Urinewegstelsel Anatomie en Pathologie

Urinewegstelsel


Anatomie, fysiologie én pathologie van de urinewegen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Urinewegstelsel


Anatomie, fysiologie én pathologie van de urinewegen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  • Planning tot aan de zomervakantie (wijziging)
  • Pathologie urinewegen
  • Pauze!
  • werken aan samenwerkend lerenopdracht 3

Slide 2 - Diapositive

Planning tot aan de zomer!

Slide 3 - Diapositive


Hoe zit je erbij vandaag?
Gemotiveerd en klaar voor de les
Matige motivatie, maar gaat me wel lukken vandaag
Geen motivatie, niet klaar voor de les

Slide 4 - Sondage

Slide 5 - Diapositive

Benoem onderdeel 2
A
Blaas
B
Urineleiders
C
Plasbuis
D
Nieren

Slide 6 - Quiz

Functie van de nieren
Filterfunctie:
  1. Water (beïnvloedt bloedvolume/bloeddruk)​
  2. Zouten (invloed op waterhuishouding/bloedvolume/bloeddruk)​
  3. Zure en basische stoffen (invloed op zuurgraad bloed)​
  4. Afvalstoffen en overtollige stoffen uit stofwisseling

Vochtregulatie:
  1. De hoeveelheid water in het bloed​
  2. De hoeveelheid zouten in het bloed​
  3. De pH (= zuurgraad) van het bloed

Hormonaal:
  1. De aanmaak van EPO door de nier stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg.
  2. Renine heeft een rol binnen de bloeddrukregulatie​
  3. ADH wat en voor zorgt dat er minder urine geproduceerd wordt



Slide 7 - Diapositive

Welk hormoon stimuleert de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen in het beenmerg?
A
Hb
B
Oestrogeen
C
ADH
D
EPO

Slide 8 - Quiz

Wat doet het Hormoon ADH?
A
Zorgt er voor dat de nieren minder urine aanmaken
B
Zorgt ervoor dat onze hersenen een signaal krijgen om WEL te plassen
C
Zorgt er voor dat de nieren meer urine aanmaken
D
Zorgt er voor dat onze hersenen een signaal krijgen om NIET te plassen

Slide 9 - Quiz

Welke stoffen horen niet thuis in de samenstelling van urine?

Slide 10 - Carte mentale

Samenstelling van urine
Aanwezig:
  1. Water​
  2. Zouten/ mineralen: o.a. natrium, kalium, chloor, calcium​
  3. Afvalstoffen: o.a. ureum en creatinine

Horen niet aanwezig te zijn:
  1. Eiwit​
  2. Glucose ​
  3. Bloedcellen. ​
Aanwezigheid hiervan kan wijzen op ziekten.  





Slide 11 - Diapositive

De blaas stuurt de hersenen een signaal wanneer hij 'vol' begint te raken. Bij hoeveel ml is dat?
A
150ml
B
500ml
C
300ml
D
80ml

Slide 12 - Quiz

Urinelozing (mictie)
  1. Wanneer de blaas +/- 300 mL urine bevat, neemt de druk op de wand toe en wordt een signaal naar het ruggenmerg en de hersenen gestuurd
  2. Binnenste sluitspier ontspant voor lozing (onwillekeurig)
  3. Buitenste sluitspier kan getraind worden (zindelijkheid)

Slide 13 - Diapositive

Sluitspieren blaas

Slide 14 - Diapositive

Nachtelijk plassen
Urine productie >2000 ml per dag
Urine productie < 50 ml per dag
Plaats de onderstaande begrippen bij de juiste beschrijving
.

.

Nycturie
Anurie
Poly urie

Slide 15 - Question de remorquage

Welke ziekten van het urinewegstelsel ken je allemaal?

