Spellen en formuleren oefentoets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen

• Ik oefen met de stof voor de toets 
• Ik weet met welke stof ik meer moet oefenen

Belangrijk:

• Eerst hand opsteken, dan praten. 
• Op een klasgenoot reageren? Niet doen...
• Eigen plekken

Ondanks de (benutten) strafschop had het team toch verloren.

(vinden) jij het ook niet gek dat meneer Vogelzang niet kan zingen? (t.t.)

Na een stevige vechtpartij (geven) hij zich over. (v.t.)

Het (verrotten) dak kon het op elk moment begeven.

jij (snoozen) de wekker altijd drie keer voordat je opstaat! (t.t.)

Mohammed (gamen) de hele nacht. (v.t.)

Ik heb mij tijdens de les goed (focussen).

(vinden) jij 'aardige Ali' een mooi voorbeeld van een alliteratie? (t.t.)

Zij (besteden) zoveel tijd aan haar make-up. (t.t.)

Zou hij vroeger hebben (turnen)?

De (verraden) soldaat werd gelukkig (vrijspreken).

1. verraadde, gevrijsproken
2. verraadden, vrijgesproken
3. verraadde, vrijgesproken
4. verraadden, gevrijsproken

spelling leer je alleen als je het volgende doet; oefenen oefenen, en oefenen

1. Drie fouten
2. Vier fouten
3. Vijf fouten

Lesdoelen:

• Ik weet hoe ik de toets moet voorbereiden
• Oefenen met de leerstof 

Toets lezen 1. Kennen:

• Leesmanieren (welke er zijn)
• Leesstrategieën (welke er zijn en wanneer je ze gebruikt)
• Tekstgeraamte 
• Criteria voor het bepalen van het tekstniveau
• Hoofdzaak/kernzin van een alinea
• Leesmotor
• Woordraadstrategieën

Toets lezen 1. Kunnen:

• Tekstgeraamte markeren 
• Verschil tussen leesmanieren en leesstrategieën uitleggen
• Uitleggen hoe de leesmotor werkt
• Uitleggen wanneer je een leesstrategie toepast
• Het onderwerp van een tekst kunnen bepalen
• Aangeven wat de belangrijkste zin van een alinea is 
• Vragen over een tekst kunnen beantwoorden 

Aan de slag!

• Individueel en in stilte (10 min)

• Opdracht:  
  Werk opdracht 1 en 2 uit. 

Samenvatten: 

• Je kijkt naar de belangrijkste zin van de alinea. Dat is meestal de eerste of laatste zin. Als het goed is dan is de alinea een uitwerking van die zin. 
• Je zorgt ervoor dat die zinnen in je samenvatting terugkomen!  

Aan de slag!

In duo's: 

Opdracht:
- Zoek samen naar de kernzinnen. Schrijf de kernzinnen in je schrift. 
- Hoofdzaak uit elke alinea gevonden? Werk opdracht drie uit. 

Voor vandaag: 

- Terugblik opdracht verhaal/spelling
- Nakijken samenvatting

- Oefentoets lezen 

Opdracht spelling: 

• Wat deed de klasgenoot goed? Denk aan de hoofdletters, leestekens en creativiteit. 
• Welke tips zou je willen meegeven, zodat de leerling zich kan verbeteren?  

Samenvatting

Woensdag 16 november werd de Artemis-raket gelanceerd. Het is voor het eerst sinds 1972 dat er zo’n grote maanraket is gelanceerd. De raket heeft poppen aan boord. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft een onderdeel voor deze raket geleverd en dat is een primeur.

De lancering van de Artemis ging niet van een leien dakje. Er waren veel technische problemen die voor vertraging zorgden en ook een orkaan gooide roet in het eten. Daardoor werd de lancering meerdere keren uitgesteld. Omdat er tegenwoordig veel minder budget is, duurt het ook langer voordat technische problemen kunnen worden opgelost.

Wat een overeenkomst is tussen de ruimtevaart in de jaren 60 en nu is dat er veel enthousiasme voor is, maar dat er ook gemengde gevoelens zijn. Is Artemis zijn geld wel waard? Daarover zijn de meningen verdeeld.

Oefentoets nakijken

• Individueel en in stilte

• Kijk je antwoorden na. 
• Noteer waar je meer mee moet oefenen voor de toets. 

Toets voorbereiden

• Individueel (30 minuten)
• 
  
• 
  
• Opdracht: 
  - Maak een samenvatting van de kennen-lijst 
  - Maak tien toetsvragen over de kennen-lijst. Schrijf op een ander blad de antwoorden op de vragen.  

De (benadelen) leerling (krijgen) compensatie (v.t.)

1. benadeelte, krijgt
2. benadeelde, kreeg
3. benadeelte, kregen
4. benadeelde, krijgt

Hij (koppen) de bal beter (als/dan) jij. (v.t.)

1. kopde, als
2. kopte, als
3. kopde, dan
4. kopte, dan

Zij heeft het als voetballer net zo ver geschopt (als/dan) jij.

Opa...

POA
APO

Piet gebaarde druk met zijn handen om de auto te laten stoppen.

1. OPA
2. APO
3. POA
4. PAO

Naar de auto rende hij om zijn spullen te pakken.

1. APO
2. OPA
3. POA
4. PAO

Is Piet er nu klaar voor?

1. APO
2. PAO
3. OPA
4. POA

Die...of dat?

Het jongetje...voetbalt heeft veel plezier

...meisje daar heeft een nieuwe Iphone.

Is...jongen een klasgenoot of een idioot?

Klaar!

Je kan alvast verder oefenen. Zie de Magister mail! 

Wat is het goede antwoord?

• Zwartepiet of zwartenpiet?
• Maneschijn of manenschijn? 
• Konijnehoek of konijnenhok?
• Lievelingdier of lievelingsdier?

Aan de slag!

• Individueel en in stilte (10 minuten) 
• Klaar? Zie bord
• Vragen? Na de tien minuten kun je ze stellen

Opdracht: 
Maak spelling les 3

Aan de slag!

• Ga naar je mail.
• Neem stap een tot en met vier goed door.
• Werk stap een tot en met vier uit. Dat kan op papier, maar ook digitaal. Zorg ervoor dat je volgende les kunt laten zien wat je hebt gedaan #huiswerkcontrole