huid , slijmvliezen en gebit

Huid , slijmvliezen, gebit en nagels
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Huid , slijmvliezen, gebit en nagels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Ik  weet de functie en bouw van de huid
Ik weet functie de  van de slijmvliezen
Ik weet de bouw en functie van het gebit
Ik weet de bouw en functie van de nagels

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet ik dit weten?

  • De huid, slijmvliezen, gebit  en nagels geven belangrijke informatie over de conditie van de zorgvrager,
  • Signaleren wat is normaal / afwijkend

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor dient de huid?

Slide 5 - Question ouverte

1. Lichaamstemperatuur regelen.
2. Stoffen uitscheiden. (transpiratie)
3. Gevoelsprikkels opvangen. (zenuwuiteinden.) Door deze zenuwuiteinden kun je warmte, kou, pijn en drukprikkels (tastzin) voelen.
4. Lichaam beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf, zoals schadelijke stoffen, bacteriën, zonnestralen, of een (ongewenst) contact met een (hard) voorwerp.
5. Vet opslaan in het onderhuids bindweefsel. (buffervoorraad vetreserves) 6. Vorming van vitamine D. voor je botten, 
Waarvoor dient de huid?
  • Lichaamstemperatuur regelen
  • Stoffen uitscheiden.
  • Gevoelsprikkels opvangen
  • Lichaam beschermen 
  • Vet opslaan in onderhuids bindweefsel. 
  • Vormen van vitamine D




Slide 6 - Diapositive

  • Lichaamstemperatuur regelen. De lichaamstemperatuur is gemiddeld 37 °C. Als de lichaamstemperatuur daalt, wordt de doorbloeding van de huid minder. Er wordt dan minder warmte aan de omgeving afgegeven en de huid ziet bleek. Wanneer de lichaamstemperatuur te hoog dreigt te worden, verhoogt de doorbloeding van de huid. Er wordt dan meer warmte aan de omgeving afgegeven en de huid ziet rood. De lichaamstemperatuur wordt ook beïnvloed door de zweetklieren in de huid. Door transpireren gaat er lichaamswarmte verloren.
  • Stoffen uitscheiden. De huid scheidt vocht uit in de vorm van transpiratie. In transpiratievocht zitten zouten en afbraakproducten. De belangrijkste functie van zweetklieren is het regelen van de lichaamstemperatuur.
  • Gevoelsprikkels opvangen. In de huid ligt een groot aantal zenuwuiteinden. Door deze zenuwuiteinden kun je warmte, kou, pijn en drukprikkels (tastzin) voelen.
  • Lichaam beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf, zoals schadelijke stoffen, bacteriën, zonnestralen of een (ongewenst) contact met een (hard) voorwerp.
  • Vet opslaan in het onderhuids bindweefsel. Dit vet dient als een buffervoorraad (vetreserves) voor het lichaam. Wie wil afvallen, moet deze vetreserves gebruiken (bijvoorbeeld door meer te bewegen).
  • Vormen van vitamine D. Deze vitamine helpt bij de afzetting van kalkzouten in groeiend botweefsel. Bij een gebrek aan vitamine D kan de Engelse ziekte (rachitis) ontstaan. Vitamine D wordt gevormd onder invloed van ultraviolette straling van het zonlicht. Daarnaast wordt vitamine D ook aan sommige voedingsmiddelen toegevoegd, bijvoorbeeld aan margarine.
Uit welke lagen bestaat de huid?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van de huid
De huid bestaat uit:
  1. Opperhuid: hoornlaag en kiemlaag
  2. Lederhuid .
  3. Onderhuids bindweefsel

Slide 8 - Diapositive

 de hoornlaag: miljoenen dode en verhoornde cellen die afgestoten (bruine huid gaat eraf na een tijdje)
Kiemlaag (moederlaag of slijmlaag): vanuit hier groeit de hoornlaag weer aan nieuwe cellen
in begin zijn ze kubusvormige epitheel cellen dan worden er weer nieuwe gemaakt dus de oude worden naar buiten geduwd deze verliezen dan vocht en hun celkern. hier wordt dan hoornstof gemaakt en zo ontstaat de hoornlaag die los laat (huidschilfer) In de cellen van de kiemlaag zitten de pigmentkorrels die zorgen voor de kleur vd huid en zorgen voor bescherming tegen te sterke straling van de zon. Opperhuid wordt gevoed door de bloedvaten van de lederhuid (loopt in elkaar over)
Lederhuid =bindweefsel met veel elastische vezels, bevat veel bloedvaten en zenuwen
Hier zitten ook de zweetklieren talgklieren haarwortels en zenuwen voor tast, pijn en temperatuur 
Onderhuids bindweefsel = verbinding tussen de lederhuid en de botten en spieren. Het is losmazig  en gevuld met vet (reservevoedsel, beschermlaag en warmte isolatie)