Slide 16 - Carte mentale

Urine-incontinentie
We hebben verschillende soorten van urine-incontinentie. Hieronder zie je er vier. Zoek van elke soort de oorzaak en de klachten op:
  1. Stressincontinentie
  2. Urge-Incontinentie 
  3. Overloopincontinentie 
  4. Reflexincontinentie 


Slide 17 - Diapositive

Oorzaken van incontinentie
  1. Stressincontinentie ​= Verslapte bekkenbodemspieren & gynaecologische operaties
  2. Urge-Incontinentie = Blaasontsteking, prostaatvergroting, medicatie, aandoening zenuwstelsel en psychologisch zoals stress
  3. Overloopincontinentie = Vergroting prostaat, verzakkingen of verslapping spier of afsluiting urinebuis​
  4. Reflexincontinentie = Ruggenmergletsel (dwarsleasie), hersenbeschadiging (Alzheimer) en zenuwebeschadiging (


Slide 18 - Diapositive

Wat gebeurt er bij Stressincontinentie ?
A
Urineverlies tijdens fysieke inspanning
B
Aandrangcontinentie, waardoor urine niet tegengehouden kan worden
C
Ongewild urineverlies zonder aandrang
D
Ongewild urineverlies door overvolle blaas​

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er bij Reflexincontinentie ?
A
Urineverlies tijdens fysieke inspanning
B
Ongewild urineverlies door overvolle blaas​
C
Aandrangcontinentie, waardoor urine niet tegengehouden kan worden
D
Ongewild urineverlies zonder aandrang

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er bij Overloopincontinentie  ?
A
Urineverlies tijdens fysieke inspanning
B
Ongewild urineverlies door overvolle blaas​
C
Aandrangcontinentie, waardoor urine niet tegengehouden kan worden
D
Ongewild urineverlies zonder aandrang

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurt er bij Urge-incontinentie ?
A
Urineverlies tijdens fysieke inspanning
B
Ongewild urineverlies door overvolle blaas​
C
Aandrangcontinentie, waardoor urine niet tegengehouden kan worden
D
Ongewild urineverlies zonder aandrang

Slide 22 - Quiz

Urineweginfectie
Een urineweginfectie is een verzamelnaam voor een blaasontsteking en een nierbekkenontsteking. 
  • Urethritis: ontsteking van de urinebuis 
  • Cystitis: ontsteking van de blaas
  • Pyelitis: ontsteking van het nierbekken 
  • Pyelonefritis: ontsteking van het nierbekken en nierweefsel

Slide 23 - Diapositive

Benoem de oorzaken van een UWI

Slide 24 - Question ouverte

Oorzaken UWI
Bacteriën uit de darmen​ komen in de blaas.


Deze bacteriën kunnen terechtkomen bij de uitmonding van de urinebuis en van hieruit opstijgen naar de blaas. ​

Hoe komt het dat vrouwen meer kans hebben op een urineweginfectie dan mannen?



Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Wat zijn mogelijke symptomen van een UWI?

Slide 27 - Carte mentale

Symptomen van een UWI
  1. Een pijnlijk of branderig gevoel bij het plassen;​
  2. Vaker moeten plassen;​
  3. Kleine beetjes plassen;
  4. Een loze aandrang: het gevoel dat je moet plassen terwijl er vervolgens niks komt;​
  5. Pijn in de (onder)buik, onderrug of flank;​
  6. Bloed in de urine
  7. Sterk ruikende urine
  8. Koorts




Slide 28 - Diapositive

Diagnose
Om vast te kunnen stellen of iemand een UWI heeft 
zal urine-onderzoek plaats moeten vinden. 
  • Combur 7 (teststrips)
  • Dipslide/uricult
  • Uriswab

Slide 29 - Diapositive

Een Urosepsis kan het gevolg zijn een urineweginfectie. Wat is een Urosepsis?
A
Necrose
B
Functieverlies van de nieren
C
Koorts
D
Bloedvergiftiging ontstaan door urinewegontsteking

Slide 30 - Quiz

Urosepsis

  1. Een urosepsis is een bloedvergiftiging als gevolg van een urinewegontsteking.
  2.  Als je een hevige ontsteking van de nierbekkens/nierweefsel hebt kunnen de bacteriën giftige stoffen afscheiden in de bloedbaan. 
  3. Door deze giftige stoffen ontstaat urosepsis, waarbij hoge koorts, lage bloeddruk, misselijkheid, braken, rillingen, moeheid, geen eetlust en soms bloedingen en uitval van organen kunnen ontstaan.

Slide 31 - Diapositive

Wat vond je van de les?
Interessant, geen vragen meer.
Interessant, niet al mijn vragen zijn beantwoord
Ik kon mijn concentratie niet vasthouden.

Slide 32 - Sondage