden die je/wij aanbieden in een periode.

Spelletjes

Woordraadspel: Leerling of leerkracht heeft een woord in het hoofd. De anderen proberen achter het woord te komen door vragen te stellen.

Uitbeelden, kan ook in doorgeefspel: Drie leerlingen op de gang, om de beurt komen ze binnen, en geven het woord door, d.m.v. uitbeelden)

Wat hoort er niet bij?: Gereedschap waar je mee kan meten, maar één ding is geen meetgereedschap.

Wat is het verschil tussen...?: Bijvoorbeeld een zeef en een vergiet of tussen schaven en schuren?

Woordbingo / woordzoeker e.d.

Iets vertellen over het woord: Is het waar? Is het waar, dan gaan de leerlingen staan.

Opdracht 

Mail de opdracht

1. Maak van elke bladzijde van deze laatste opdracht een foto. 

2. Mail deze foto's naar [e-mail] (samen met de opdracht semantiseren)

3. Onderwerp van de mail: Woordenschat de Boog

Wat zijn de sterke punten van de techniekles van docent Sander?

Eenvoudige communicatie

Woordenschat leeftijd

De opdracht: scenario's uitspelen

Je maakt zelf groepjes van 3. 

- 1 iemand is de docent. 

- 1 iemand is de taalzwakke leerling. 

- 1 iemand is de observant. 

Speel het scenario tussen de docent en leerling. De observant schrijft op wat er opvalt. 

Wat vond je lastig toen je de docent speelde? Waar liep je tegenaan?

Wat neem je mee van deze dag?