Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Modals
Hulpwerkwoorden
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hulpwerkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van de les:
1. Weet je wat modal verbs zijn.
2. Weet je wanneer je deze moet gebruiken.
3. Kun je zinnen maken met modal verbs.
Slide 2 - Diapositive
Dutch
Je
moet
naar de dokter
gaan
.
Ik
moet
de afwas
doen.
Slide 3 - Diapositive
English
You
must
go
to the doctor.
I
should do
the dishes.
Slide 4 - Diapositive
When do you use these words?
Slide 5 - Diapositive
should
-
have to
-
must
Deze hulpwerkwoorden gebruik je om te zeggen dat er iets moet gebeuren.
1.
should
=advies.
2.
have to
= het moet, het is verplicht.
3.
must
= als je zelf vindt dat het moet of als het moet maar het is niet verplicht.
Slide 6 - Diapositive
Should
Should = advies
You should stop eating fast food if you want to stay healthy.
Slide 7 - Diapositive
Have to
Have to = verplicht.
All drivers have to stop in front of a red traffic light!
Slide 8 - Diapositive
Must
must =
als je zelf vindt dat het moet of als het moet maar het is
niet verplicht.
I
must
go to bed early tonight if I want to be ready for the test tomorrow.
Slide 9 - Diapositive
Can/could
als je vraagt of jij/iemand anders iets kan of zou kunnen doen.
1.
Can=
vaardigheden
en
toestemming
2.
Could=
wat zou kunnen gebeuren
Egs:
Can you call me back?
Could you give me some money?
(
Could
is de
beleefde versie
van
Can
!)
Slide 10 - Diapositive
Een modal verandert meestal niet van vorm
I
should
go
to school.
You
should
go
to school.
He/She/It
should
go
to school.
We
should
go
to school.
They
should
go
to school.
Slide 11 - Diapositive
Have to
Dit is de enige modal die wel verandert:
I
have to
go
to school.
You
have to
go
to school.
He/she/it
has to
go
to school.
We
have to
go
to school
They
have to
go
to school
Slide 12 - Diapositive
Na een modal komt het hele werkwoord (verb)!
You
have to take
your medication.
I
should eat
something.
We
must go
to bed early.
Slide 13 - Diapositive
I ...... swim very well.
A
can
B
should
C
has to
D
must
Slide 14 - Quiz
My mother said I ..... eat my vegetables.
A
could
B
should
C
have to
D
must
Slide 15 - Quiz
I .... go home now.
A
can
B
should
C
have to
D
has to
Slide 16 - Quiz
In class work - modals
Complete:
Ex 51
a/ b/ c
(p. 116)
Ex 52 (p. 117)
Ex 53
a / b
(p. 118)
Be prepared to share your work with the class!
If not finished, this is homework
timer
15:00
Slide 17 - Diapositive
Recap
Slide 18 - Diapositive
Agenda
MODALS
- Recap
- online exercises
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Hoe vraag je aan een vriend(in):
Kun je het raam open doen?
...........you open the window?
Slide 21 - Question ouverte
Hoe vraag je aan je vader of moeder:
Kun je me helpen?
..........you help me?
Slide 22 - Question ouverte
Hoe vraag je aan je leraar:
Kun je me helpen?
...........you help me?
Slide 23 - Question ouverte
Vraag aan iemand die je niet kent:
Kan je vertellen hoe laat het is?
.......you tell me what time it is?
Slide 24 - Question ouverte
I ...... swim very well.
A
can
B
should
C
has to
D
must
Slide 25 - Quiz
My mother said I ..... eat my vegetables.
A
could
B
should
C
have to
D
must
Slide 26 - Quiz
You ..... tell him you can't make it.
A
can
B
should
C
have to
D
could
Slide 27 - Quiz
She ...... see the doctor about her leg.
A
can
B
should
C
has to
D
have to
Slide 28 - Quiz
I .... go home now.
A
can
B
should
C
have to
D
has to
Slide 29 - Quiz
Vertaal in het Engels:
Jij moet naar de dokter gaan. (Verplicht)
Slide 30 - Question ouverte
Maak een goede zin in het Engels:
Ik moet meer groenten eten.
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal in het Engels:
Zij zouden meer moeten lezen.
Slide 32 - Question ouverte
Hoe vraag je aan een vriend(in):
Kun je het raam open doen?
Slide 33 - Question ouverte
Hoe vraag je aan je leraar:
Kunt u mij helpen?
Slide 34 - Question ouverte
Samenvattend:
Can, could, should, have to and must zijn hulpwerkwoorden.
Deze werkwoorden veranderen niet van vorm, behalve have to. Bij he/she/it wordt het has to.
Ze staan voor het echte werkwoord.
Slide 35 - Diapositive
agendaweb.org
Slide 36 - Lien
Done!
What did we learn?
Slide 37 - Diapositive
Ik weet nu wat modals zijn en hoe ik daar zinnen mee kan maken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Sondage
In class work - modals
Complete ex. 57, 58, 59, 60 and 61 on 112 – 115 - Modals
Ex. 54 on p. 110 - Vocabulary
Be prepared to share your work with the class!
If not finished, this is homework
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juin 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modals
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Janvier 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Week 2: Passive (8B)
Août 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
CT2 Modals
Mars 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modals
Octobre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
CH2 - E + Grammar
Décembre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
CH2 - E + Grammar
Avril 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2