Wat zijn functies van de opperhuid?
A
Geeft bescherming tegen bacteriën/ virussen en Uv-straling
B
Geeft stevigheid
C
Opslag water
D
Pigmentcellen voor huidskleur

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het gedeelte van de huid dat bestaat uit dode huidcellen?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
hoornlaag
D
onderhuidsbindweefsel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke laag van de huid wordt een tatoeage gezet?
A
opperhuid
B
lederhuid
C
onderhuidsbindweefsel
D
allemaal

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er allemaal in de lederhuid?
A
bloedvaten en talgklieren
B
bloedvaten, talgklieren en vet
C
bloedvaten, talgklieren, vet, haarwortels, zenuwen
D
bloedvaten, talgklieren, zenuwen en haarwortels

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lederhuid
Is bindweefsel met veel elastische vezels, bevat veel bloedvaten en zenuwen
Hier zitten ook de zweetklieren talgklieren haarwortels en zenuwen voor tast, pijn en temperatuur 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand heeft een bloedende schaafwond. Welke laag of lagen zijn beschadigd?
A
hoornlaag, kiemlaag, lederhuid onderhuidsbindweefsel
B
hoornlaag
C
hoornlaag, kiemlaag, lederhuid
D
hoornlaag en kiemlaag

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderhuidsbindweefsel vormt de scheiding tussen huid en weefsel dat daar onder zit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderhuids bindweefsel
Verbinding tussen de lederhuid en de botten en spieren. Het is losmazig weefsel en grotendeels gevuld met vet wat dient als reservevoedsel, beschermlaag en warmte isolatie.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je aan de huid zien?

Slide 17 - Question ouverte

jong/oud
welk ras
koud/warm hebt
verzorging van iemand

belangrijk bij contact leggen
zenuwen spelen hierbij een rol wel/niet prettig aanraking
Hoe dik is de huid gemiddeld?
A
1 mm tot 3 mm
B
1,5 mm tot 3 mm
C
0,5 mm tot 5 mm
D
1 mm tot 5 mm

Slide 18 - Quiz

De oppervlakte is ruim anderhalve vierkante meter. Het dunste stukje huid, de oogleden, is maar een halve millimeter dik. Op de voetzolen zit het dikste stuk huid en dat kan vijf millimeter dik zijn.

Welk onderdeel van de huid maakt een stof die huid en haren soepel houdt?
A
kiemlaag
B
zweetklier
C
huidcellen
D
talgklier

Slide 19 - Quiz

De talgklieren scheiden een olieachtige stof (talg) af. Dankzij de talg blijven haar en huid soepel en kan de huid geen water opzuigen.
Welke laag van de huid maakt nieuwe cellen aan ?
A
kiemlaag
B
hoornlaag
C
lederhuid
D
onderhuids vetweefsel

Slide 20 - Quiz

Vanuit de kiemlaag groeit de hoornlaag steeds weer aan. De cellen van de kiemlaag delen zich voortdurend. Zo vermenigvuldigen ze zich. In het begin zijn het kubusvormige epitheelcellen. Als ze naar boven schuiven, worden ze platter, want onderweg verliezen ze vocht en verdwijnt hun celkern. Uit het protoplasma van die cellen wordt de hoornstof gevormd. Zo ontstaat de hoornlaag die uiteindelijk wordt afgestoten.
Wat doet de hoornlaag?
A
Beschermt de huid tegen uitdrogen
B
Maakt nieuwe cellen aan
C
Bevat waarnemingszintuigen
D
Beschermt de huid tegen beschadiging

Slide 21 - Quiz

De hoornlaag bestaat uit miljoenen dode en verhoornde cellen. Dagelijks worden er hoorncellen afgestoten. Dat de hoorncellen worden afgestoten, is goed te zien als je gebruinde huid na de vakantie weer bleker wordt: de (oude, gebruinde) hoorncellen worden dan langzaamaan vervangen door nieuwe (niet-gebruinde) cellen
Welke laag van de huid bestaat uit dode cellen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
onderhuids vetweefsel

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt eelt op je handen.
Welke laag van de huid is dan extra dik?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
hoornlaag

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe voorkomt je lichaam oververhitting?
A
Zweten
B
Haarvaten in je huid worden wijder
C
A en B beide
D
A en B beide niet

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebit

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van het gebit?

