Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De Romeinse samenleving
4.2 en 4.3
Slide 1 - Diapositive
Programma
terugblik
uitleg 4.2 + 4.3
check
afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.
⇒Is Herodotus een voor- of tegenstander van de bestuursvorm die hij beschrijft in tekst 1? Leg je antwoord uit met voorbeelden uit de tekst.
Gebruik de tekst
Slide 3 - Question ouverte
Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.
⇒Welke bestuursvorm beschrijft Herodotus in tekst 2?
Gebruik de tekst
Slide 4 - Question ouverte
Bekijk de verschillende soorten kapitelen in de bron.
Wat is de juiste volgorde van vroeg naar laat?
A
A, B, C
B
B, A, C
C
C, B, A
D
A, C, B
Slide 5 - Quiz
In welke gebieden hadden de Grieken kolonies? Kies het juiste antwoord
A
Gebied B, F en A
B
Gebied B, E en D
C
Gebied B, C en D
D
Gebied A, B en D
Slide 6 - Quiz
-Noem een feit uit de bron -Noem een mening uit de bron
Slide 7 - Question ouverte
Deze opdracht gaat over de overheid van het Romeinse rijk.
Welke opmerking over de overheid van het Romeinse rijk is juist?
A
Het Romeinse rijk werd vanaf de stichting bestuurd door een keizer en later door een gekozen dictator.
B
In de eerste tijd werd het Romeinse rijk bestuurd door een keizer en later werd het een republiek.
C
Rome was eerst een koninkrijk en werd later een republiek.
D
Rome werd eerst geregeerd door de senaat, maar daarna werden koningen er de baas.
Slide 8 - Quiz
Wat zie je op deze afbeelding?
A
De Senaat
B
Het Pantheon
C
Het Forum Romanum
D
Het Colosseum
Slide 9 - Quiz
Hieronder staan drie beschrijvingen van bestuursvormen in het Romeinse Rijk. Welke beschrijving hoort bij de Romeinse republiek?
A
Een bestuursvorm/staatsvorm waarin de senaat het machtigst is
B
Een bestuursvorm/staatsvorm waarin een koning het staatshoofd is.
C
Een bestuursvorm/staatsvorm waarin de meerderheid van het volk beslist
Slide 10 - Quiz
Wie stonden tegenover elkaar in de Romeinse burgeroorlog die begon in 44 v.Chr.?
A
Augustus tegenover Octavianus
B
Octavianus tegenover Marcus Antonius
C
Marcus Antonius tegenover Caesar
D
Caesar tegenover Cicero
Slide 11 - Quiz
Waarom werden de oorlogen tegen Carthago gevoerd?
A
De Punische oorlogen werden gevoerd om de Romeinen, die in Noord-Afrika woonden te bevrijden van de Carthaagse heerschappij.
B
Rome streefde naar overheersing van het hele Middellandse zeegebied en Carthago beheerste het westen van de Middellandse Zee.
C
De Romeinen wilden controle over de hele Middellandse Zee om van daaruit over te steken naar Engeland om dat te veroveren.
D
De Punische oorlogen waren een middel voor Rome om Carthago te straffen voor de verliezen die waren geleden tijdens de koningstijd.
Slide 12 - Quiz
Wat is PAX ROMANA?
A
Rustige tijd in Romeinse rijk.
B
Dat het in druk werd in Rome
C
Er werd veel gevochten.
D
De mensen verlieten Rome om op het platteland te wonen.
Slide 13 - Quiz
Welke verklaring kunnen we geven voor het feit dat de autoriteiten in Rome 'brood en spelen' organiseerden?
A
Zo probeerden men het volk rustig te houden
B
Zo probeerden men het volk meer aan sport te laten doen
C
Zo probeerden men het volk aan te moedigen in het leger te gaan
D
Zo probeerden men het volk gezonder te laten eten
Slide 14 - Quiz
weet je welke sociale verschillen er waren in het Romeinse Rijk
kun je verklaren Romeinse leiders hun volk tevreden konden houden door middel van Brood en Spelen
Je kent drie kenmerken van de Grieks-Romeinse cultuur
Je weet wat verdraagzaamheid is en kunt uitleggen waarom Romeinse leiders verdraagzaam zijn
Slide 15 - Diapositive
De Romeinse economie
Het leven in het Romeinse rijk was gebaseerd op landbouw en nijverheid.
