week 44 leerjaar 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen 2.2 

Deelonderwerpen herkennen

Doel:

- Je herkent de deelonderwerpen van een tekst.

Uitleg

Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen.

Een goede aanpak om de deelonderwerpen snel te vinden:

- stel het onderwerp vast (lees titel en begin)

- bekijk de lay-out (witregels/tussenkopjes)

- bij twijfel -> lees eerste en/of laatste zin alinea

schilderen

Deelonderwerpen

Voorbeelden van deelonderwerpen bij schilderen:

- schoonmaken

- repareren

- grondverf

- aanbrengen

- aflakken

Luisteren 2.2 

Instructieve teksten

Doel:

- Je begrijpt de belangrijkste aanwijzingen uit een demonstratie of instructie.

kenmerken instructie

Uitleg

In een instructie krijg je uitleg hoe je iets moet doen.

Een instructie heeft vaak de volgende kenmerken:

- begin onderwerp genoemd

- aanwijzingen

- concrete stappen, vaak in vaste volgorde

Uitleg

Let op de signaalwoorden en werkwoorden

1. signaalwoorden 

'eerste stap', 'daarna', 'uiteindelijk'

2. werkwoorden 

'Haal de hendel naar beneden'

In de praktijk krijg je vaak uitleg aan de hand van een demonstratie.

Schrijven 1.5

Enquête 

Doel:

- Je maakt een enquête .

Wanneer gebruik je een enquête?

Uitleg

Enquête

- laat ondervraagden antwoorden aankruisen of aanklikken (snel en goed verwerken)

- formuleer meerkeuzevragen en/of formuleer stellingen (helemaal mee eens - helemaal oneens)

- zet aan het einde van je enquête eventueel enkele vragen 

- schrijf bovenaan een inleiding

* doel

* aangeeft hoeveel tijd

* instructie

Uitleg

Verwerk de resultaten:

1.  turf antwoorden

2. reken aantallen om naar percentages

3. zet percentages in een staaf- of cirkeldiagram

Aan de slag

Lezen 2.2: opdracht 1,2 (3 niveau 3)

Luisteren 2.2: opdracht 1,2 (3 niveau 3)

Schrijven 1.5