Les 4: Les of toernooi-systemen

• Keuzedeel doorstroom
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4: Doorstroom naar niveau 3

 Organisatievormen

Theorie

Praktijk

Organisatievormen

Organisatievormen zijn manieren om een evenement of toernooi te organiseren. Voorbeelden zijn:

•  Spelenkermis
• Competitiesysteem 
• Afvalsysteem
• Poulesysteem
• Roulatiesysteem 
  

Organisatievormen

• Niet - wedstrijdgerichte vormen
• Wedstrijdgerichte vormen

Bepaal dus altijd of het evenement een winnaar op moet leveren. 

Eredivisie voetbal

Wedstrijdgericht

Niet-wedstrijdgericht

Sportinstuif

Wedstrijdgericht

Niet-wedstrijdgericht

Wedstrijdgericht

Niet-wedstrijdgericht

Wedstrijdgericht

Niet-wedstrijdgericht

Wedstrijdgericht

Niet-wedstrijdgericht

Niet-wedstrijdgericht

1. Individueel of in teams
2. Vaste volgorde of juist niet

• Geen vaste volgorde: instuif of spelenkermis
• Vaste volgorde: roulatiesysteem

Geen vaste volgorde

We organiseren een sport-en-spelmiddag met een niet-wedstrijdgerichte vorm en kiezen daarbij voor 'geen vaste volgorde' van de spelen.

Dit betekent:

De kinderen spelen alleen het spel of de spellen die zij leuk vinden (en hoe lang zij dit zelf willen). Het lijkt op een kermis (kiezen wat je doet).

Systeem wat daarbij hoort:

Open instuif of spelenkermis

Vaste volgorde

Deelnemers moeten alle spellen spelen.

Systeem: Roulatiesysteem (doordraaien)  

Roulatiesysteem, 4 vormen:

• Klokopschuifsysteem
  
• Levend ganzenbord
  
• Zweeds loopspel
  
• Spinnenwebloop

Roulatiesysteem

Klokopschuifsysteem

Roulatiesysteem

Levend ganzenbord

Roulatiesysteem

Zweeds loopspel

Roulatiesysteem

Spinnenwebloop

Samenvatting

Er zijn 2 soorten organisatievormen: 

• Niet-wedstrijdgericht.
  
• Wedstrijdgericht.
  

Niet-wedstrijdgerichte vormen (kunnen) zijn:

Open instuif of spelenkermis. (geen vaste volgorde) 

Een roulatiesysteem (vaste volgorde):

• Klokopschuifsysteem
  
• Levend ganzenbord
  
• Zweeds loopspel
  
• Spinnenwebloop

Wedstrijdgericht

Uitdaagsysteem

Afvalsysteem

Poulesysteem

Competitiesysteem

Uitdaagsystemen

Laddersysteem

Waslijnsysteem

Piramidesysteem

Schoorsteensysteem

Wanneer gebruik je bij voorkeur welk systeem?

Uitdaagsystemen 

• Laddersysteem
• Waslijnsysteem
• Piramidesysteem
• Schoorsteensysteem

Voor- en nadelen 

• Iedereen kan mee blijven spelen, spanning ot het einde. 
• Na verloop van tijd volgorde wel bepaald, je speelt vaak tegen de zelfde speler(s)
  
  Piramide- of schoorsteensysteem geschikt bij grotere aantallen

Afvalsysteem

Hoe werkt dat?

Afvalsysteem

4, 8, 16, 32, etc

Afvalsysteem

1. Teken een afvalsysteem met 9 deelnemers.

Poulesysteem

Uitschrijven van wedstrijden

• Klokmethode
• Diagonaalmethode

Voorbeeld:

1-2        1-4        1-3

3-4       2-3       4-2

Poulesysteem

Oefen met het uitschrijven van alle wedstrijden.

• Poule met 4 deelnemers/teams
• Poule met 5 deelnemers/teams

Gebruik voor beide opdrachten zowel het kloksysteem als het diagonaal systeem! 

Competitiesysteem

• Hele competitie
• Halve competitie

Wat is het verschil, en wanneer kies je voor welk systeem?

Opdracht 

1. Teken een poule systeem met 4 teams
   
   
   
2. Na de poulefase schrijf je een finale uit én een wedstrijd om de derde plaats