Veel handel tussen steden --> profiteerden van Pax Romana
Slide 16 - Diapositive
Rijk zijn
Rijksten in het rijk zijn Patriciërs (adel)
Hoe meer grond je bezat, hoe rijker je was
woonden in villa's
eetfeesten
slaven
Slide 17 - Diapositive
Arm zijn
gewone volk, ook wel plebejers
woonden in flats of hutjes
aten buiten de deur
geen riolering
Slide 18 - Diapositive
Leven op het plattenland
boeren waren zelfstandig, maar vanwege de vele oorlogen waren mannen veel van huis
verkochten hun boerderij aan de rijken: afzakken tot het proletariaat
of: werken op het plattenland voor rijke boeren
Slide 19 - Diapositive
Brood en Spelen
om volk tevreden te houden: gratis graan
gladiatorengevechten werden georganiseerd om volk te vermaken
georganiseerd door leiders of autoriteiten om zelf populair te worden
Slide 20 - Diapositive
Slaven
verkregen uit oorlogen als krijgsgevangen
werkten in landbouw, in huizen van rijken en soms als gladiator
soms konden zij zich vrijkopen
Slide 21 - Diapositive
Veel culturen door elkaar
In het grote Romeinse Rijk bestonden veel verschillende culturen, het wordt daarom ook wel een multiculturele samenleving genoemd
Veel van deze culturen kwamen samen in de hoofdstad Rome
Zo waren er in Rome mensen van allerlei soorten en maten, Afrikaanse, Europese en Aziatische
Slide 22 - Diapositive
De staatsgoden
Er waren veel verschillende goden in het rijk, maar er waren ook staatsgoden
Deze staatsgoden kennen wij als de Romeinse goden zoals: Jupiter, Juno, Mars en Minerva
Voor hen liet de keizer ook feesten organiseren
Slide 23 - Diapositive
De Romeinen nemen de Griekse goden over, maar veranderen hun namen. Koppel de Romeinse naam een de Griekse god.
Zeus
Oppergod
Poseidon
Zee
Hermes
Handel
Ares
Oorlog
Aphrodite
Liefde
Neptunus
Venus
Jupiter
Mercurius
Mars
Slide 24 - Question de remorquage
Bouwwerken
De Romeinen maken overal in het rijk bouwwerken
Ieder bouwwerk heeft een taak
De belangrijkste bouwkenmerken zijn:
Zuilen
De gebouwen werden (deels) ondersteun met zuilen
Bogen
De boog was een stevige bouwvorm
Koepels
Met een koepel kon ruimte gemaakt worden
Slide 25 - Diapositive
Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.
Het colosseum
Slide 26 - Diapositive
Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.
Badhuizen
Slide 27 - Diapositive
Godsdienstige verdraagzaamheid
In het Romeinse Rijk was er een godsdienstige verdraagzaamheid(tolerantie)
Zolang de mensen de keizer en staatsgoden eerden, mochten de mensen daarnaast iedere religieaanhangen die ze maar wilden
Slide 28 - Diapositive
Naar Grieks voorbeeld
De Romeinen waren onder de indruk van de Griekse cultuur en namen veel dingen daarvan over
Denk dan aan Griekse kunst, architectuur, wetenschap en filosofie
Slide 29 - Diapositive
Bogen zijn door de Romeinen uitgevonden
Ook de koepel is een Romeinse uitvinding
Slide 30 - Diapositive
Grieks Romeins
Slide 31 - Diapositive
Burgerrecht
alle burgers hebben gelijke rechten
mochten niet zonder bewijs of proces worden veroordeeld
Burgers konden met hun conflict naar een rechter gaan
Burgers hadden recht op een advocaat
Slide 32 - Diapositive
Wat waren de twee belangrijkste kenmerken van het Romeinse recht?
A
Het was alleen voor burgers en mannen.
B
Iedereen was voor de wet gelijk en de rechter was neutraal.
C
Iedereen was voor de wet gelijk en de wet was vastgelegd.
Slide 33 - Quiz
Wat was het belangrijkste verschil tussen de Griekse en Romeinse beeldhouwkunst?
A
Bij de Grieken waren het vooral naakte mannen.
B
Bij de Romeinen waren het vooral naakte vrouwen.
C
Bij de Grieken waren de beelden perfect, bij de Romeinen realistisch.
Slide 34 - Quiz
Welke twee vormen voegden de Romeinen toe aan de Griekse bouwkunst? (twee keer 1 woord zonder komma, met spatie, op alfabetische volgorde).