wonen thema 3

Taalklas

  • we gaan het hebben over "Mijn huis"
  • We lezen samen en boek
  • Numo
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taalklas

  • we gaan het hebben over "Mijn huis"
  • We lezen samen en boek
  • Numo

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij "huis" ?

Slide 2 - Question ouverte

Bij mij thuis.
Praatplaat

Slide 3 - Diapositive

Ik woon ......... een huis.
A
onder
B
op
C
naast
D
in

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van huis?
A
huisen
B
huishuis
C
huizen
D
huises

Slide 5 - Quiz

wonen is een werkwoord
ik woon
jij ..............
A
wonen
B
woon
C
woont
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Wie heeft er een foto van zijn/haar huis???

Slide 7 - Diapositive

de flat

Slide 8 - Diapositive

Het huis van mevrouw Finke
Het hoekhuis

Slide 9 - Diapositive

Vrijstaand huis

Slide 10 - Diapositive

de woonboot

Slide 11 - Diapositive

Een kasteel aan zee?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Het rijtjeshuis

Slide 13 - Diapositive

huis
kerk
theater

Slide 14 - Question de remorquage

Het huisnummer

Slide 15 - Diapositive

Vervoer
Wonen
Sport

Slide 16 - Question de remorquage

Een villa met een zwembad?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Uit welk land kom jij?
Hoe lang ben jij al in Nederland?               
In welke straat woon jij?
Wat is je huisnummer?
Wat is je woonplaats?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Het huis
de woonkamer                                   de zolder
de slaapkamer
de keuken           de badkamer

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Meubels

Slide 22 - Diapositive

Welke meubels heb je net gezien?

Slide 23 - Question ouverte

De     De woonkamer 

Slide 24 - Diapositive

Welke meubels zag je ?

Slide 25 - Question ouverte

Een huis in een grot?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

slordig/ rommelig
Niet netjes!

Slide 27 - Diapositive

opruimen
Ik ruim mijn kamer zelf op.
mijn moeder ruimt mijn kamer op

Slide 28 - Diapositive

netjes/ opgeruimd
Mijn kamer is netjes
Mijn kamer is opgeruimd

Slide 29 - Diapositive

Wat klopt er niet?
Wat is niet goed?
A
schoon - vies
B
netjes rommelig
C
hoog-lang
D
goed-fout

Slide 30 - Quiz

Een huis met een glijbaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Waar denk je aan bij "huis" ?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive