Verpleging kind: Klinisch redeneren, coördinatie, kwaliteitszorg, voorlichting



Klinisch redeneren, coördinatie, kwaliteitszorg, voorlichting
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging kindMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Klinisch redeneren, coördinatie, kwaliteitszorg, voorlichting

Slide 1 - Diapositive

Inhoud les
-Klinisch redeneren
-Coördinatie 
-Kwaliteitszorg
-Voorlichting

Slide 2 - Diapositive

Klinisch redeneren
Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis (fysiologie, anatomie, pathologie, farmacologie). Zo kunnen verpleegkundigen goed onderbouwen welke verpleegkundige interventies zij moeten inzetten bij een ziektebeeld of verpleegprobleem en welke vervolgstappen ze moeten nemen.

Slide 3 - Diapositive

Redeneerhulpen
Redeneerhulpen zijn bedoeld om op een professionele manier probleemsituaties te analyseren, te verduidelijken, te benoemen, in te delen of op te lossen.

Voorbeelden van redeneerhulpen op de kinderafdeling zijn: PEWS, APGAR-score, SIRS. 

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld redeneerhulp kinderafdeling: PEWS


De redeneerhulp PEWS (pediatric early warning score) is de kindervariant van de EWS. De normaalwaarden van de parameters van kinderen wijken namelijk af van die bij volwassenen. Bij de PEWS worden de volgende parameters geobserveerd: hartfrequentie, systolische bloeddruk, ademfrequentie, temperatuur, AVPU, ongerustheid, urineproductie en saturatie. Deze parameters geven een beeld van de conditie van de vitale functies van het kind. Afhankelijk van de hoogte van de score wordt afgewacht of een arts geïnformeerd.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld van klinisch redeneren
Stap 1: Oriëntatie op de situatie/het klinisch beeld: er is iets aan de hand.

Stap 2: Wat is er precies aan de hand (klinische probleemstellingen)?
Stap 3: Welk aanvullend klinisch onderzoek is nodig?
Stap 4: Wat moet ik doen (klinisch beleid)?
Stap 5: Wat kan ik daarvan verwachten (klinisch verloop)?
Stap 6: Hoe is het gegaan (evaluatie van het beleid) en hoe moet het eventueel anders?




Slide 6 - Diapositive

Coördinatie van zorg: ketenzorg
 
Samenwerking tussen zorgverleners verhoogt de kwaliteit van zorg meetbaar en zichtbaar. Door een effectieve ketenzorg worden het kind, het gezin en de ontwikkeling van het kind zo min mogelijk belast of verstoord.


Ketenzorg in de kindergeneeskunde gebeurt op twee manieren: ketenzorg bij de klinische opname van het kind en ketenzorg van het chronisch zieke kind.

Slide 7 - Diapositive

Welke vormen van coördinatie van zorg op een kinderafdeling zijn er?
timer
2:00

Slide 8 - Question ouverte

Verpleegkundige coördinatie en afstemming op ziekenhuisniveau
Overdracht van de dienst
Interne overplaatsing
Externe overplaatsing
Ontslag
Artsenvisite

Slide 9 - Diapositive

Kwaliteitszorg
Alle zorginstellingen moeten zorg leveren die voldoet aan de kwaliteitseisen die zijn vastgesteld in de Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ). Dit heeft de overheid zo bepaald. Denk aan de eis dat alleen BIG-geregistreerde zorgverleners voorbehouden handelingen mogen uitvoeren en dat een zorginstelling verantwoorde zorg levert die voldoet aan de kwaliteitseisen van de beroepsgroep.

Slide 10 - Diapositive

Voorlichting, advies en instructie
-Voorlichting, advies en instructie (VAI) aan kinderen en hun ouders vraagt bijzondere pedagogische vaardigheden van verpleegkundigen en artsen. 
-Meer dan in welke andere situatie dan ook, moet je aansluiten bij de belevingswereld van het kind, zonder daarbij de ouders uit het oog te verliezen. Je geeft je VAI eigenlijk op twee verschillende niveaus, die beide serieus moeten worden genomen: het niveau van het kind en het niveau van de ouders.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Maak de casus over de verpleegkundige als zorgcoördinator

Slide 12 - Diapositive