CKV TL3: Theater

Goedemiddag!
THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Goedemiddag!
THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER THEATER 

Slide 1 - Diapositive

Planning van vandaag
  • Korte uitleg
  • Theater: genres
  • Theater: verhaalopbouw
  • Uitleg groepsopdracht: Script + keuzeopdracht

Slide 2 - Diapositive

Wat is theater?

Slide 3 - Carte mentale

Ben je al eens in het theater geweest?
Ja
Nee

Slide 4 - Sondage

Theater

Voorwaarden:
1. Maker en kijker zijn tegelijk aanwezig.
2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu.
3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders.

Slide 5 - Diapositive

Wat is theater?
Om te kunnen begrijpen wat theater is, is het belangrijk om te weten in welke context het is ontstaan: waar ligt de basis?


Slide 6 - Diapositive

Theater in de Griekse Oudheid
Theaterfestivals ter ere van de god Dionysos
Gebaseerd op universele emoties!
Universele thema's

Slide 7 - Diapositive

Theater in de Middeleeuwen
Bijbelverhalen op een begrijpelijke manier gespeeld, op het dorpsplein. Later volksverhalen: moraliteiten.
Toegankelijk theater

Slide 8 - Diapositive





Willam Shakespeare
1564 - 1616




"De grootste toneelschrijver aller tijden"

Slide 9 - Diapositive

Shakespeare
Nog steeds een grote invloed op hedendaags

theater
film
televisie
literatuur
muziek

Slide 10 - Diapositive

William Shakespeare
  • Tijdloze, universele thema's: menselijk.
  • Eerste moderne toneelschrijver.
            - Geen herhaling van klassieke schrijvers, maar eigen                                                 stukken.
           - Stukken niet gebaseerd op religieuze verhalen.
  • Schreef: historiestukken; tragedies; komedies; romantische drama's.

Slide 11 - Diapositive

William Shakespeare
  • Grote invloed op de Engelse taal: 2000 woorden, zinnen en uitdrukkingen toegevoegd!
  • Waarom?

Vraag: Welk Engels woord, dat door Justin Bieber als eerste is gebruikt en daarna door nog heel veel meer artiesten en uiteindelijk door iedereen, komt van Shakespeare?

Slide 12 - Diapositive

William Shakespeare



"Swagger": op een uitdagende/brutale manier rondlopen.
"Swag"

Slide 13 - Diapositive

William Shakespeare
De invloed van William Shakespeare op taal is nog steeds te vinden in de huidige Engelse taal. Zozeer dat we dat eigenlijk niet eens meer door hebben.



Slide 14 - Diapositive

Shakespeare of hiphop?

Slide 15 - Diapositive

"To destroy the beauty from which one came..."

Slide 16 - Diapositive

Shakespeare of hiphop?
A
Shakespeare
B
Hiphop

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

"Maybe it's hatred I spew, maybe it's food for the spirit."

Slide 19 - Diapositive

Shakespeare of hiphop?
A
Shakespeare
B
Hiphop

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

"Men would rather use their broken weapons than their bear hands."

Slide 22 - Diapositive

Shakespeare of hiphop?
A
Shakespeare
B
Hiphop

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

"I was not born under a rhyming planet."

Slide 25 - Diapositive

Shakespeare of hiphop?
A
Shakespeare
B
Hiphop

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Theater - genres

Theater is niet één variant op hetzelfde...

Er zijn heel veel verschillende soorten theater - genres.


Je kan dus nooit zeggen "ik vind theater niet leuk...".
Want welk soort theater bedoel je dan?

Slide 28 - Diapositive

Theatergenres

  • Cabaret
  • Locatietheater
  • Bewegingstheater
  • muziektheater
  • Teksttoneel
  • Dans 

Slide 29 - Diapositive

Praktische opdracht
Script schrijven
*
Keuzeopdracht: 
Decor/kostuums ontwerpen - storyboard maken - filmpje maken

Slide 30 - Diapositive

Theater - verhaalopbouw

Belangrijk om een verhaal te begrijpen - 5 W'S:

WIE?

WAT?

WAAR?

WANNEER?

WAAROM?

Slide 31 - Diapositive

Het schrijven van een script
  1. Het verhaal gaat over een eigen gekozen thema, quote
  2. Wie zijn de hoofdpersonen?
  3. Wie zijn de bijpersonen?
  4. Waar speelt het zich af?
  5. Wat is de beginsituatie?
  6. Hoe eindigt het verhaal?
Je script moet ongeveer een of meerdere scenes van in totaal 2 á 3 minuten opleveren.

Slide 32 - Diapositive

Het ontwerpen van kostuums en decor
• Decor: ontwerp het decor: de omgeving waar het zich afspeelt. Hoe gaat het toneel eruit zien? Teken dit op A4 papier, gedetailleerd uitgewerkt met (kleur)potlood.  (Digitaal tekenen mag ook.)
Onderbouw (minimaal 100 woorden) waarom het decor er zo uitziet. Let op: het decor
moet duidelijk passen bij jullie script/scene.
-
• Kostuums: Ontwerp de kostuums: wie draagt welke kleding? Maak per personage een tekening van het kostuum. Werk het uit met (kleur)potlood. Onderbouw (minimaal 100 woorden) waarom de kostuums zo gekozen zijn. Waarom past dit zo goed bij het personage?




Slide 33 - Diapositive

Het maken van een storyboard
  • Maak aan de hand van je script een storyboard met  minimaal 6 vakken
  • Denk er aan dat deze scènes samen 2 á 3 minuten  moeten duren

Slide 34 - Diapositive

Filmpje maken


Je gaat het zelfgeschreven script opnemen op beeld.
Je verdeelt de rollen tussen de groepsgenoten: minimaal twee acteerrollen!
Vind je het acteren erg lastig, denk dan ‘out of the box’ ben creatief!

Je mag het op een plek naar keuze opnemen. Mits veilig.
Je mag attributen gebruiken die op school aanwezig zijn. Mits veilig.

Slide 35 - Diapositive