Talent vmbo-t/havo 1 grammatica taalkundig les 1 Hoofdstuk 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Talent mavo/havo 1 grammatica taalkundig les 1

Leerdoelen

Na deze les....

kan de de volgende woordsoorten benoemen:

zelfstandig naamwoord, lidwoord en werkwoord.

Woordsoorten

De losse woorden van een zin benoemen. Dit heet woordsoorten benoemen.

Woordsoorten zijn bijvoorbeeld:

zelfstandig naamwoord, lidwoord of werkwoord.

Zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord: mensen, dieren, dingen (bijv. planten), begrippen en namen.

Kenmerken:

• meestal kan je er een lidwoord voor zetten (de tafel, het hek) ;
• meestal kan je er een meervoud van maken (de tafels, de hekken);
• meestal kan je er een verkleinwoord van maken (het tafeltje, het hekje).

Wat is geen zelfstandig naamwoord?

1. Alice
2. beer
3. gras
4. lief

wat is/zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Mijn moeder houdt ervan om op op vakantie te gaan!

1. mijn, op, vakantie
2. moeder, vakantie
3. moeder, ervan, vakantie
4. moeder, vakantie, te gaan

zoek alle zelfstandige naamwoorden uit deze zin:
In de kerstvakantie ben ik naar Zwolle gegaan en heb daar een oliebol gegeten!

Het lidwoord

Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord en nooit alleen. 

'De' en 'Het' zijn bepaalde lidwoorden en 'een' is een onbepaald lidwoord.

Een bepaald lidwoord wordt gebruikt als je precies weet wat je bedoel; de jongen, het schrift.

Een onbepaald lidwoord wordt gebruikt als je niet precies weet wat je bedoelt; een jongen, een schrift.

Welke woorden zijn lidwoorden?
Ik heb nog een appel over, wil jij er een?

1. eerste EEN
2. tweede EEN
3. Allebei

Het werkwoord

• Een werkwoord drukt een handeling uit, het is een doe-woord.

Bijvoorbeeld: lopen, fietsen, denken, slapen.

• Ook kunnen ze een gebeurtenis of situatie uitdrukken.

Bijvoorbeeld: Hij loopt. Hij denkt. Het regent. Ze zwommen.

• Een werkwoord kun je vervoegen door het aantal te veranderen: ik denk, jij denkt, wij denken

scheidbare werkwoorden

Sommige werkwoorden worden wanneer je ze in een zin gebruikt in stukjes geknipt. Beide delen horen dan wel bij het werkwoordelijk gezegde!

nakijken, opzoeken, invullen

De docent kijkt de toets na

Hij zoekt de moeilijke woorden op

Zij vult het formulier in

Omschrijving werkwoord
geen voorbeeld!

Hoeveel zelfstandige naamwoorden tel je?

Het spannende boek werd regelmatig geleend door mijn zus.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Leg uit! Wat is een zelfstandig naamwoord?

noteer alle werkwoorden
Ik ken een geheime doorgang naar het volgende level.

Kim heeft haar smartphone op de grond laten vallen.
Hoeveel znw zie je?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Noteer alle zelfstandige naamwoorden
Kunnen we morgen een afspraak maken?

noteer alle zelfstandige naamwoorden
Ik ken een geheime doorgang naar het volgende level.

Noteer alle lidwoorden
Kunnen we morgen een afspraak maken?

Is de lesstof duidelijk en kan je hiermee aan de slag?

😒🙁😐🙂😃

Opdrachten

Om de lesstof goed onder de knie te krijgen gaan we opdrachten maken, zodat we kunnen oefenen.

We gaan maken:

H2.7

2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 18, 22

Klaar? Maak Test Jezelf of Versterk jezelf.

Herhaling leerdoelen

Na deze les....

kan ik de volgende woordsoorten benoemen:

zelfstandig naamwoord, lidwoord en werkwoord.

Boekopdracht 2

In magister vind je de nieuwe boekopdracht

Je mag in groepjes van 6 naar de mediatheek om een nieuw leesboek te zoeken. 

Let erop dat je een boek kiest wat je echt aanspreekt!

Lees de achterflap, blader door het boek en lees hier en daar een stukje. Lees de eerste blz.

Heb je zin om door te lezen? Dan heb je jouw boek gevonden!