Quiz vakmanschap

Quiz vakmanschap 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Quiz vakmanschap 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen:
De leerling speelt de quiz over vakmanschap.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht:
Uitleg Quiz.
Regels.
Groepjes.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een activiteit gaat organiseren moet je rekening houden met de volgende punten:
A
de mogelijkheden van de deelnemers
B
activiteit moet aansluiten bij de deelnemers
C
rekening houden met het budget
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de schijf van 5?
A
Een schijf die aangeeft wat je moet eten om gezond te blijven.
B
Een schijf die zegt hoeveel je moet bewegen
C
Een schijf die aangeeft wat je moet eten en drinken om gezond te blijven
D
Een schijf die zegt hoeveel je moet slapen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezond bewegen is elk week ten minste ......... matig intensief bewegen.
A
30 minuten
B
45 minuten
C
2 uur en 30 minuten
D
1 uur en 30 minuten

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een chronische ziekte?
A
Reuma
B
Griep
C
waterpokken
D
Corona

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke doelgroepen komen denk je aan bod tijdens de Z&W lessen?
A
Pubers, volwassen mensen
B
Baby's, peuters, kleuters
C
Zieke mensen, mensen met een beperking
D
Alle drie de opties!

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Activiteiten kunnen verschillende doelen hebben. Welke omschrijving hoort bij het doel ''groepsactiviteit'' ?
A
Bevordert contacten tussen mensen
B
Doe je met twee of meer personen
C
Kun je iets van leren
D
Kom je mee in beweging

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kinderopvang?
A
Een verzamelterm voor alle activiteiten die je met kinderen doet
B
Een verzamelterm voor alle kinderen die op school zitten
C
Een verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen op te vangen als de kinderen niet naar school gaan of hun ouders niet thuis zijn
D
Een verzamelterm voor alle kinderen die bij de opvang zitten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je niet nodig tijdens het koken
A
telefoon
B
bestek
C
maatbeker
D
weegschaal

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past het
beste bij het plaatje?
A
Robotica
B
E-health
C
Ergonomie
D
Domotica

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij EHBO zijn er 5 regels waaraan je je moet houden. Wat is geen regel van de EHBO?
A
Let op gevaar
B
Zorg voor deskundige hulp
C
Versleep het slachtoffer van de plaats waar hij ligt of zit.
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent dit wassymbool:
A
niet wassen
B
niet strijken
C
niet drogen
D
niet bleken

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Thuiszorg is voor:
A
oudere
B
mensen die herstellen van een ongeluk
C
gezinnen met een gehandicapt kind
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?
A
stoffer, stofzuiger, bezem
B
schrobber
C
Dweil, mop
D
trekker

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet iemand die hulp krijgt van de thuiszorg?
A
zorgvrager
B
patiënt
C
klant
D
verzorgende

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bso is voor kinderen van
A
0 - 4 jaar
B
2 1/2 - 4 jaar
C
4 - 12 jaar
D
8 - 12 jaar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebruik je bij nat schoonmaken?
A
bezem, plumeau
B
bezem, kruimeldief
C
dweil, mop, schrobber, spons
D
handschoenen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwaaien is een vorm van .......
A
Non-verbale communicatie
B
Fit zijn
C
Verbale communicatie
D
Geen één van de bovenstaande antwoorden

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op hoeveel graden mag je strijken?
A
Lauw strijken
B
Niet strijken
C
Warm strijken
D
Heet strijken

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Met je vuist op tafel slaan omdat je boos bent
B
Een WhatsApp gesprek voeren

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De schijf van 5 is ongezond
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je in je vinger snijdt en je doet er een pleister op
dan geef je
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zorg geef je wanneer je boodschappen doet voor je oma
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ziekte die blijvend is noemen we?
A
een acute ziekte
B
een chronische ziekte
C
een aandoening
D
een operatie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de buitenschoolse opvang komen....
A
Ouderen die na schooltijd komen spelen
B
Kinderen die na schooltijd opvang nodig hebben
C
Baby's en kleuters die nog niet naar school gaan
D
Peuters waar nog geen plek voor op de basisschool is

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekenen de letters EHBO?
A
Eerste Hulp bij Ongevallen
B
Eerste Hulp bij Ongelukken
C
Eerste Hulp bij Opvoeden
D
Eerste Hulp bij Ordenen.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een sportieve activiteit?
A
De Donald Duck lezen
B
Hardlopen
C
Kaarten
D
Op Instagram

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit de er in de grootste schijf van de schijf van 5?
A
Vetten en oliën
B
Zuivel
C
Water
D
Groente en fruit

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een eetgewoonte is..
A
de afwasmachine inruimen
B
een maaltijd koken
C
met stokjes eten

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je gaat koken moet je
eerst je handen wassen.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Dit filmpje geeft weer wat er nu al mogelijk is voor het werken in de zorg.
De rol van de zorg, de toekomst en wat kan er nu al.
Alarmknop om je pols
A
Domotica
B
Robotica

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is een robot die een oudere man gezelschap houdt een voorbeeld van?
A
Domotica
B
E-Health
C
Ergonomie
D
Robotica

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions