Veldwerkdag

Veldwerkdag
aanstaande vrijdag
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Veldwerkdag
aanstaande vrijdag

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 7 en 8 zijn voor m&n


Deze opdracht telt mee voor het rapport
Je mag samenwerken in groepjes van 4.

Deadline nader te bepalen

Slide 2 - Diapositive

Planten determineren
Proefvlak

Determineren
Download de gratis app:obsidentify.
Als dit niet lukt voldoet plantnet ook!


Percentage berekenen
Naam plant
Percentage van het oppervlak

Slide 3 - Diapositive

Indicator soort
Lamsoor (zout)
Dopheide (zuur)

Slide 4 - Diapositive

Dierenleven
5-10 minuten

Welke dieren zie je?

Determineren met:
Zoekkaart
Obsidentify

Slide 5 - Diapositive

Onderzoeksverslag
Je start met het voorblad met je:
Naam, klas, datum, titel en bijpassende foto of illustratie.

Slide 6 - Diapositive

1. Inleiding
Informatie over hetgeen dat je gaat onderzoeken (gebaseerd op bronnen).

2. Onderzoeksvraag (Wat wil ik onderzoeken)
Je vraagt je iets af.

Bijvoorbeeld: je hebt een zakje met zaadjes gekocht. Het valt je op dat de zaadjes in het zakje niet kiemen.

Je stelt dan de volgende vraag:
Hoe komt het dat de zaadjes in het zakje niet kiemen?

ALTIJD een open vraag

Slide 7 - Diapositive

Let op:
Je onderzoeksvraag maak je zelf. Vergelijk bijvoorbeeld de twee verschillende proefvlakken. Wat verwacht je? Waarom?

Slide 8 - Diapositive

Je vraagt je af of planten sneller gaan groeien als ze aan muziek worden blootgesteld. Welke onderzoeksvraag kun je hierbij formuleren?

Slide 9 - Question ouverte

3. Hypothese (Wat veronderstel ik?)
In deze stap bedenk je een antwoord op de vraag.
Je probeert de uitkomst van de proef te voorspellen.
'Als...... dan......'

4. Benodigdheden (Wat heb ik nodig)
Om je proef uit te voeren heb je spullen nodig: de benodigdheden.
In deze stap maak je een lijstje van alles wat je nodig hebt.

Slide 10 - Diapositive

Je vraagt je af of huidmondjes kunnen openen en sluiten. Hiervoor gebruik je een onderzoek waarbij je een stukje blad onder de microscoop bekijkt.

In een bron heb je het volgende gelezen: Een huidmondje bestaat eigenlijk uit twee sluitcellen. Als er veel water in de sluitcellen zit, dan staan de huidmondjes open. Zit er weinig water in de sluitcellen van het huidmondje, dan worden deze cellen een beetje slap en sluiten ze het huidmondje af.

Slide 11 - Question ouverte

5. Werkwijze/Experiment (Wat ga ik doen?)
In deze stap bedenk je een manier om te bewijzen dat je hypothese klopt.
Je bedenkt daarvoor een proef. Denk erom dat je maar één factor tegelijkertijd kunt onderzoeken.

Als je de proef hebt bedacht en uitgeschreven in een stappenplan, dan kun je het gaan uitvoeren.




6. Resultaten (Wat neem ik waar?)
Je bekijkt wat er is gebeurd en schrijft dit op. Je meet wat er gebeurt: bijv. hoe vaak iets gebeurt, hoe snel iets gaat, temperatuur etc.
Deze gegevens zet je in een tabel




7. Maak een grafiek of staafdiagram van de gegevens uit de tabel

Slide 12 - Diapositive

8. Conclusie
In deze stap geef je antwoord op de onderzoeksvraag die je hebt gesteld aan het begin en vertel je of je hypothese juist was (en waarom wel/niet).

9. Discussie
Beschrijf welke factoren invloed kunnen hebben gehad op jouw resultaten.
Beschrijf ook wat je beter had kunnen doen.
Eventueel ideeën voor een vervolgonderzoek.


Slide 13 - Diapositive