5.7 t/m 5.18

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

Inhoud van de les

• Herhalingsvragen
• Uitleg 
• Maken opdracht 5.7 t/m 5.18
• Tijd over: aan ondernemingsplan

Wat is een balans?

1. een overzicht van de bezittingen en schulden
2. Een overzicht van de vaste- en vlottende activa
3. een overzicht van de gekochte goederen
4. een overzicht van de voorraad

Is de balans een momentopname?

1. juist
2. onjuist

Debiteuren zijn:

1. Klanten die al wel hebben gekocht maar nog niet hebben betaald
2. Klanten die al wel hebben gekocht en hebben betaald
3. De betaalmiddelen van een onderneming
4. Een ander woord voor bezittingen

Wat zijn crediteuren?

1. Een persoon/bedrijf waar de onderneming nog geld van krijgt
2. Een persoon/bedrijf die nog goederen moet leveren
3. Een persoon/bedrijf die de onderneming nog moet betalen.
4. Een persoon/bedrijf die nog schulden heeft.

Beantwoord deze vragen in tweetallen. Tijd: 5 minuten

Klaar? Wacht even rustig.

1. Geef de naam voor de linkerkant van de balans. Geef ook de naam voor de rechterkant van de balans.
   
2. In welke 3 categorieën kan de linkerkant verdeeld worden? Noem van iedere categorie ook één balanspost.
   
3. In welke 3 categorieën kan de rechterkant verdeeld worden? 
4. Wat is het verschil tussen de balanspost ‘inventaris’ en de balanspost ‘voorraad’?

Voorraadgrootheden

Omdat de balans een momentopname is, kunnen de balansposten per moment verschillen.

De bezittingen en het vermogen heten daarom voorraadgrootheden, omdat de waarde ervan op een bepaald tijdstip wordt gemeten.

Mutatiebalans

• Mutatiebalans: geeft weer welke balansposten met welke bedrag toe- of afnemen. Alleen de balansposten die veranderen en het bedrag waarmee, nemen we op in de mutatiebalans.

• Je maakt niet steeds de hele balans opnieuw --> veel schrijfwerk --> aan het einde van de periode voeg je de mutaties samen en maak je één nieuwe balans

Voorbeeld mutatiebalans

Oefening

Eerst gaan we oefenen met mutaties

Mutatiebalans oefening

Een bedrijf verkoopt een bedrijfsauto voor 3000 euro en ontvang dat bedrag per kas. 

Debet

Credit

Mutatiebalans oefening

Een bedrijf verkoopt een bedrijfsauto voor 3000 euro en ontvang dat bedrag per kas. 

Debet	Credit
auto - 3000
kas + 3000

Mutatiebalans oefening

Een bedrijf lost per bank 2500 euro af op een lening. Tegelijkertijd schrijven ze 1000 euro af van het bedrijfspand. 

Debet

Credit

Mutatiebalans lening

Een bedrijf lost per bank 2500 euro af op een lening. Tegelijkertijd schrijven ze 1000 euro af van het bedrijfspand. 

Debet	Credit
bedrijfspand -1000	eigen vermogen - 1000
bank -2500	Lening -2500

Ga aan de slag!

Maak eerst opdracht 5.7 t/m 5.18

Klaar? Laat het aan mij zien.

 Ga daarna verder met het ondernemingsplan

Tijd: huiswerk tot 15:00, daarna aan het ondernemingsplan