Slide 26 - Question ouverte

1. verdelen van voedsel in hapklare brokken
2. Vermalen van voedsel
3. vergroten van het oppervlakte van het voedsel
4. mengen van voedselbrij met speeksel
Wat zijn de verschillen tussen tanden en kiezen?

Slide 27 - Question ouverte

Tand                                      Kies
een wortel                een of meerder wortels
voor in de mond             achter in de mond
zelfde aantal             meer bij blijvend gebit
scherp                         molensteen
Tanden en kiezen
Volwassenen hebben 32 gebitselementen
tanden ( snij tanden en hoektanden)
 kiezen  (valse en ware)

kinderen hebben een melkgebit van 20 tanden en kiezen
zij hebben nog geen ware kiezen
tussen 6 -12  jaar wisselen van tanden en kiezen 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie tanden en kiezen
Snijtanden: scherp geschikt om stukken af te bijten

Hoektanden: scherpe puntig maken taai voedsel klein

Kiezen: vierkante "molenstenen die voedsel vermalen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tand/kies zit waar?
Valse kies
Ware kies
Hoektand
Snijtand

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In je tanden zitten.....
A
bloedvaten
B
zenuwen
C
bloedvaten en zenuwen
D
geen van beiden

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van tandglazuur?
A
Het tandbeen beschermen tegen zuren
B
Het vastzetten van de tand in de kaak
C
Het afbijten van voedsel
D
het aantonen van tandplak

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar lopen de zenuwen van tanden?
A
in de tandholte
B
onder het wortelvlies
C
in het tandbeen
D
in het kaakbeen

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De slijmvliezen

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar zitten slijmvliezen in je lichaam?

Slide 36 - Carte mentale

De binnenkant van het lichaam staat in verbinding met de buitenkant van het lichaam. Deze verbinding wordt gemaakt door gangen en openingen, zoals de mond, de neus, de anus en de vagina. 
De gangen en openingen zijn bekleed met slijmvlies.
slijmvlies
Laag van (epitheel)cellen die de lichaamsholte van verschillende organen (mond, keel, longwegen, maag, darm, vagina en glans) bedekken en slijm produceren.
Slijmviezen
Is een dunne laag lichaamscellen (epitheel) die de lichaamsholte van  verschillende organen bekleedt.
Ze produceren slijm ter bescherming van de organen en zorgen voor afvoer  van ongewenste stoffen uit het lichaam 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeten slijmvliezen altijd vochtig zijn?
nee
ja

Slide 38 - Sondage

Slijmvlies bevat cellen die slijm produceren, waardoor de vliezen vochtig blijven. Dit is noodzakelijk, want daardoor functioneren de slijmvliezen goed.
Nagels

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anatomie van de nagel
  1. Nageluiteinde
   2. Nagelrand
   3. Nagelwal
   4. Nagelplaat
   5. Halve maantje
   6 .Nagelriem

   8 .Nagelplaat
   9 . Nagelbed
   10. Halve maantje
   11 .Nagelwortel

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom hebben wij nagels?
A
Om te lakken
B
Om te krabben
C
Als bescherming
D
Hebben geen functie

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zorgt de nagelwal voor?
A
Dat de nagel groeit
B
Dat de nagel op zijn plaats blijft
C
Bescherming

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van waaruit groeit een nagel in de lengte?
A
nagelriem
B
nagelbed
C
halve maantje
D
nagelwortel

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afwijkende nagels








Kalknagels
Schimmel nagels

ingegroeide nagels


Slide 45 - Diapositive

kalknagels door schimmel infectie 

Ingegroeide nagels
Rond groeiende nagels

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kalknagel

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de leerdoelen behaald?
         Ik weet de functie en bouw van de huid
Ik weet de functie van de slijmvliezen
    Ik weet de bouw en functie van het gebit
     Ik weet de bouw en functie van de nagels

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions